28 286 Dierenwelzijn

Nr. 907 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2017

De RDA heeft op 30 juni jl. een zienswijze gepubliceerd over de zwerfkattenproblematiek in Nederland. In mijn brief van 7 juli 2016 (Kamerstuk 28 286, nr. 884) heb ik kort gereageerd op dit rapport en aangegeven dat u een nadere reactie van mij zou ontvangen op de voorgestelde maatregelen. Bij deze doe ik u mijn reactie toekomen.

De RDA focust in haar rapport voornamelijk op de gevaren van zwerfkatten voor de volksgezondheid. Het rapport geeft een helder overzicht van de mogelijke risico’s en doet een aantal aanbevelingen om de populatie zwerfkatten, en daarmee ook de kans op overdracht van besmettingen, te verkleinen.

In mijn brief van 7 juli 2016 heb ik aangegeven de adviezen over een verplichte identificatie en registratie, en (vroeg)castratie van katten niet over te nemen vanwege de administratieve lasten, de verwachte beperkte bijdrage aan de reductie van zwerfdierpopulaties en de zeer lastige handhaafbaarheid. Hieronder ga ik nader in op het rapport en de overige aanbevelingen van de RDA.

Ten algemene

Bij het rapport valt een aantal kanttekeningen te plaatsen. De zienswijze geeft een kwalitatief beeld van zoönosen die door katten worden overgebracht, waarbij de aandacht is gericht op Toxoplasmose. Het rapport maakt echter niet inzichtelijk in welke mate zwerfkatten bijdragen aan de kans op infectie van Toxoplasma, de parasiet die Toxoplasmose veroorzaakt. Bij humane Toxoplasma-infecties spelen niet alleen katten een rol, maar kunnen andere diersoorten en voedsel (bijvoorbeeld vlees) een bron van besmetting vormen.

Een onderbouwing van de effectiviteit van de geadviseerde maatregelen ontbreekt. Het is niet duidelijk of de maatregelen tot een significante verlaging van het aantal humane infecties zullen leiden. Bij een algehele landelijke uitrol zullen de administratieve lasten die met deze maatregelen gepaard gaan groot zijn en het toezicht en de handhaving ervan moeilijk, zo niet onmogelijk.

Desalniettemin acht ik een aantal adviezen zeer goed bruikbaar bij de voorlichting aan houders van katten en potentiële kopers en kunnen bepaalde maatregelen in gemeenten waarin de problematiek ernstig is mogelijk wel degelijk een goede bijdrage leveren aan de reductie van het aantal zwerfkatten.

Specifieke adviezen

Eénmalige vaccinatie (immunocontraceptie)

De RDA adviseert onderzoek te laten doen naar het verder ontwikkelen en valideren van éénmalige vaccins (immunocontraceptie) voor toepassing op zwerfkattenpopulaties. Ik beschouw dit als een zinvolle suggestie aan het adres van de farmaceutische industrie.

Importverbod voor katten zonder bekende gezondheids- en vaccinatiestatus

De RDA stelt voor dat katten zonder bekende gezondheids- en vaccinatiestatus niet worden geïmporteerd en voortaan alleen via geregistreerde fokkers of via een kattenopvangcentrum kunnen worden verkregen.

De veterinaire eisen bij de invoer en het intracommunautaire verkeer van katten zijn Europees geregeld. Katten die als huisdier meereizen met een eigenaar moeten gechipt zijn, gevaccineerd tegen rabiës en vergezeld van een dierenpaspoort. Voor alle overige katten – zowel in het commerciële verkeer, maar ook bij invoer van zwerfkatten door bijvoorbeeld stichtingen – geldt dat de dieren, in aanvulling op bovenstaande eisen, vergezeld moeten gaan van een gezondheidscertificaat en 48 uur voorafgaand aan het verkeer een klinisch onderzoek moeten ondergaan. Personen die katten anders dan als meereizend huisdier invoeren, dienen voorts geregistreerd te staan bij de NVWA. In de huidige regelgeving wordt dus voorzien in de voorgestelde eisen voor invoer.

De invoer in Nederland wordt op dit moment niet beperkt tot fokkers en opvangcentra/asielen; ook handelaren mogen dieren importeren. Een handelaar die zich houdt aan alle veterinaire en welzijnseisen bij invoer kan mijns inziens op een verantwoorde manier een kat importeren. Ik zie op dit moment daarom geen reden deze mogelijkheden te beperken.

Blauwdruk voor een «Service Level Agreement»

De RDA adviseert een blauwdruk te laten opstellen voor een «Service Level Agreement» (SLA) die landelijk kan worden benut voor de aanpak van zwerfkattenpopulaties. Gemeenten, die hulp zoeken bij het maken van een SLA met organisaties over het reduceren van zwerfdieren, adviseer ik in contact te treden met andere gemeenten die aan de problematiek werken, dan wel organisaties zoals het Stray-Animal Foundation Platform (stray AFP), de Dierenbescherming of Stichting zwerfkatten Rijnmond voor ondersteuning of goede voorbeelden.

Beoordelen volgens de systematiek van de huisdierenlijst

De RDA stelt voor de gedomesticeerde kat niet onvoorwaardelijk op de huisdierenlijst te plaatsen, maar de kat te beoordelen volgens de systematiek van de huisdierenlijst. De RDA denkt daarbij bijvoorbeeld aan het verplicht «op het eigen erf houden» van de kat en het dwingen van de houder te voorkómen dat katten rauw vlees of prooidieren eten.

De kat is destijds, met de hond, zonder beoordeling op de huisdierenlijst geplaatst, omdat sprake is van een gedomesticeerde diersoort. Het voorstel om de kat op het eigen erf te houden is niet handhaafbaar en werkt mogelijk juist averechts voor het welzijn van katten die niet meer naar buiten zouden kunnen. Ook het voorkómen dat katten prooidieren eten lijkt niet handhaafbaar zolang katten buiten komen. Omdat deze voorstellen nauwelijks tot niet handhaafbaar zijn, zal ik de plaatsing van de kat op de positieflijst niet herzien.

Behoud laagdrempelige verkrijgbaarheid van ontwormingsmiddelen

Er zijn op dit moment geen plannen om de verkrijgbaarheid van ontwormingsmiddelen in te perken.

Katten weren uit veestallen en van veevoer

Ook dit advies is, met name in rundveestallen die gekenmerkt worden door een open karakter, slecht uit te voeren en niet handhaafbaar.

Overige maatregelen

De RDA adviseert tot slot om ontlasting van katten te weren uit de GFT-bak, nader onderzoek te laten doen naar de haalbaarheid om zwerfkatten regelmatig te ontwormen en gemeenten te wijzen op de risico’s van zandbakken.

Ik onderschrijf de wenselijkheid van deze adviezen die gemeenten kunnen benutten bij bijvoorbeeld de voorlichting aan burgers dan wel de afspraken die zij maken met de organisaties waarmee zij samenwerken bij de aanpak van de zwerfkattenproblematiek. Daarom zal ik het advies onder de aandacht brengen van gemeenten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven