Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2011
Met deze brief stuur ik u het deskundigenadvies over Q-koorts dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
en ik op 24 juni jl. hebben ontvangen.1 Daarnaast stuur ik u ook het eindrapport van het onderzoek naar de overleving van C. burnetii in geitenmest.1
De deskundigen hebben op grond van het verloop van de epidemie en recente onderzoeksresultaten advies uitgebracht over het
maatregelenpakket. De deskundigen adviseren dat het uitbreidingsverbod als maatregel nu geen toegevoegde waarde heeft en dat
de mest- en hygiënemaatregelen kunnen worden aangepast. Dit onder voorwaarde dat professioneel gehouden melkgeiten en melkschapen
en schapen en geiten op bedrijven met een publieksfunctie de komende jaren steeds tijdig (voor het dekken) en volledig gevaccineerd
worden. Over de afzonderingsplicht geven de deskundigen aan dat deze naast de vaccinatieplicht (waarbij de deskundigen uitgaan
van vaccinatie voor het dekken) niet substantieel bijdraagt aan risicoreductie van overdracht naar de mens.
Over de voortgang van de vaccinatiecampagne maak ik mij echter ernstige zorgen. Minder dan een maand voor de einddatum van
de vaccinatiecampagne voor professionele houders van melkgeiten en melkschapen (1 augustus) heeft slechts 32% van deze houders
hun dieren gevaccineerd. Bedrijven met een publieksfunctie moeten hun schapen en geiten uiterlijk 31 december 2011 gevaccineerd
hebben. Op dit moment (d.d. 6 juli 2011) heeft slechts 14% van de bedrijven met een publieksfunctie hun schapen en geiten
gevaccineerd. Het dekseizoen voor schapen en geiten begint al in augustus. Veehouders moeten de vaccinatie registreren in
het I&R-systeem. Mogelijk dat een deel van de achterstand een administratieve achterstand betreft, maar naar verwachting verklaart
dit slechts een klein deel van de achterstand.
De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) heeft alle melkgeiten- en melkschapenhouders en houders van schapen en geiten
op bedrijven met een publieksfunctie begin juni een brief geschreven om hen te herinneren aan de vaccinatieplicht. Niet volledig
vaccineren heeft tot gevolg dat deze houders geen dieren mogen laten dekken en aanvoeren op hun bedrijf. De nVWA zal hier
op controleren en zo nodig handhavend optreden.
Wanneer de dieren niet tijdig volledig gevaccineerd zijn, zal de nVWA de houder een last onder bestuursdwang opleggen. Dit
betekent dat de nVWA de vaccinatie zal uitvoeren en de kosten die hiermee gepaard gaan, voor rekening van de houder van de
dieren zijn. Op een bedrijf van 1000 dieren bedragen de kosten van vaccinatie door de nVWA ruim € 7000. In deze situatie zal
de incasso van deze kosten door het Centraal Justitieel Incassobureau ter hand worden genomen. Ik vertrouw er echter op dat
het zo ver niet zal komen.
De minister van VWS en ik zullen het advies van de bestuurlijke partners, die de minister van VWS en mij adviseren naar aanleiding
van de door de deskundigen voorgestelde versoepelingen, pas in overweging nemen wanneer wij ons ervan vergewist hebben dat
de vaccinatiecampagne weer op schema is.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker