nr. 379
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2010
Met mijn brief van 22 juni 2009 (Kamerstuk 28 286, nr. 302)
heb ik u geïnformeerd dat een evaluatie van gasverdoofd castreren zal
worden uitgevoerd. De evaluatie is afgerond (zie bijlage 1).1 Ik wil u informeren over de resultaten en het daaruit voortgevloeide
Actieplan optimalisatie gasverdoofd castreren, opgesteld door de sectororganisaties
LTO en NVV en ondersteund door de deelnemers van de Verklaring van Noordwijk.
CBL, COV, LTO en NVV hebben met de Verklaring van Noordwijk van 29 november
2007 de ambitie uitgesproken om voor 2015 te stoppen met castreren en in de
tussentijd te castreren onder verdoving. Ik ondersteun deze ambitie volledig.
Mede op mijn initiatief is een evaluatie uitgevoerd van de gemaakte afspraken
en van gasverdoofd castreren in de praktijk.
Resultaten evaluatie gasverdoofd castreren in de praktijk
Het evaluatierapport gaat in op de werking van de technologie rond gasverdoofd
castreren, over de uitvoering door de varkenshouder en de houding van de varkenshouder
ten opzichte van gasverdoofd castreren. Daarnaast evalueert het rapport de
afspraken die gemaakt zijn in het kader van de Verklaring van Noordwijk.
De algemene teneur van het rapport is dat gasverdoofd castreren nog steeds
een goede tussenoplossing is, maar dat ten aanzien van de technologie en de
werkwijze van verdoofd castreren in de praktijk verbeteringen aangebracht
kunnen en moeten worden. Tevens zijn alle betrokken partijen van mening dat
de samenwerking onder de vlag van de Verklaring van Noordwijk goed is.
Plan van aanpak
In de evaluatie zijn aanbevelingen opgenomen om het verdoofd castreren
te verbeteren. LTO en NVV, ondersteund door de andere deelnemers aan de Verklaring van Noordwijk, hebben hierop gereageerd door het Actieplan
optimalisatie verdoofd castreren op te stellen (zie bijlage 2).1
De kern van dit actieplan is het opstarten van een communicatie met alle
betrokkenen (leveranciers van apparaten, zeugenhouders, maar ook dierenartsen
en voorlichtingsorganisaties). Dit vindt plaats middels bijeenkomsten, brieven
aan zeugenhouders en voorlichting via agrarische media om de geconstateerde
problemen te verhelpen. Deze acties worden begeleid door een nog aan te stellen
projectcoördinator en zullen in 2010 plaatsvinden. Eind 2010 zal bekeken
worden wat de stand van zaken is en of er nog acties ter verbetering van de
praktijk nodig zijn in 2011.
Ik heb aan de sectororganisaties mijn waardering uitgesproken voor dit
initiatief en de inhoud. Aan het einde van dit jaar zal ik me laten informeren
over de stand van zaken en zal ik daarover de Kamer voorlichten.
Welzijnseffect gasverdoofd castreren
Uit divers internationaal wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de pijn
die onverdoofde castratie met zich meebrengt zeer intens is. Uit het onderzoek
uitgevoerd naar de alternatieven voor verdoofd castreren in 2007 blijkt gasverdoofd
castreren qua pijnverlichting zeer waardevol. In 2009 zijn vanuit verschillende
organisaties (zoals de Association of Veterinary Anaesthetists AVA) en deskundigen
(zoals prof. dr. Heinritzi betrokken bij een Duits onderzoek naar het effect
van CO2-verdoving) uitlatingen gedaan over het welzijnseffect van
gasverdoofd castreren. Tijdens de evaluatie is besloten de publicatie van
het Duitse onderzoek te beoordelen en daar zo nodig consequenties aan te verbinden.
Prof. dr. Ohl en prof. dr. Hellebrekers hebben deze beoordeling uitgevoerd
middels een wetenschappelijke beschouwing van het Duitse onderzoek naar gasverdoving
dat in het evaluatierapport als bijlage is opgenomen. Zij delen de conclusie
niet dat CO2 meer stress veroorzaakt dan castratie zonder CO2-anesthesie,
en zeker niet op basis van de in het Duitse artikel gepresenteerde data. Op
basis van deze review concludeer ik dat gasverdoofd castreren, mits goed uitgevoerd,
beter is dan onverdoofd castreren. Ik onderschrijf ook de aanbeveling om internationaal
af te stemmen welke bijdrage de verschillende methodieken voor pijn- en stressbestrijding
tijdens castratie leveren aan verbetering van het dierenwelzijn.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg