nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zulllen zien of horen lezen, saluut! te doen weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel
in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering
van de bevoegdheid tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de
Grondwet door de rechter;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in artikel II omschreven voorstel tot verandering
in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
Artikel 120 wordt als volgt gewijzigd:
A
Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
B
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Wetten vinden evenwel geen toepassing voorzover deze toepassing niet
verenigbaar is met de artikelen 1 tot en met 17, 18, eerste lid, 19, derde
lid, 23, tweede lid, 54, 99, 113, derde lid, 114 en 121.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,