28 286 Dierenwelzijn

Nr. 502 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2011

Hierbij informeer ik u over de resultaten van het in november 2010 afgeronde Livestock Research (LR) onderzoek naar de minimale stahoogte van runderen tijdens transport1 en mijn reactie daarop zoals in de brief van 28 september 2009 (Kamerstukken II, 2009/2010, 28 286, nr. 317) is toegezegd. Met deze brief voldoe ik tevens aan het verzoek van uw vaste commissie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 29 maart 2011 om nader over dit onderwerp geïnformeerd te worden.

Huidige regelgeving

De Transportverordening 1/20052 vereist voldoende ruimte boven de dieren opdat zij niet worden gehinderd in hun natuurlijke bewegingen. De Wegenverkeerswet 1994 vereist dat een vervoermiddel niet hoger mag zijn dan vier meter. Alleen voor niet-deelbare lading is het onder voorwaarden mogelijk een ontheffing te krijgen waardoor de wagen hoger mag zijn dan vier meter. Veevervoer is deelbaar en komt daardoor niet in aanmerking voor een ontheffing. De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) ziet erop toe dat aan deze voorwaarden wordt voldaan.

Aanleiding voor onderzoek

Wetenschappelijk onderbouwde normen voor de minimaal benodigde vrije ruimte ontbraken. De nVWA hanteert in het kader van toezicht hiervoor 10 cm vrije ruimte boven de schoft. In de praktijk blijkt dat bij dubbeldeks vervoer van met name volwassen runderen ernstige welzijnsproblemen voorkomen (open ruggen, uitgebreide onderhuidse bloedingen).

Naar aanleiding hiervan zijn in juli 2009 de EFSA-normen uit 2002 voor de minimaal benodigde vrije ruimte boven een rund in de beleidsregels dierenwelzijn opgenomen. Vanwege kritiek op de wetenschappelijke onderbouwing hiervan is toen besloten deze normen niet toe te passen en wetenschappelijk onderzoek uit te voeren naar de minimaal benodigde vrije ruimte boven de schoft. Mijn voorganger heeft uw Kamer op 28 september 2009 hierover geïnformeerd (Kamerstukken II, 2009/2010, 28 286, nr. 317)

Resultaten onderzoek

Het stahoogteonderzoek is in november 2010 afgerond. Het onderzoek toont aan dat 10, 15 en 20 cm vrije ruimte boven de schoft niet en 40 cm wel (ruim) voldoende is voor dieren om niet gehinderd te worden in hun natuurlijke bewegingen, één van de voorwaarden uit de Transportverordening. De resultaten rechtvaardigen de conclusie dat er zich minimaal 25 cm vrije ruimte boven de schoft van het hoogste dier dient te bevinden.

Aanpassing Beleidsregels dierenwelzijn

Gelet op de onderzoeksresultaten en rekening houdend met de tijd die voor de sector nodig is om hierop te anticiperen, heb ik het volgende besluit genomen:

  • De vrije ruimte tijdens transport dient minimaal 25 cm. boven de schoft van het hoogste dier te bedragen. Omdat zich bij slachtrunderen (ouder dan 1 jaar, gemiddeld 1,50–1,60 meter hoog) de grootste welzijnsproblemen voordoen, zal de regel voor deze categorie dieren per 1 mei aanstaande ingaan. Dit is, praktisch gezien, geen verandering ten opzichte van de huidige situatie. Met de huidige «norm» van 10 cm. boven schofthoogte, gecombineerd met een maximale wagenhoogte van 4 meter, is het ook nu niet mogelijk om op reguliere wagens dubbeldeks slachtrunderen te vervoeren. Bij constateringen door de toezichthouder wordt hierop ook gehandhaafd.

  • Voor de gemiddeld genomen kleinere dieren (kalveren en fokvaarzen) kan meerdeks laden in beginsel wel mogelijk zijn. Hiervoor ben ik met de sector overeengekomen dat zij voor de zomer een plan van aanpak opstelt dat tegemoet komt aan de resultaten van het onderzoek. Daarbinnen verwacht ik tevens een voorstel voor een reële overgangstermijn, mede gelet op de afschrijvingstermijnen voor een gedeelte van de transportwagens als er omgeschakeld zou moeten worden naar een ander type wagen voor deze categorie dieren. Daarbij kunnen, voor zover relevant voor het welzijn tijdens transport, ook andere aspecten worden betrokken, bijvoorbeeld de bezettingsgraad bij het vervoer van fokvaarzen.

Per 1 mei 2011 zullen de Beleidsregels dierenwelzijn 2009 dienovereenkomstig worden gewijzigd. In verband met vereenvoudiging van het toezicht zal tevens worden opgenomen dat de maximale toegestane hoogte van een bedrijfswagen 4 meter is, conform de Wegenverkeerswet 1994.

Het ligt voor de hand dat het verder aanscherpen van transportcondities ten algemene ook een plek gaat krijgen in dit plan van aanpak en dat dit plan opgenomen gaat worden in het ketenbreed QLL kwaliteitssysteem van de sector. Om zorg te dragen dat ook de ondernemers die niet aan het systeem deelnemen, zich aan het plan van aanpak gaan confirmeren, zal ik in overleg met de sector bezien of en op welke wijze de Beleidsregels dierenwelzijn na de zomer verder aangepast moeten gaan worden.

Internationale context

Lidstaten besluiten zelf, op grond van de Transportverordening, hoe de eis tot voldoende stahoogte concreet wordt ingevuld. Denemarken, Oostenrijk en Italië hanteren een vrije ruimte van 20 cm boven de kruin. Duitsland beveelt 20 cm boven de kruin aan. In Denemarken, Oostenrijk, Duitsland en Italië geldt ook een maximale hoogte van 4 meter. Italië staat met een ontheffing echter wel toe dat veewagens een hoogte mogen hebben van 4.40 meter. De stahoogte levert daarom in Italië geen belemmeringen op. Frankrijk, de UK, België en Spanje hanteren geen concrete norm, maar omdat vervoermiddelen in Frankrijk tot 4.50 meter en in de UK tot 5 meter hoog mogen zijn, levert dit in deze landen geen belemmeringen op. De vervoermiddelen in België en Spanje mogen ook niet hoger zijn dan 4 meter hetgeen inhoudt dat ook in België en Spanje het dubbeldeks vervoer van slachtrunderen met een gemiddelde hoogte van 1,50–1,60 meter niet toegestaan is.

Europese inzet

Ik zal de Europese Commissie, de Food and Veterinary Office en de lidstaten, op de hoogte stellen van de onderzoeksresultaten en de op basis daarvan genomen besluiten. Dit, mede in verband met buitenlandse transporteurs die in Nederland opereren. De resultaten van het uitgevoerde onderzoek zijn reeds in het EFSA-rapport van januari 2011 opgenomen. Dit EFSA-rapport dient als input voor de EC bij een eventuele herziening van de Transportverordening. Tevens zal ik de resultaten benutten in het kader van het actieplan Dierenwelzijn van de Europese Commissie.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

X Noot
2

Verordening (EG) Nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97.

Naar boven