28 286 Dierenwelzijn

Nr. 461 MOTIE VAN DE LEDEN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK EN VAN VELDHOVEN

Voorgesteld 12 januari 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de commissie-Van Dijk concludeert dat er op verschillende momenten doortastender had kunnen en moeten worden opgetreden bij de bestrijding van de Q-koorts epidemie;

van mening, dat het belang van de volksgezondheid bij de verspreiding van besmettelijke dierziekten zoals Q-koorts, leidend moet zijn bij de besluitvorming over maatregelen;

spreekt uit dat bij de bestrijding van toekomstige grootschalige uitbraken van besmettelijke dierziekten zoals de Q-koorts, de minister van VWS de leiding en eindverantwoordelijkheid moet krijgen bij een effectieve regie en het nemen van voldoende daadkrachtige maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Van Veldhoven

Naar boven