28 330
Herstructurering openbaar bibliotheekwerk

nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2006

Met genoegen stuur ik u hierbij het door mij goedgekeurde operationeel plan voor de integratie van het bibliotheekwerk voor blinden en slechtzienden met het openbaar bibliotheekwerk. Dit plan is een uitwerking van de beleidsbrief Bibliotheekvoorziening voor blinden en slechtzienden 2006–20081, van de voormalige staatssecretaris Cultuur en Media, mevrouw mr. Medy C. van der Laan. Uw kamer heeft hier op 15 maart jl. over gesproken en ingestemd met het voorgestelde beleid en een nadere uitwerking daarvan in een operationeel plan. De VOB heeft de opdracht gekregen het operationeel plan met betrokken partijen vorm te geven. De staatssecretaris heeft uw Kamer destijds toegezegd dit plan in december 2006 aan de kamer te sturen. Ik doe hiermee die toezegging gestand.2 Ik heb de Raad voor Cultuur advies gevraagd over het operationeel plan. Dit advies, waar ik verder in de brief op terugkom, gaat hierbij.2

Overeenstemming tussen partijen

Ik ben zeer verheugd dat alle betrokken organisaties – de Christelijke Blinden Bibliotheek (CBB), de Nederlandse Luister- en Braille Bibliotheek (NLBB), de bibliotheek Le Sage ten Broek (LSB), Dedicon (voorheen FNB) en de Federatie Slechtzienden en Blinden Belang (FSB) – het operationeel plan onderschrijven. De drie blindenbibliotheken en Dedicon hebben ieder afzonderlijk een convenant met de VOB gesloten. In de convenanten zijn nadere afspraken gemaakt over de uitwerking van het operationeel plan. De organisaties stoppen de bezwaarprocedures die zij hadden aangespannen tegen het besluit van OCW om de subsidierelaties per 1-1-2007 te beëindigen. De leden van de VOB hebben zich op de algemene ledenvergadering van 14 december jl. uitgesproken vóór het operationeel plan.

In de komende jaren wordt onder regie van het openbaar bibliotheekwerk, gewerkt aan het in stand houden en verbeteren van de dienstverlening aan blinden en slechtzienden. Alle partijen verdienen een groot compliment. In de eerste plaats de blindenbibliotheken en Dedicon voor de constructieve manier waarop zij, in het belang van hun gebruikers, het overleg met de VOB gevoerd hebben. De FSB heeft eveneens een waardevolle bijdrage geleverd aan het operationeel plan. De VOB heeft uitwerking van de beleidsbrief voortvarend en deskundig ter hand heeft genomen. Dankzij de inzet van alle partijen is er een doorbraak gerealiseerd in de dienstverlening aan blinden en slechtzienden.

Operationeel plan

Het operationeel plan volgt in grote lijnen de uitgangspunten van de beleidsbrief. Er komt per 1 januari 2007 één centraal loket waarin de dienstverlening van de voormalige loketten Algemene Lectuur en het loket voor Kranten en Tijdschriften, wordt gebundeld. Het personeel van de voormalige loketten wordt overgedragen aan het nieuwe centrale loket. Hierdoor blijft belangrijke en waardevolle expertise behouden.

Het plan voorziet ook in de geleidelijke uitrol van de dienstverlening aan blinden en slechtzienden op lokaal en regionaal niveau. Belangrijk vind ik dat de inbreng van de gebruikers via een gebruikersraad wordt geformaliseerd en dat er in goed overleg overeenstemming is bereikt met het Nederlands Uitgeversverbond over de distributie van producten aan de doelgroep. De FSB ziet met het inrichten van een gebruikersraad terecht één van haar wensen in vervulling gaan.

Het centraal loket gaat in samenspraak met de VOB, relaties aan met de LSB, CBB en Dedicon. Zij worden leverancier van producten voor de doelgroep. Het centraal loket organiseert in samenhang met VOB de collectievorming. Via Dedicon stuurt zij de innovatie aan en geeft zij invulling aan de verdere ontwikkeling van de digitale dienstverlening via AndersLezen.nl. De VOB blijft in de komende jaren een belangrijke regierol vervullen naast, en samen met, het centraal loket.

Het operationeel plan geeft op punten een andere invulling aan de oorspronkelijke uitgangspunten van de genoemde beleidsbrief. In de eerste plaats wordt het centraal loket nu geen onderdeel van een grote openbare bibliotheek. Dat bleek in de besprekingen tussen verschillende partijen praktisch gezien geen haalbare optie. Door de regierol van de VOB is de aansturing door het openbaar bibliotheekwerk naar mijn mening voldoende gewaarborgd.

De subsidierelatie tussen departement en de FSB blijft in de komende twee jaar bestaan, met dien verstande dat deze conform de beleidsbrief en in goed overleg met de FSB wordt afgebouwd.

Met de CBB blijft in 2007 en 2008 eveneens een directe subsidierelatie bestaan voor wat betreft de productie van «identiteitsgebonden» tijdschriften. Mede gelet op de discussie in uw kamer op 15 maart jl., waarin enkele leden pleitten voor het waarborgen van de pluriformiteit van het aanbod, heb ik hiertoe besloten. Ik ben voornemens het budget voor deze activiteiten om te zetten in een fonds en dit na 1 januari 2009 onder te brengen bij het openbaar bibliotheekwerk. Vanaf dat moment kunnen dan aangepaste leesvormen worden geproduceerd voor alle religieuze stromingen.

De ander invulling van bovengenoemde punten is naar mijn overtuiging in lijn met de uitgangspunten van het operationeel plan. De hoofdlijn van het beleid blijft overeind en dat geeft vertrouwen voor de toekomstige ontwikkeling van de dienstverlening aan blinden en slechtzienden.

Studie en Vakliteratuur

Zoals in de beleidsbrief is aangegeven dat het loket voor en de productie van Studie en Vakliteratuur, direct bekostigd wordt door mijn departement. In 2007 en 2008 ontvangt Dedicon hiervoor subsidie. Dit valt dus buiten het bestek van het operationeel plan. Gelet op de beleidsbrief lijkt het mij goed wel even stil te staan bij de ontwikkelingen op dit terrein.

Het beschikbare budget voor studie en vak staat onder druk door de gestage toename van het aantal dyslectische gebuikers. In de beleidsbrief is een onderzoek aangekondigd naar de productie van studie en vak materialen specifiek voor dyslectici. Het onderzoek is in augustus van dit jaar gestart en richt zich op de organisatorische en financiële consequenties van het op grote schaal bedienen van dyslectici. De informatie uit het onderzoek is nodig om nieuw en gericht beleid te kunnen ontwikkelen. Het onderzoek bevindt zich in een afrondende fase. Ik zal u informeren over de uitkomsten van het onderzoek.

Advies Raad voor Cultuur

De Raad heeft is in zijn advies van 14 december jl. positief over het operationeel plan. Ik vind het verheugend dat de Raad van mening is dat een aantal van zijn zorgen over de inbreng van de gebruikers, de mogelijkheid van huidige gebruikers om diensten te kunnen afnemen van het centraal loket en de overdracht van kennis en expertise, is weggenomen.

De raad is nog wel kritisch over de onduidelijkheid over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de voorzieningen op lokaal en regionaal niveau. Voor mij is echter belangrijk dat de huidige en toekomstige gebruikers een goede centrale voorziening houden als fundament voor de dienstverlening op lokaal niveau. Dat is nu gewaarborgd. Ik zie de uitrol van de decentrale voorziening als een groeimodel. De ontwikkeling van de vraag op lokaal niveau en het functioneren van deze dienstverlening, ook in relatie tot de centrale dienstverlening, is op dit moment nog niet exact te voorspellen. Ik onderschrijf daarom het advies van de raad om de ontwikkelingen op dit terrein nauwgezet te blijven volgen. Ik zal de VOB vragen mijn departement daarover op vaste momenten te informeren.

Tot besluit

Met het vaststellen van het operationeel plan is een belangrijke stap gezet op weg naar de integratie van de bibliotheekvoorziening voor blinden en slechtzienden met het openbaar bibliotheekwerk. Dat laat onverlet dat er de komende jaren nog het nodige moet worden uitgewerkt en dat partijen moeten wennen aan nieuwe rollen en verhoudingen. Daarom ben ik verheugd dat de VOB bereid is om daarin een regierol op zich te nemen. Om diezelfde reden is het van belang dat de stuurgroep, die het totstandkomen van het operationeel plan heeft begeleid, ook het proces in de komende twee jaar blijft volgen.

De VOB ontvangt in de komende twee jaar subsidie voor de bibliotheekvoorziening voor blinden en slechtzienden met uitzondering van studie en vakliteratuur. De prestaties van de bibliotheekvoorziening voor blinden en slechtzienden zullen via de VOB nauwgezet gevolgd worden. Daarbij staan de gebruikerstevredenheid, het collectiebeleid, de productievolumes, en het functioneren van de decentrale voorziening centraal. Mede gelet op de «horizon» van de beleidsbrief ben ik voornemens om in overleg met de VOB in 2008 een onafhankelijke evaluatie te laten uitvoeren, waar ik de kamer over zal informeren.

Ik ben er van overtuigd dat het operationeel plan een stevige basis biedt voor de integratie en uitbouw van de bibliotheekvoorziening voor blinden en slechtzienden in de komende jaren en ik vertrouw erop dat betrokken partijen gezamenlijk blijven bijdragen aan een optimale dienstverlening.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

TK 2005–2006, 28 330, nr. 19.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven