28 286 Dierenwelzijn

Nr. 780 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2015

Hierbij bied ik u een tweetal rapporten aan. Eén rapport is afkomstig van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) getiteld: Inventarisatie zoönosen bij het paard in Nederland. Het andere is van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) getiteld: Volksgezondheidsrisico's in de paarden-houderij: prevalentiestudie naar een aantal potentieel relevante zoönosen bij paarden in Nederland. U treft beide rapporten als bijlage aan1.

Kernpunten

In Nederland is op grote schaal intensief contact tussen mensen en paarden. Er was tot op heden bijna geen informatie beschikbaar over mogelijke risico's die dit intensieve contact met zich meebrengt. De vraag kwam mede voort uit een intensivering van het beleid rondom de gezondheidszorg voor paarden, dat enkele jaren geleden is ingezet. Uit eerder onderzoek is wel bekend dat een aantal zoönosen mogelijk kan voorkomen in de paardenpopulatie. Zoönosen zijn infectieuze ziekten die van dier (i.c. het paard) op de mens kunnen overgaan. Met het oog op deze onbekendheid is aan de GD en het CVI gevraagd om onderzoek te verrichten naar risico's van besmettelijke ziekten bij het paard voor de mens. Dat heeft geresulteerd in bijgesloten rapporten.

Uit de risicobeoordeling van de GD en het CVI blijkt dat de meeste ziekteverwekkers een laag risico vormen voor overdracht via paarden. Wel wordt geconcludeerd dat regelmatige consumptie van vers (onvoldoende verhit) paardenvlees een risico vormt, net zoals dit bij vlees afkomstig van andere diersoorten het geval is. Er is een aantal ziekteverwekkers geïdentificeerd waarbij het risico niet goed kon worden ingeschat omdat nog onvoldoende kennis aanwezig is om het risico te bepalen. Een aanbeveling uit de rapporten is dan ook om nader onderzoek uit te voeren om bestaande kennislacunes te vullen. Deze aanbeveling zal in afstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nader worden ingevuld.

Andere aanbevelingen zijn dat personen met een verlaagde immuunstatus enige voorzichtigheid in acht dienen te nemen bij omgang met paarden en wordt aangeraden de handen goed te wassen na contact met paarden en contact met zieke paarden te vermijden. Deze aanbevelingen zijn gedeeld met de Sectorraad Paarden via het reguliere gezondheidsoverleg paard, en zij hebben aangegeven daar bij hun leden extra aandacht voor te vragen.

De rapporten zijn ook gedeeld met het RIVM en daar is het advies gegeven om vooral nader onderzoek te verrichten naar het risico van Cryptosporidium, een ziekteverwekker die diarree kan veroorzaken. In afstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal hier invulling aan worden gegeven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven