28 286 Dierenwelzijn

Nr. 523 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE, EN VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2011

Met deze brief informeren wij u over onze voorgenomen besluiten over het maatregelenpakket Q-koorts. Deze besluiten hebben wij genomen, gehoord hebbende het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Zoönosen (BAO-Z) dat plaatsvond op 3 augustus 2011 naar aanleiding van het advies van het deskundigenberaad. Het betreffende deskundigenadvies hebben wij op 14 juli jl. aan uw Kamer gestuurd. In die Kamerbrief hadden we u gemeld dat een eventuele aanpassing van de maatregelen pas zou worden overwogen wanneer de verplichte vaccinatie op de melkgeiten- en melkschapenbedrijven afgerond was. Inmiddels heeft de nVWA publiek bevestigd dat alle bedrijven zijn gevaccineerd.

Aanpassingen maatregelenpakket

In het BAO-Z heeft de heer Coutinho toegelicht dat de Q-koorts epidemie bij de mens in zeker zin voorbij is. In 2011 zijn tot op heden wel meer ziektegevallen gemeld dan in 2007, maar er is nu ook veel meer aandacht voor de ziekte. Er is geen clustering van patiënten die te herleiden is naar bepaalde bedrijven of regio’s. De deskundigen schatten in dat we terug zijn op het niveau van voor de epidemie.

Dit vraagt ons inziens om een heroriëntatie op de huidige maatregelen waarbij we zorgvuldig de balans moeten bewaren tussen het bewaken van het volksgezondheidsbelang (voorzorg) enerzijds en het omzetten van het «crisismaatregelenpakket» naar «regulier» (risicogebaseerd) beleid. Dit brengt ons tot de hieronder beschreven voorstellen voor aanpassing van de huidige maatregelen, waarbij we in beginsel de lijn uit het deskundigenadvies volgen.

Het uitbreidingsverbod

Het BAO-Z was niet eenduidig in haar advies over het uitbreidingsverbod.

De deskundigen stellen dat, onder de randvoorwaarde dat het huidige vaccinatiebeleid wordt voortgezet, het landelijke uitbreidingsverbod in de actuele epidemiologische situatie niet verder bijdraagt aan het verminderen van het risico op overdracht van Q-koorts naar mensen.

De patiëntenvereniging en enkele bestuurlijke partners, waaronder de GGD-NL en de VNG, wensen het verbod uit voorzorg in stand te houden. De VNG en GGD-NL willen het uitbreidingsverbod in stand houdenzolang er geen criteria zijn vastgesteld voor de afstand tussen veehouderij en woningen. Op basis van de huidige kennis, inclusief de conclusies uit het IRAS, NIVEL en RIVM-rapport waarover wij tijdens het debat op 23 juni jl. met uw Kamer van gedachten gewisseld hebben, is er echter geen wetenschappelijke onderbouwing voor dergelijke criteria. In onze adviesvraag aan de Gezondheidsraad (GR) vragen we hen wel om na te gaan in hoeverre er mogelijkheden zijn om te komen tot dergelijke criteria.

Alhoewel wij de overwegingen van onze bestuurlijke partners zeker begrijpen, zien we op basis van het deskundigenadvies onvoldoende aanleiding om het uitbreidingsverbod in stand te houden en hebben daarom besloten om het landelijke uitbreidingsverbod op te heffen.

De afzonderingsplicht

Voor bedrijven met een publieksfunctie (die niet meelopen in de tankmelkmonitoring), geldt momenteel dat drachtige dieren in een periode van vier weken voor- tot twee weken na het lammeren moeten worden afgezonderd van het publiek. De deskundigen zien hierin nu, bij correcte toepassing van de vaccinatie- en hygiëneregels, geen toegevoegde waarde meer. Wel zien de deskundigen een meerwaarde in het niet toelaten van publiek bij het daadwerkelijke moment van lammeren. In lijn met dit advies hebben we daarom besloten de huidige afzonderingsplicht te beperken tot het moment van lammeren. Daarnaast zal in de communicatie en bij de handhaving extra aandacht worden besteed aan de noodzaak van een goede hygiëne op bedrijven met een publieksfunctie.

De vlekkenkaart

De deskundigen stellen dat de zogenaamde «vlekkenkaart» op het internet (vermelding van de locatie van besmette bedrijven, met daaromheen een 5 km gebied waar het risico op Q-koorts verhoogd was) geen toegevoegde waarde meer heeft. Wij hebben, mede op verzoek van patiëntenvereniging Q-uestion en de lokale bestuurders in het BAO-Z, besloten de vlekkenkaart te vervangen door een plekkenkaart met daarop alleen de vermelding van de bedrijfslocaties. De (lokale) bestuurders worden standaard geïnformeerd over de locatie van besmette bedrijven. Tevens wordt bij besmette bedrijven een bord geplaatst met de aanduiding dat het bedrijf besmet is.

Hygiënemaatregelen

In lijn met het advies van deskundigen en BAO-Z willen wij de termijn voor opslag van mest op zowel besmette als niet-besmette bedrijven verkorten tot 30 dagen en het uitmestverbod gedurende de lammerperiode opheffen. Verder willen wij in het verlengde hiervan de afvoer van mest van vrije bedrijven naar een industriële composteerder, ter vervanging van compostering op het eigen bedrijf, generiek toestaan zonder opslagperiode.

Vaccinatie van humane risicogroepen

De deskundigen en het BAO-Z zien geen noodzaak ook volgend jaar humaan Q-koorts vaccin actief aan te bieden aan risicogroepen. De patiëntenvereniging Q-uestion is van mening dat de mogelijkheid tot vaccinatie voor risicogroepen, gezien de grote gevolgen bij een eventuele besmetting, behouden moet blijven. Het GR advies over vaccinatie van risicogroepen is gebaseerd op de epidemiologische situatie van 2008 en 2009 en heeft in de huidige situatie dus zijn geldigheid verloren. Omdat het hier gaat om een niet in Nederland geregistreerd vaccin valt de balans tussen voor- en nadelen van vaccinatie nu anders uit dan vorig jaar. Wij zullen het aanbod dus niet herhalen.

De deskundigen adviseren preventieve maatregelen voor specifieke beroepsgroepen nader te bezien. VWS en SZW denken momenteel na over een adviesvraag aan de Gezondheidsraad over vaccinatie van werknemers.

Handhaven vaccinatieplicht voor dieren met een levenslang fokverbod

Zowel de deskundigen als het BAO-Z adviseren de vaccinatieverplichting voor dieren met een levenslang fokverbod in stand te houden. Wij nemen dit advies over.

Bovengenoemde maatregelen zullen zo spoedig mogelijk worden ingevoerd.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

Naar boven