28 286 Dierenwelzijn

Nr. 510 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2011

In het Algemeen Overleg Dierhouderij van 2 februari 2011 (Kamerstuk 28 286, nr. 492) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de handhaving van de wet- en regelgeving ten aanzien van circusdieren. Graag bied ik u bijgaand de gevraagde informatie aan.

Inleiding

Het houden van circusdieren is gebonden aan wet- en regelgeving. De eigenaar dient ervoor te zorgen dat hij voldoet aan onder meer de wettelijke eisen van dierenwelzijn, transport en CITES-documenten. De overheid ziet toe op de naleving van deze wet- en regelgeving.

Hieronder wordt ingegaan op deze wet- en regelgeving en op het toezicht van de nVWA daarop.

CITES-regelgeving en Flora- en faunawet

Op basis van de CITES-regelgeving is het verboden om bepaalde diersoorten, zoals tijgers en olifanten, uit het wild te verwerven. De CITES-regelgeving is geïmplementeerd in de Flora- en faunawet.

De Flora- en faunawet bevat voorts een verbod op het handelen in, vervoeren van of onder zich hebben van beschermde inheemse en uitheemse diersoorten. Als beschermde uitheemse diersoorten zijn niet alleen aangewezen de soorten die op de lijst van de CITES-regelgeving staan, maar ook andere soorten die zijn aangewezen krachtens de Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EG). Van het verbod kan ontheffing worden verleend. Vanaf 1 januari 2010 tot op heden zijn 9 ontheffingen van de Flora- en faunawet verleend voor circusdieren en geen ontheffingen geweigerd. Alle dieren waren rechtmatig verkregen.

Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD)

Naast regelgeving voor de bescherming van inheemse en uitheemse diersoorten is voor circusdieren de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) van toepassing. Het verbod op dierenmishandeling en dierverwaarlozing is opgenomen in de artikelen 36 en 37. Op basis van deze bepalingen mogen dieren niet onnodig lijden en mag hen niet de nodige verzorging worden onthouden.

In 2010 heeft de nVWA 9 controles naar aanleiding van klachten uitgevoerd. Daarbij zijn geen overtredingen vastgesteld. Gecontroleerd zijn de aspecten van dierenwelzijn, CITES, registraties en hygiëne.

Transport

Het vervoer van circusdieren moet voldoen aan de bepalingen van de Transportverordening (EG nr. 1/2005). Dit betekent onder meer dat de dieren geschikt moeten zijn om vervoerd te worden, dat de vervoermiddelen geen letsel en lijden opleveren, dat de dieren over voldoende vloeroppervlak en stahoogte beschikken en dat ze op gezette tijden water, voeder en rust krijgen.

Circussen met dieren moeten zich, voorafgaand aan het vertrek vanuit Nederland naar een andere EU-lidstaat, melden bij de nVWA. De nVWA controleert dan het dierregister, het locatieregister, de paspoorten en de klinische situatie van de dieren. In 2010 heeft de nVWA 15 van dergelijke meldingen ontvangen. Circussen met dieren die naar Nederland komen worden steekproefsgewijs gecontroleerd. In 2010 ging het om 12 controles.

Circussen met dieren dienen geregistreerd te zijn in de EU. In Nederland is momenteel 1 registratie aanwezig.

Veterinaire regelgeving (EU-verordening 1739/2005)

De veterinaire regelgeving wordt door de nVWA gecontroleerd aan de hand van ontvangen meldingen van transporten van circussen vanuit andere EU-lidstaten naar Nederland. Verder vindt onderzoek plaats naar aanleiding van meldingen en klachten.

Veiligheid

De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het publiek, alsmede de veiligheid van dieren ten opzichte van elkaar, ligt bij de gemeenten. Gemeenten kunnen namelijk in hun Algemene Plaatselijke Verordening regels stellen ten aanzien van de veiligheid en openbare orde.

Controle-inzet nVWA

Samenvattend geldt het volgende:

De nVWA controleert circussen op basis van meldingen. Het gaat daarbij zowel om de eerder genoemde verplichte meldingen door circussen met dieren van de verplaatsing naar of vanuit een andere lidstaat, alsmede om meldingen en klachten over circussen.

In 2010 zijn 15 controles uitgevoerd bij uit Nederland vertrekkende circusondernemingen, 12 controles bij in Nederland binnenkomende circusondernemingen en 9 controles naar aanleiding van klachten. Bij de controles geen overtredingen vastgesteld.

Ik zie in deze controleresultaten geen aanleiding de controlestrategie van de nVWA die nu wordt uitgevoerd op basis van meldingen en klachten te wijzigen.

Tot slot wil ik u van het volgende op de hoogte stellen. Bij de inventarisatie van geldende regelgeving bij de Wet dieren is gestuit op het Besluit op de uitheemse dieren. Dit besluit is gebaseerd op de Wet op de dierenbescherming. Met het besluit en de wet is voorzien in een vergunningplicht voor het vertonen van uitheemse dieren in onder andere circussen.

Bij de inwerkingtreding van de GWWD hadden de wet en het besluit ingetrokken moeten worden. Omdat het Dierentuinenbesluit eveneens op artikel 3 van de Wet op de dierenbescherming berust, is dit artikel tot intrekking van die wet echter nooit in werking getreden.

Ik zal geen uitvoering meer geven aan het Besluit op de uitheemse dieren. Handhaving zou leiden tot aperte onbillijkheden: omdat het besluit abusievelijk is blijven bestaan is het besluit al lang niet meer onder de aandacht geweest. Circussen mogen hiermee het gerechtvaardigd vertrouwen hebben dat zij geen vergunning nodig hebben om circusdieren te mogen houden.

Met de Wet dieren zal de Wet op de dierenbescherming en daarmee ook het Besluit op de uitheemse dieren worden ingetrokken. Beoogd is dat de Wet dieren op 1 januari 2013 in werking treedt en dat op die datum ook de Wet op de dierenbescherming wordt ingetrokken.

Om tot de inwerkingtreding van de Wet dieren volstrekte helderheid te verschaffen, bereid ik nu een wijziging van het Besluit op de uitheemse dieren voor om inrichtingen een vrijstelling te geven van de vergunningplicht.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven