28 333
WAO-stelsel

nr. 11
MOTIE VAN HET LID VARELA

Voorgesteld 6 november 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het aantal allochtonen en jonge hoogopgeleide vrouwen in de WAO significant afwijkt van het gemiddelde;

overwegende, dat er wellicht nog meer specifieke groepen zijn aan te wijzen met een forse afwijking ten opzichte van het gemiddelde;

van mening, dat alleen een dubbele keuring voor die specifieke groepen wél als signaal goed werkt, maar verder waarschijnlijk onvoldoende effect zal hebben;

van mening, ook dat meer inzicht in de achtergrond kan leiden tot specifiek keuringsbeleid en daarmee een verlaging van de instroom kan bewerkstelligen;

verzoekt de regering een onderzoek te doen naar de achtergronden van doelgroepen met sterk afwijkende instroomcijfers, teneinde het UWV en de keuringsartsen meer mogelijkheden te geven om een juist oordeel over de toegang tot de WAO te vormen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Varela

Naar boven