28 286 Dierenwelzijn

Nr. 809 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2015

Hierbij treft u mijn reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken van 5 maart jl. over de georganiseerde misdaad op het terrein van de puppyhandel.

Malafide hondenhandel en misstanden in de hondenfokkerij moeten worden aangepakt. Ik heb dan ook de afgelopen periode verschillende maatregelen genomen om illegale handel tegen te gaan en tegelijkertijd bewustwording te creëren bij de consument bij de aanschaf van dieren. Een volledig beeld van de omvang van de illegale hondenhandel, evenals de verdiensten, is echter zeer lastig te krijgen, handelaren beogen immers buiten beeld te blijven.

Maatregelen

De afgelopen periode zijn meerdere maatregelen getroffen om het toezicht op de hondenhandel te verbeteren. In 2013 is de identificatie- en registratieplicht van honden in werking getreden. Sinds de inwerkingtreding van het Besluit houders van dieren op 1 juli 2014 gelden strengere administratie-eisen voor handelaren (bijv. het bijhouden van de herkomst van dieren). Vanaf 29 december 2014 mogen honden niet meer ongevaccineerd, en dus pas vanaf 15 weken naar Nederland komen, daarnaast zijn vanaf die datum ook de eisen aan (de uitgifte van) paspoorten voor gezelschapsdieren strenger geworden. Producenten van paspoorten mogen lege paspoorten alleen verstrekken aan gemachtigde dierenartsen en het land van herkomst moet worden vermeld in het paspoort.

Deze voorschriften zijn genomen in aanvulling op de reeds bestaande regels zoals de Europese regels voor welzijn tijdens het transport, de veterinaire regels voor invoer en intracommunautair verkeer (o.a. rabiës enting, paspoort en chip en registratie in TRACES («Trade Control and Expert System»), en de welzijnseisen van het Besluit houders van dieren (voorheen neergelegd in het Honden- en kattenbesluit).

Op dit moment wordt in opdracht van de Europese Commissie een onderzoek uitgevoerd naar welzijn van honden en katten die betrokken zijn bij handelspraktijken, op grond waarvan de Europese Commissie zal bepalen of voorstellen voor aanvullende maatregelen op Europees niveau noodzakelijk zijn.

Impulsaankopen

De primaire verantwoordelijkheid voor de aanschaf van een pup ligt bij de koper. De koper heeft een belangrijke rol in het voorkomen van problemen door zich goed te informeren over de aanschaf van een pup. Zoals ik in mijn brieven van oktober 20131en april 20142 heb aangegeven zet ik mij ook op verschillende manieren in om impuls aankopen van gezelschapsdieren tegen te gaan, onder andere via voorlichting. Zo treft u op www.licg.nl uitgebreide informatie over een verantwoorde aanschaf van een pup en zijn er afspraken gemaakt tussen de grootste internetaanbieders over juiste en tijdige informatievoorziening teneinde impulsaankopen tegen te gaan. Ook is met de inwerkingtreding van het Besluit houders van dieren verplicht geworden dat de verkoper bij de verkoop schriftelijke informatie verstrekt over het dier.

Handhaving

Zowel de NVWA als de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) houden toezicht op de naleving van de Europese en nationale voorschriften. Daarnaast kunnen politie en het Openbaar Ministerie strafrechtelijke onderzoeken starten op verdenking van overtredingen van bepalingen van de Wet dieren en het Wetboek van strafrecht. De samenwerking tussen de NVWA en de Landelijke Inspectie Dienst (LID) en de politie heeft afgelopen jaar geleid tot gezamenlijke controleacties en tot aanpak van hondenhandelaren, waarbij een aantal uit het zuiden van het land. Daarbij zijn onder andere processen-verbaal opgemaakt en bestuurlijke maatregelen genomen. Ik blijf inzetten op deze samenwerking.

Ook heeft de NVWA op het terrein van de hondenhandel een pilot uitgevoerd waarbij aanbieders van pups op internet actief werden benaderd. De aanbieders werden gewezen op de regelgeving die van toepassing is, ook werd om aanvullende informatie gevraagd. De NVWA gaat de resultaten analyseren om te bezien of deze, dan wel vergelijkbare vormen van toezicht en handhaving via internet, een vaste plaats moeten krijgen in de NVWA activiteiten.

Voor vermoedens van misstanden in de hondenhandel kan een melding worden gemaakt bij 144 red een dier, de NVWA of meld misdaad anoniem (0800 7000). Indien wordt vermoed dat een dier besmet is met rabiës dan moet dit door dierenarts of houder worden gemeld bij de NVWA. Rabiës is een meldplichtige ziekte ((045) 546 31 88).

Straffen

Het niet naleven van veterinaire voorschriften kan op grond van de Wet op de Economische Delicten worden bestraft met een maximale gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren, taakstraf of geldboete van de vijfde categorie. Ook kunnen bijkomende straffen worden opgelegd zoals het stilleggen van een onderneming. Indien sprake is van een herstelbare overtreding (bijv. vaccineren of quarantaine) dan kan dit herstel via het bestuursrecht worden afgedwongen via dwangsommen of een last onder bestuursdwang.

Valsheid in geschrifte kan op grond van het wetboek van strafrecht worden bestraft met een maximale gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie. Overtreding van de transportregels kan strafrechtelijk worden aangepakt. Ook zijn bestuursrechtelijke herstelsancties en bestuurlijke boetes tot maximaal 20.000 euro mogelijk. Op dit moment wordt gewerkt aan een verhoging van het maximale boetebedrag (zie Kamerstuk 31 389 nr. 147). De maximale strafbedreiging voor dierenmishandeling en dierenverwaarlozing is 3 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie.

Daar waar bij handhaving en toezicht blijkt dat Nederlandse dierenartsen betrokken zijn bij illegale hondenhandel kunnen zij strafrechtelijk, dan wel tuchtrechtelijk worden vervolgd. In dat laatste geval wordt de dierenarts voorgeleid bij het veterinair tuchtcollege (VTC). Dit VTC is bij wet ingesteld om te oordelen over het handelen in strijd met de wettelijke zorgplicht. Dierenartsen kunnen, afhankelijk van de ernst van de zaak, een waarschuwing, berisping, boete, schorsing, of ontzegging uit het beroep krijgen.

Indien medeplegen of medeplichtigheid kan worden aangetoond, kunnen dierenartsen strafrechtelijk worden vervolgd voor overtreding van veterinaire voorschriften rond de invoer of bijvoorbeeld welzijnsvoorschriften. Bij medeplegen geldt de maximale strafbedreiging die voor een feit kan worden opgelegd, bij medeplichtigheid kan maximaal een derde minder worden opgelegd.

Wanneer uit onderzoek blijkt dat buitenlandse dierenartsen betrokken zijn bij illegale hondenhandel, worden de autoriteiten van desbetreffende landen daar door mij van op de hoogte gesteld.

Tot slot zal ik, zoals toegezegd3, dit jaar het bovengenoemde beleid op het terrein van welzijn van honden evalueren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerstuk 28 286, nr. 651

X Noot
2

Kamerstuk 28 286, nr. 729

X Noot
3

Kamerstuk 28 286, nr. 52

Naar boven