28 325
Bouwregelgeving 2002–2006

nr. 113
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 september 2009

In mijn brief van 22 december 20081 heb ik aangegeven dat onderzocht wordt of de ventilatieproblematiek die in 2007 in een onderzoek van de gemeente Amersfoort in de wijk Vathorst is geconstateerd, ook landelijk speelt. Zowel in die brief als ook tijdens het Algemeen Overleg over bouwregelgeving en brandveiligheid dat ik op 26 mei jl. (Kamerstuk 28 325, nr.107) met uw Kamer voerde heb ik de verwachting uitgesproken u rond de zomer van 2009 van de resultaten van dit onderzoek op de hoogte te brengen. Met deze brief bied ik het onderzoeksrapport«Mechanische ventilatie in nieuwbouwwoningen – ervaringen en oordelen van bewoners over de kwaliteit van ventilatie en de eigen gezondheid» aan.2

Tevens meld ik u dat de gemeente Amersfoort de effectmeting van genomen verbeteracties in de wijk Vathorst, naar aanleiding van de geconstateerde problematiek in 2007, naar verwachting in september gereed heeft en dat het rapport dan naar de gemeenteraad kan worden gestuurd.

Resultaten van het onderzoek

Op hoofdlijnen kan uit het landelijk onderzoek worden geconcludeerd dat de toepassing van mechanische ventilatie in nieuwe woningen – en van balansventilatie in het bijzonder – volgens de bewoners gepaard gaat met gebreken. Geluidhinder is de meest genoemde klacht over de ventilatiesystemen.

In het algemeen kan ook worden gesteld dat de problematiek die in Vathorst is gesignaleerd met de toepassing van balansventilatie, niet tot Vathorst beperkt blijft. Ook elders in Nederland blijkt de kans op een als suboptimaal ervaren binnenmilieu groter in woningen met balansventilatie dan in woningen met gewone mechanische ventilatie. Ook zijn er in woningen met balansventilatie meer gezondheidsklachten. Op basis van beschikbare onderzoekgegevens kan echter niet worden aangegeven in hoeverre de balansventilatie hier daadwerkelijk de oorzaak van is. Ook is het bij ervaren gezondheidsklachten niet mogelijk een oorzakelijk verband met ventilatiesystemen vast te stellen. Dit vergt grootschalig en langdurig epidemiologisch onderzoek.

Uit het onderzoek kan niet worden opgemaakt waarom er meer klachten zijn in woningen met balansventilatie. Er kunnen op basis van het voorliggende onderzoek namelijk geen conclusies worden getrokken over de mate waarin aan eisen is voldaan of over de mate waarin de feitelijke kwaliteit van de binnenlucht onvoldoende is. Daarvoor is vervolgonderzoek nodig waarbij ter plekke wordt geïnspecteerd en gemeten.

Geluidhinder wordt door de onderzoekers als een belangrijke factor gezien bij het ontstaan van de gezondheidsklachten. Hoe die relatie precies ligt, is door de onderzoekers met de huidige onderzoeksgegevens niet vast te stellen, omdat er meerdere soorten relaties kunnen bestaan. Zo kunnen er directe gezondheidseffecten ontstaan als gevolg van geluidhinder, er kunnen effecten ontstaan via stressreacties of verstoring van de nachtrust, maar het is ook denkbaar dat geluidhinder gedragseffecten tot gevolg heeft die tot gezondheidseffecten kunnen leiden. Wat betreft dat laatste mechanisme is het waarschijnlijk dat de neiging om minder te ventileren als gevolg van de ervaren geluidhinder hierbij van invloed is. Minder ventileren kan immers leiden tot een ongunstige kwaliteit van de binnenlucht, wat weer gezondheidsklachten tot gevolg kan hebben. Dat mechanisme speelt naar het zich laat aanzien zowel bij woningen met gewone mechanische ventilatie als bij balansventilatie. Maar omdat de balansventilatiesystemen meer geluidhinder veroorzaken, heeft het hier een sterkere doorwerking. Dat kan nog eens verder worden versterkt als er in de woning ook geen of onvoldoende andere mogelijkheden zijn om te ventileren, bijvoorbeeld met ramen of roosters.

Gelet op het bovenstaande verwacht ik dat de eerder gedane toezegging om in het Bouwbesluit eisen te stellen aan het geluidsniveau van ventilatievoorzieningen en aan te openen ramen, de voorwaarden voor een goed binnenklimaat versterken.

Geconcludeerd kan worden dat deze en eerdere onderzoeken laten zien dat de opgeleverde ventilatievoorzieningen in hoge mate niet aan de eisen voldoen. Het naleefgedrag is benedenmaats. Ik ben van mening dat hier een grote opgave ligt voor de bouw- en installatiesector. Hieraan kan de ventilatieprestatiekeuring door middel van de beoordelingsrichtlijn (BRL) die door de Vereniging Leveranciers van Luchttechnische Apparatuur (VLA) in samenwerking met de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector (KBI) is opgesteld in belangrijke mate bijdragen. Ik zal partijen stimuleren deze keuring toe te passen, zodat de burger er zeker van kan zijn dat de voorziening voldoet aan de eisen. Ook heb ik u reeds in eerder genoemde brief van 22 december 2008, gemeld wat er in zijn algemeenheid loopt op het gebied van kwaliteitsborging en kennisoverdracht in de bouwketen, naleving van voorschriften en het toezicht daarop.

Vanzelfsprekend is het van tweeën één: naast een goede installatie moet ook het gedrag van en onderhoud door bewoners hierop worden afgestemd. In mijn brief van 22 december 2008 heb ik ook aangegeven wat er reeds op dat gebied wordt gedaan.

Het onderzoek laat evenwel de vraag open waarom balansventilatie relatief negatief scoort, terwijl deskundigen het systeem hoog achten als er goed geïnstalleerd, ingeregeld, gebruikt en onderhouden wordt.

Naast de reeds in gang gezette acties en om een vinger te kunnen krijgen achter de oorzaken, is dit voor mij een reden om een diepte-onderzoek te laten uitvoeren naar met name de technische aspecten en tekortkomingen van zowel de systemen met mechanische afvoer als die met balansventilatie in relatie tot klachten van gebruikers. Het onderzoek moet opleveren onder welke condities er wel sprake is van verantwoorde mechanische ventilatiesystemen die naar verwachting ook gebruiksvriendelijker zijn en daardoor beter gebruikt gaan worden. Naar verwachting is dit gereed zomer 2010.

Slot

Samenvattend: op basis van het onderzoek constateer ik dat er niet alleen in de Amersfoortse wijk Vathorst, maar ook landelijk problemen spelen met mechanische ventilatiesystemen en in het bijzonder met balansventilatiesystemen. Ik heb het afgelopen jaar reeds verschillende acties aangekondigd om hierin verbetering te brengen, waaronder eisen aan het maximale geluidniveau en het tot stand komen van een ventilatieprestatiekeuring bij oplevering. Daarnaast wil ik met divers vervolgonderzoek meer inzicht verwerven in de relatie tussen balansventilatie en gezondheidsklachten. De komende tijd houd ik de vinger aan de pols. Ik verwacht in de loop van 2010 uw Kamer opnieuw over de stand van zaken te kunnen informeren.

Ik hoop u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. E. van der Laan


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 28 325, nr. 98.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven