28 286 Dierenwelzijn

Nr. 448 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2010

Tijdens de regeling van werkzaamheden op 18 november jl. is door uw Kamer gevraagd om een reactie op het bericht dat het aantal patiënten met chronische Q-koorts stijgt.

Uit de wetenschappelijke literatuur is bekend dat 1 tot 5 procent van de mensen met acute Q-koorts een chronische infectie krijgt. Ook mensen die ongemerkt een Q-koortsinfectie hebben gehad kunnen chronische Q-koorts krijgen. Vanaf 2007 is er bij ongeveer 4000 mensen acute Q-koorts vastgesteld. De verwachting is dat minstens een evengroot aantal mensen de Q-koortsinfectie heeft doorgemaakt zonder klachten. Op basis hiervan is de verwachting dat er tussen de 80 en 400 gevallen van chronische Q-koorts zullen voorkomen. De komende jaren zal naar verwachting ook een stijging te zien zijn in het aantal mensen dat overlijdt met een chronische Q-koorts infectie. Meer mensen met chronische Q-koorts betekent dat meer mensen met de soms ernstige gevolgen van de chronische infectie te maken zullen krijgen.

Om meer kennis op te doen over de benodigde zorg voor deze chronische patiënten, heeft het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch subsidie ontvangen voor een onderzoek dat zich richt op het screenen van patiënten met een verhoogd risico op chronische Q-koorts in de regio Noord-Oost Brabant. De patiënten bij wie chronische Q-koorts wordt vastgesteld zullen worden behandeld. Op basis van de ervaringen die hierbij worden opgedaan, zal een behandelrichtlijn worden opgesteld. De subsidie is verstrekt uit het ZonMw-programma Q-koorts dat door de ministeries van VWS en EL&I wordt gefinancierd.

Tijdens het Algemeen Overleg van 3 november 2010 (kamerstuk 28 286, nr. 442) heb ik u geïnformeerd over het plan van aanpak om mensen met specifieke hart- en vaatziekten een vaccin tegen Q-koorts aan te bieden. Na overleg met alle betrokken beroepsgroepen heb ik besloten dat alle huisartsen in Nederland en de cardiologen en vaatchirurgen werkzaam in de regio waar Q-koorts veel voorkomt (kerngebied) door het RIVM per brief worden geïnformeerd over de beschikbaarheid van het vaccin. Daarnaast zullen mensen via de regionale media in het kerngebied worden geïnformeerd over het vaccin. Zo kunnen patiënten die in aanmerking komen voor het vaccin met hun arts afwegen of zij zich willen laten vaccineren tegen Q-koorts. De arts zal patiënten vervolgens doorverwijzen om gevaccineerd te worden. Begin januari 2011 zal het vaccinatietraject starten.

Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

Naar boven