28 286 Dierenwelzijn

Nr. 639 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2013

In de procedurevergadering van 25 juni 2013 heeft de vaste commissie van Economische Zaken mij verzocht om een reactie op het bericht «EU maant Nederland over dierenwelzijnswetten» (20/06/13, 14:14 – bron: ANP). In dit bericht is aangegeven dat de Europese Commissie donderdag 20 juni 2013 een met redenen omkleed advies aan Nederland stuurde in verband met implementatie van Europese regels over dierproeven. In deze brief ga ik nader in op deze berichtgeving.

Implementatie richtlijn

De Europese regels waarnaar in het bericht verwezen wordt betreft richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (hierna: de richtlijn). Ingevolge deze richtlijn dient de regelgeving ter implementatie van de richtlijn uiterlijk 10 november 2012 vastgesteld en bekendgemaakt zijn en moeten de lidstaten deze regelgeving toepassen met ingang van 1 januari 2013.

De richtlijn wordt geïmplementeerd door middel van een wijziging van de Wet op dierproeven. Een wetsvoorstel hiervoor is in procedure. Conform mijn toezegging in het AO over dierproeven van 15 mei 2013 zal ik het wetsvoorstel aan de Koning zenden met het oog op indiening bij uw Kamer voor de zomer.

Inbreukprocedure

Bij brief van 30 januari 2013 heeft de Europese Commissie Nederland in gebreke gesteld in verband met het niet tijdig omzetten van de richtlijn in regelgeving. In reactie hierop heb ik de Europese Commissie bericht dat een wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn in procedure is en Nederland alles doet wat in haar vermogen ligt om de richtlijn zo spoedig mogelijk te implementeren.

Zoals in het bericht vermeld is, heeft de Europese Commissie een volgende stap in de inbreukprocedure gezet en bij brief van 20 juni 2013 een met redenen omkleed advies uitgebracht. In deze brief verzoekt de Commissie Nederland de nodige maatregelen te nemen om het met redenen omklede advies binnen twee maanden na de ontvangst ervan op te volgen.

Ik zal een reactie voorbereiden op het met redenen omkleed advies.

Gevolgen niet-tijdige implementatie

Dat de wetswijziging nog niet afgerond is, betekent dat de Wet op de dierproeven in de huidige vorm voorlopig van kracht blijft. Wel zal de huidige Wet op de dierproeven binnen de kaders die de wet stelt zoveel mogelijk richtlijnconform toegepast worden. Omdat de huidige Wet op de dierproeven geen basis kent voor het verlenen van op grond van de richtlijn verplichte projectvergunningen voor dierproeven, is richtlijnconforme toepassing op dit punt niet mogelijk en kunnen dus nog geen projectvergunningen voor dierproeven verleend worden. Wat dit betreft blijft het regime van de huidige wet van toepassing, namelijk dat voor het verrichten van een dierproef een positief advies nodig is van de dierenexperimentencommissie.

De dierenexperimentencommissies zijn eind vorig jaar nader geïnformeerd over de gevolgen van de richtlijnconforme toepassing voor hun werkzaamheden in de dagelijkse praktijk. In een handreiking is beschreven hoe de dierenexperimentencommissies bij de beoordeling van adviesaanvragen de huidige Wet op de dierproeven richtlijnconform kunnen toepassen. In de handreiking is onder meer aangegeven dat de dierenexperimentencommissies rekening dienen te houden met artikel 5 van de richtlijn. Uit deze bepaling vloeit voort dat dierproeven uitsluitend voor een aantal in de richtlijn genoemde doeleinden mogen worden uitgevoerd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven