28 325
Bouwregelgeving 2002–2006

nr. 95
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2008

De laatste jaren is er veel publiciteit geweest over (dreigende) instortingen van bouwwerken in Nederland. De vraag rees of het gaat om incidenten of dat er structureel iets mis is met de constructieve veiligheid. In 2007 is de VROM-Inspectie een onderzoek gestart naar de risico’s en borging van constructieve veiligheid en op 24 oktober 2007 is u het rapport van het pilotonderzoek «Borging constructieve veiligheid in bouwprocessen» aangeboden. Thans is het eindrapport «Borging van de constructieve veiligheid in 15 bouwprojecten» gereed, wat ik u hierbij aanbied.1

Ook heeft de VROM-Inspectie eind vorig jaar vier expertmeetings met deskundigen uit de bouwwereld georganiseerd. De output is de publicatie «Wég met de zwakke schakels!», Actieagenda voor versterking van de constructieve veiligheidsketen, die ik u hierbij ook aanbied.1

Rapport «Borging van de constructieve veiligheid in 15 bouwprojecten»

In het onderzoek wordt geconcludeerd dat de belangrijkste risicofactor in een bouwproces de afwezigheid van een gezamenlijk inzicht in de constructieve veiligheid is. Bij een bouwproject zijn immers veel partijen betrokken. Slechts in weinig projecten wordt vooraf bewust een niveau van veiligheid gedefinieerd in een programma van eisen en wordt hierop een risicoanalyse gebaseerd. Verder is het ontbreken van (vastgelegde) verantwoordelijkheden en bevoegdheden en het achterwege blijven van terugkoppeling van wijzigingen in de bouw aan de constructeur een risicofactor. De constructieve veiligheid is in de bouw niet automatisch en niet in ieder bouwproject goed geborgd.

Deze conclusies zijn in lijn met de bevindingen van het vorig jaar gehouden pilotonderzoek, maar gezien het grotere aantal onderzochte bouwprojecten (nog) beter onderbouwd. Bij de onderzochte 15 projecten zijn geen duidelijke constructieve tekortkomingen aangetroffen. Wel bleken in elf projecten interventies gepleegd te zijn als gevolg van fouten in ontwerp, detailengineering en uitvoering. Slechts bij drie bouwprojecten is sprake van een goede naspeurbaarheid en borging van de constructieve veiligheid.

De onderzoekers doen aanbevelingen ter verbetering van de situatie, gericht op het beter functioneren van de kwaliteitsborging via de opdrachtgever, via de beroepsgroepen van adviseurs en aannemers en via de markt. Ik ondersteun deze aanbevelingen en zal er rekening mee houden bij de inrichting van het stelsel van bouwtoezicht in ons land in het kader van de adviezen van de Commissie Dekker. De bevindingen van dit onderzoek zijn ook verwerkt in de «Actieagenda constructieve veiligheid».

Actieagenda constructieve veiligheid

De VROM-Inspectie spreekt met deze Actieagenda met name de ketenspelers aan die belangrijk zijn voor de constructieve veiligheid van gebouwen. De actieagenda wordt gedragen door de relevante marktpartijen, waaronder de opdrachtgevers, constructeurs, aannemers en het Bouw- en Woningtoezicht.

Er zijn acties voor de korte termijn zoals onder andere «pas risicomanagement toe bij het organiseren van constructieve veiligheid in projecten» en «meld incidenten aan het Platform Constructieve Veiligheid». Hierbij zijn met name de opdrachtgever, constructeur, uitvoerend bouwbedrijf en het gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht betrokken.

Daarnaast zijn er acties voor de middellange en lange termijn, die meer gericht zijn op het oplossen van structurele problemen met de constructieve veiligheid. Hierbij zijn vooral de brancheorganisaties, kennisinstituten, het ministerie van VROM en het onderwijs betrokken. In de bijlage van de Actieagenda vindt u een duidelijk overzicht van alle acties en betrokken partijen.

Bijeenkomst

Op 26 november 2008 heeft de VROM-Inspectie een informatieve bijeenkomst gehouden over constructieve veiligheid bij gastheer Bouwend Nederland in Zoetermeer.

Op de bijeenkomst is het eerste exemplaar van de «Actieagenda Constructieve Veiligheid» overhandigd aan de marktpartijen. Op hun beurt hebben de marktpartijen concrete producten gepresenteerd ter verhoging van de constructieve veiligheid in ons land: de gedragscode voor opdrachtgevers van de NEPROM, het Compendium constructieve veiligheid van de Betonvereniging samen met veel andere organisaties en tenslotte het registratie- en analysesysteem voor bouwkundige incidenten van het Platform Constructieve Veiligheid.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. E. van der Laan


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven