28 286 Dierenwelzijn

Nr. 615 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2013

Op 24 januari 2013 heb ik tijdens de behandeling van de begroting 2013 van het ministerie van Economische Zaken (Handelingen II, 2012/2013, nr. 44, behandeling Begroting Economische Zaken) toegezegd uw Kamer schriftelijk te informeren over het vergroten van de pakkans in relatie tot het versterken van het handhavingsinstrumentarium en de mogelijke rol van de Landelijke Inspectie Dienst (LID) hierin, alsmede over het aantal inspecties dat wordt uitgevoerd op diertransporten. Onderstaand treft u deze informatie aan.

Handhaving door de NVWA

De NVWA handhaaft de naleving van de wet- en regelgeving ten aanzien van het transport van landbouwhuisdieren, waaronder het dierenwelzijn. Dit gebeurt op twee manieren: op een vaste locatie of mobiel.

De vaste locatie kan zijn een exportverzamelplaats of een boerderij, van waaruit een transport naar het buitenland vertrekt (exportcertificering); het kan ook zijn een Nederlands slachthuis waar bij aankomst de dieren worden gecontroleerd (de keuring levende dieren, AM-keuring). Dit zijn verplichte controles op basis van aanvragen van de ondernemer. Mobiele controles vinden plaats langs de weg, en bij het opladen of bij het afladen van de dieren. Dit zijn onaangekondigde controles.

Met andere woorden, de NVWA ziet alle landbouwhuisdieren die worden geëxporteerd of die voor de slacht worden aangeboden in Nederland.

Het binnenlandse transport van bijvoorbeeld boer naar boer ziet de NVWA niet, omdat daarvoor geen controleverplichting bestaat. Wel zijn er wegcontroles door de NVWA op deze transporten.

Voor het toezicht op het transport is in totaal zo’n 110 fte beschikbaar (waarvan 25 fte voor de mobiele controles). Dierenwelzijn is bij al deze keuringen en inspecties een zeer belangrijk onderdeel.

In 2011 heeft de NVWA 70 782 exportcertificaten afgegeven voor het vervoer van landbouwhuisdieren naar het buitenland. Voor de mobiele vervoerscontroles zijn in 2011 circa 30 000 uren besteed aan controles. De cijfers over 2012 zijn nog niet bekend, maar liggen op een vergelijkbaar niveau.

Aanpak overtreders

Het uitgangspunt van het handhavingsbeleid van de NVWA is dat de sector in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor de naleving. Overtreders worden aangepakt.

Het aantal opgelegde maatregelen dat de NVWA neemt laat een groei zien. Dit is onder meer het gevolg van:

  • een intensivering van het toezicht met 10% die vanaf 2011 heeft plaatsgevonden,

  • een meer risicogebaseerde handhaving door de NVWA, daar waar dat mogelijk is,

  • en de invoering in het najaar van 2010 van het instrument bestuurlijke boetes.

Bestuurlijke boetes

Bestuurlijke boetes zijn een belangrijk handhavinginstrument. Uit een evaluatie -onderzoek dat ik heb laten verrichten blijkt dat het instrument werkt. Er worden meer en sneller boetes opgelegd. Ik stuur u het onderzoek als bijlage toe1, conform uw eerdere verzoek2

Ik heb het vertrouwen dat de verdere toepassing van dit nog nieuwe instrument zal leiden tot een betere naleving. Bovendien is de NVWA per 1 januari 2013 gestart met het toepassen van de recidiveregeling bij bestuurlijke boetes. Bij herhaalde overtredingen vindt een verhoging van de boete plaats en kan er eventueel sprake zijn van het stilleggen van het bedrijf. Hier zal ook een impuls tot naleving vanuit gaan.

Samenwerking NVWA en LID

De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) is een particuliere organisatie die het welzijn van dieren in de dagelijkse praktijk zo veel mogelijk probeert te verbeteren en te waarborgen. Daarbij maakt de LID onder meer gebruik van door de overheid toegekende opsporings- en toezichthoudende bevoegdheden. De LID voert het grootste deel van haar taken uit naar aanleiding van meldingen van de politie.

De LID beschikt over 15 landelijke inspecteurs. De NVWA en de LID hebben ten aanzien van de handhaving veelvuldig contact, met name ten aanzien van gezelschapsdieren, maar ook ten aanzien van landbouwhuisdieren. De samenwerking bestaat uit het elkaar informeren, het elkaar doorgeven van knelsituaties en het zo nodig gezamenlijk optreden. De afspraken zijn in 2011 nogmaals bevestigd in een convenant, dat mijn collega van Veiligheid en Justitie u op 24 oktober 2011 heeft toegezonden («Convenant samenwerking dierenhandhaving politie, NVWA, OM en LID»).

Conclusie

Het verhogen van de pakkans van overtreders vind ik van groot belang om de naleving te bevorderen. Mijn inzet daarbij voor de komende periode is erop gericht om stevig in te blijven zetten op de nauwe samenwerking tussen de NVWA, politie, LID en andere relevante actoren. Daarnaast heb ik groot vertrouwen in de effecten van de inzet van het instrument bestuurlijke boete. Ik zal mij de komende tijd onverminderd blijven inzetten voor een goede naleving van de wetgeving ten aanzien van dierenwelzijn.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 20011–2012, 26 991, nr. 331

Naar boven