28 286 Dierenwelzijn

Nr. 408 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2010

In uw brief van 12 mei jl. (2010Z08133/201022191) vraagt u hoe voorlopig de resultaten van het onderzoek van het CVI (Centraal Veterinair Instituut) en de GD (Gezondheidsdienst voor dieren) naar effect van vaccinatie op de uitslag van de tankmelkmonitoring zijn.

U vraagt daarbij specifiek wat er na dag 8 gebeurt en tenslotte vraagt u of deze voorlopige conclusie voldoende vertrouwenwekkend voor geitenhouders is om tot vaccinatie over te gaan.

De conclusies zijn nog voorlopig omdat het onderzoek nog niet afgerond is.

De melk zal nog een aantal weken worden gecontroleerd, ook na de tweede vaccinatieronde en ook daarna zal het definitieve rapport zorgvuldig opgesteld moeten worden. De resultaten tot dag 8 zijn correct en betrouwbaar.

De verwachting, ook op basis van het onderzoek van het Jeroen Bosch ziekenhuis, is dat de kans dat na dag acht alsnog een toename van de uitscheiding van (DNA van) C. burnetii in de (tank)melk wordt gevonden, bijzonder klein is.

Op 11 mei heeft een bijeenkomst plaatsgevonden tussen GD en veehouders. Hierin heeft de GD de resultaten over de eerste 8 dagen gemeld om de ongerustheid bij veehouders weg te nemen. Deze bijeenkomst werd druk bezocht en is goed verlopen.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven