28 286 Dierenwelzijn

Nr. 887 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2016

Hierbij ontvangt u informatie over het vervoer van landbouwhuisdieren op de dagen waarop het hitteprotocol van kracht was. Het lid Thieme (Partij voor de Dieren) heeft mij in de Regeling van Werkzaamheden van 6 september 2016 verzocht om een toelichting hierop te geven (Handelingen II 2015/16, nr. 107, item 8).

Ik heb uw Kamer op 26 september 2016 antwoorden gezonden op schriftelijke vragen van de leden Van Dekken en Dikkers (beiden PvdA) over dit onderwerp (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 53). Deze hadden echter nog geen betrekking op de derde en laatste hitteperiode van 2016 (12 t/m 15 september). In deze brief zijn de resultaten van het vervoer op alle hittedagen van 2016 verwerkt.

«Nationaal plan»

Op 8 juli 2016 heb ik uw Kamer het «Nationaal plan voor veetransport bij extreme temperaturen» gezonden (bijlage bij Kamerstuk 28 286, nr. 884). In dit plan hebben NVWA en het bedrijfsleven afspraken gemaakt over het transport van varkens, runderen, schapen en geiten bij extreme temperaturen, ieder binnen haar eigen rol en verantwoordelijkheid, en met inachtneming van de wettelijke voorschriften. Deze afspraken zullen elk half jaar worden geëvalueerd en daar waar nodig aangepast. De pluimveesector onderzoekt nog de mogelijkheid om zich aan te sluiten.

Hitteprotocol

Een onderdeel van het plan is om op zeer warme dagen (vanaf 27 graden Celsius) een hitteprotocol van kracht te laten gaan. Het hitteprotocol is in 2016 op drie momenten van kracht geweest: van 19 t/m 21 juli, van 24 t/m 27 augustus en van 12 t/m 15 september, in totaal 11 dagen. Op deze dagen hebben in totaal 115 exportkeuringen vervroegd plaatsgevonden tussen 4.00 uur en 6.00 uur. Naar schatting is dit ongeveer 10% van de totale exportkeuringen op deze dagen geweest.

Tijdens de exportcertificering van de landbouwhuisdieren is extra gelet op beladingsgraad, watervoorziening en ventilatie in het vervoermiddel. Er zijn hierbij geen gevallen gerapporteerd waarbij de vastgestelde regels overtreden werden. De vervoersteams van de NVWA hebben tijdens deze warme dagen 169 controles uitgevoerd. Daarbij is specifiek aandacht geweest voor het hitteprotocol. 36 Controles waren niet akkoord, waarvan 35 betrekking hadden op de hoge temperaturen. De NVWA heeft conform het interventiebeleid opgetreden. Dit houdt in dat er afhankelijk van de situatie mondeling of schriftelijk is gewaarschuwd of dat er een rapport van bevindingen is opgemaakt dat kan leiden tot een bestuurlijke boete.

Ten aanzien van pluimvee heeft de NVWA tijdens de hete dagen een hoger percentage dieren dat is overleden bij aankomst op het slachthuis geconstateerd dan gebruikelijk. In de 11 dagen van het hitteplan zijn 13 aangevoerde koppels aangetroffen waarbij de interventiegrens van 1% van dieren die overleden zijn bij aankomst op het slachthuis is overschreden. Gewoonlijk is dat ongeveer 2 koppels per maand. De pluimveesector is geen deelnemer aan het Nationaal Plan.

Wetgeving

De Europese Transportverordening (Vo 1/2005) stelt dat dieren bij het vervoer beschermd moeten worden tegen extreme temperaturen. Dit is de algemene regel die geldt voor alle transporten.

Voor transporten van acht uur en langer («lang transport») moeten de ventilatiesystemen op wegvervoermiddelen ervoor kunnen zorgen dat de temperatuur in het vervoermiddel voor alle dieren tussen 5 graden Celsius en 30 graden Celsius blijft, met een marge van plus of min 5 graden Celsius, afhankelijk van de buitentemperatuur. Dit geldt voor elk moment van het transport, ongeacht of het vervoermiddel stilstaat of in beweging is.

Voor transporten korter dan 8 uur («kort transport») geldt geen norm voor de binnentemperatuur. Wel is in het «Nationaal plan» afgesproken dat de sector bij buitentemperaturen van 35 graden Celsius en hoger geen vervoer zal doen laten plaatsvinden, noch lang noch kort transport.

Ten aanzien van de watervoorziening is in de Europese Transportverordening vastgelegd dat minimaal elke 12 uur dieren gedrenkt moeten worden. Dit geldt voor zowel kort als lang transport.

Toezicht

Extreme temperaturen kunnen een extra belasting voor dieren betekenen. De Europese regelgeving geeft weinig concrete normen over het handelen tijdens dagen met extreme hitte. Daarom is het een goed initiatief dat de sectoren samen met de overheid afspraken maken hoe ieder vanuit eigen rol kan zorgen voor het waarborgen van het welzijn van de dieren tijdens transport. Daarbij is het bedrijfsleven verantwoordelijk voor de naleving van de wetgeving, opdat dieren ook op zeer warme dagen veilig vervoerd worden. De NVWA ziet toe op de naleving hiervan. De gemaakte afspraken gelden voor korte en lange transporten en worden elk halfjaar op basis van de ervaringen bekeken. Vervolgens worden zo nodig verbeteringen doorgevoerd.

Ook in andere lidstaten bestaan afspraken over het transport tijdens extreme temperaturen (bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk). Nederland is door de auditdienst FVO van de Europese Commissie gevraagd om in 2017 met een aantal andere lidstaten nadere maatregelen uit te werken ter invulling van de verplichtingen van de Europese voorschriften op dit vlak.

Tot slot

Ik concludeer dat door het vastleggen van een hitteprotocol en de halfjaarlijkse evaluatie er vooruitgang is geboekt. Ik houd het proces van verdere verfijning van de gemaakte afspraken nauwlettend in de gaten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven