28 325 Bouwregelgeving

Nr. 234 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2021

In deze brief informeer ik u over de voortgang van de inventarisatie brandveiligheid gevels. Hiermee geef ik invulling aan de motie van de leden Koerhuis en Beckerman (Kamerstuk 28 325, nr. 221) en mijn toezegging tijdens het Commissiedebat Bouwregelgeving d.d. 11 november jongstleden (Kamerstuk 28 325, nr. 233).

Landelijk onderzoek onder 80 gemeenten

Eind 2018 heb ik aan gemeenten gevraagd1 om de meest risicovolle gebouwen te inventariseren en er vervolgens op toe te zien dat de eigenaren van deze gebouwen onderzoek uitvoeren naar de brandveiligheid van de gevels. Om een landelijk beeld te krijgen van de voortgang heb ik eerder onderzoek laten uitvoeren onder een representatieve steekproef van 80 gemeenten. In de bijlage2 zijn deze gemeenten genoemd. Ik heb uw Kamer over de resultaten van dit onderzoek geïnformeerd op 16 juni 2020 (Kamerstuk 28 325, nr. 213). De conclusie was toen dat ten minste 91% van alle gemeenten invulling had gegeven aan de inventarisatie. Ten minste 60% van alle gemeenten was klaar met de inventarisatie. Ten minste 31% van de gemeenten was nog bezig met de inventarisatie.

Om de huidige stand van zaken na te gaan, heb ik recent navraag gedaan bij de 34 (van de 80) gemeenten die juni 2020 nog niet waren begonnen met inventarisatie of deze nog niet hadden afgerond. Uit deze navraag is gebleken dat nu 100% van de gemeenten invulling heeft gegeven aan de inventarisatie en dat 97% de inventarisatie volledig heeft afgerond. Bij 16 gemeenten die klaar zijn, zijn één of meer gebouwen gevonden waarvan de gevel niet voldeed aan de bouwregelgeving. In totaal gaat het om circa 40 gebouwen waarbij maatregelen nodig bleken. Op de uitvoering van de maatregelen zien de gemeenten toe.

Informatie provincies

Omdat uit het hiervoor genoemde steekproefonderzoek in juni 2020 bleek dat de voortgang van de inventarisatie nog onvoldoende was, heb ik in september 2020 aan de provincies verzocht dit onderwerp mee te nemen bij hun interbestuurlijk toezicht op gemeenten. Over dit verzoek heb ik toen alle gemeenten geïnformeerd.

In mijn antwoorden op Kamervragen van 18 juni 2021 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21 nr. 3221) heb ik een tussenstand gegeven. Hieronder geef ik u de actuele stand van zaken.

  • In de provincie Drenthe zijn elf van twaalf gemeenten klaar met de inventarisatie en bij deze gemeenten zijn geen gebouwen gevonden waarbij maatregelen nodig zijn. Eén gemeente heeft de inventarisatie nog niet afgerond.

  • In de provincie Flevoland zijn alle zes gemeenten klaar met de inventarisatie en zijn geen gebouwen gevonden waarbij maatregelen nodig zijn.

  • In de provincie Friesland zijn alle achttien gemeenten klaar met de inventarisatie en bij één gemeente is daarbij één gebouw gevonden waarbij maatregelen nodig waren.

  • In de provincie Groningen zijn negen van de tien gemeenten klaar met de inventarisatie, bij twee gemeenten zijn daarbij ieder één gebouw gevonden waarbij maatregelen nodig waren. Eén gemeente heeft de inventarisatie nog niet afgerond.

  • In de provincie Overijssel zijn alle 25 gemeenten klaar met de inventarisatie. Bij één gemeente zijn daarbij drie gebouwen gevonden waarbij maatregelen nodig waren.

  • In de provincie Utrecht zijn alle 26 gemeenten klaar met de inventarisatie. Bij twee gemeenten zijn in totaal vier gebouwen gevonden waarbij maatregelen nodig waren.

  • In de provincie Noord-Brabant zijn alle 61 gemeenten klaar met de inventarisatie. Een aantal gemeenten is nog bezig met het vervolgtraject richting gebouweigenaren.

  • De provincie Gelderland heeft tot nu toe informatie van 37 van de 51 gemeenten. Alle 37 gemeenten zijn klaar. Bij 3 gemeenten daarvan zijn ieder één gebouw gevonden waarbij maatregelen nodig waren.

  • De overige provincies hebben geen informatie bij al hun gemeenten vergaard. Wel zijn alle provincies het ministerie behulpzaam geweest bij het navragen van de stand van zaken bij de gemeenten uit de steekproef en door hun eerdere acties richting gemeenten waarover ik u op 18 juni 2021 heb geïnformeerd.

Concluderend

Uit de representatieve steekproef onder de 80 gemeenten volgt dat nagenoeg alle gemeenten klaar zijn met de inventarisatie. Het aantal gebouwen waarbij uiteindelijk maatregelen nodig bleken, is beperkt en gemeenten zien toe op de uitvoering daarvan. Dit landelijke beeld wordt bevestigd uit de informatie van de provincies. Ik ben de provincies erkentelijk voor hun inzet.

Ik ben tevreden over dit resultaat en ga ervan uit dat de inventarisatie ook bij de resterende gemeenten wordt afgerond. Het toezicht op de brandveiligheid van gebouwen is de taak van de gemeente. De gemeenteraad kan het College van burgemeester en Wethouders als bevoegd gezag daarop aanspreken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven