28 286 Dierenwelzijn

Nr. 623 HERDRUK1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2013

Uw vaste commissie voor Economische Zaken heeft besloten om mij te verzoeken om een kabinetsreactie op de volgende punten:

  • Het dagenlang weigeren van noodhulp aan Bultrug Johanna op de Razende Bol in december jl. geboden door een walvisdeskundige uit Nieuw-Zeeland en de bemanning van het schip «De Orca» welke ervaringsdeskundigen zijn met het redden van gestrande zeezoogdieren waaronder Walvisachtigen;

  • De mogelijke relatie tussen het stranden van meerdere walvisachtigen in korte tijd en de seismische (bodem)onderzoeken in dezelfde periode;

  • Het uitblijven van de beloofde sectie door de Faculteit voor Diergeneeskunde op Bultrug Johanna.

Tevens heeft u mij verzocht om een kabinetsreactie op het «Strandingsprotocol Cetacea aan de Nederlandse kust».

In deze brief beantwoord ik ook de toezeggingen die de Minister van Economische Zaken heeft gedaan aan het lid Thieme (PvdD) tijdens het mondelinge vragenuur van 18 december 2012 (Handelingen II 2012/13, nr. 36, Mondelinge vragen van het lid Graus over de onnodige, dagenlange martelgang van Bultrug Johannes, het reeds voor zijn dood «verhandelen» van het karkas aan Naturalis en het weigeren van geboden noodhulp door een eerstehulpteam voor zeezoogdieren door de overheid) over de stranding van de bultrug op de Razende Bol.

Hierbij reageer ik op de verzoeken, waarin ik de feiten beschrijf zoals die mij bekend zijn.

Op donderdag 13 december 2012 zijn verzoeken binnengekomen bij mijn departement om iets te doen aan de onhoudbare situatie waarin een vrouwelijke bultrug verkeerde, die de dag daarvoor was gestrand op de zandplaat de Razende Bol bij Texel. Nadat diverse pogingen van reddingsorganisaties als de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij, IMARES en Ecomare om het dier naar dieper water te krijgen waren mislukt, werd geconcludeerd dat het dier opgegeven moest worden. Daarop is toestemming verleend om te proberen het dier te sederen en vervolgens te euthanaseren met de daarvoor geëigende middelen, zoals ook aangegeven in het mondelinge vragenuur van 18 december 2012 door de Minister van Economische Zaken.

Gezien de grote publieke belangstelling voor de stervende bultrug heeft de burgemeester van Texel vanuit het belang van rust voor het dier besloten de toegang tot de Razende Bol te verbieden. In reactie op de vraag van het lid Thieme tijdens het mondelinge vragenuur van 18 december 2012 kan ik melden dat er wel toestemming is gegeven om door een dierenarts een biopsie te laten nemen van de bultrug om een indruk te krijgen van de fysieke toestand van het dier. Dit verklaart de gaten in de rug van het dier.

Het ministerie was niet op de hoogte van het aanbod van mevrouw V. en de bemanning van het schip «De Orca». Het is echter twijfelachtig of een dergelijke reddingspoging zin zou hebben gehad op donderdag en zeker niet meer daarna. In enkele protocollen voor walvisstrandingen uit het buitenland (Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten) wordt gesteld dat, indien het niet lukt om een dergelijke grote walvisachtige binnen 12 uren terug naar zee te krijgen, de dood het onvermijdelijke gevolg is van de stranding.

Mogelijke relatie tussen het stranden van meerdere walvisachtigen in korte tijd en de seismische (bodem)onderzoeken in dezelfde periode:

Enkele dagen na het stranden van de bultrug spoelde er een dode potvis aan op vrijwel dezelfde locatie. Er zijn mij geen veranderingen bekend in de lopende seismische onderzoeken tijdens die periode, die aanleiding gegeven zouden kunnen hebben tot deze strandingen. Ik ga er vooralsnog vanuit dat het hier een toevallige samenloop van omstandigheden betreft.

De sectie:

De sectie van de bultrug die was toegezegd aan de faculteit voor Diergeneeskunde Utrecht heeft pas enkele dagen nadat de bultrug was overleden plaats kunnen vinden. Dit vanwege het verplaatsen en vervoeren van het dier van de zandplaat, via Texel, naar Utrecht. Sectie kon niet op de Razende Bol plaatsvinden, omdat deze plek niet bereikbaar is met zwaar materieel. Het dier moest daarom eerst naar Texel worden vervoerd, is daar ontleed en vervolgens naar Utrecht vervoerd. Het dier verkeerde toen al in een zodanige staat van ontbinding dat weinig meer viel te zeggen over de oorzaak van het stranden van deze bultrug.

Opstellen van een protocol:

Uit de gebeurtenissen tijdens en na de strandingen is mij gebleken dat er behoefte is aan een duidelijke coördinatie in dergelijke gevallen.

De Minister van Economische Zaken heeft daarom aan de Tweede Kamer toegezegd, een protocol op te laten stellen voor gestrande zeezoogdieren en daar wordt nu onder mijn leiding aan gewerkt. Hierbij zal ik mij niet beperken tot de levende grote baleinwalvissen, maar ook reeds vigerende werkwijzen en protocollen voor levende en dode zeezoogdieren in dat protocol integreren.

Bij het opstellen van dat protocol zal ik alle stakeholders betrekken, zoals de kustgemeenten, Rijkswaterstaat, hulpverleners en onderzoekers. Dat geldt dus ook – in antwoord op de vraag van het lid Thieme tijdens het mondelinge vragenuur van 18 december- voor Zeehondencrèche Lenie ’t Hart, Rederij Noordgat en de organisatie Sea Shepherd.

Het «Strandingsprotocol Cetacea aan de Nederlandse Kust», waaraan in uw verzoek wordt gerefereerd, zal bij de opstelling van mijn protocol worden meegenomen tezamen met bestaande Nederlandse en buitenlandse protocollen. Ik ben voornemens om vóór het zomerreces te komen met het omvattende protocol voor zeezoogdierstrandingen, zoals ook toegezegd in mijn brief van 6 maart 2013 (Kamerstuk 28 286, nr. 622).

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ivm tekstuele correcties.

Naar boven