nr. 250
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2008
Hierbij stuur ik u het rapport «Ritueel slachten en het welzijn
van dieren»1 dat is opgesteld door de Animal
Sciences Group (ASG). Naar aanleiding van het verzoek van de vaste Kamercommissie
voor LNV stuur ik u tevens het rapport «Inventarisatie Ritueel slachten
in Nederland» uit 2002.1
Het rapport «Inventarisatie ritueel slachten in Nederland»
uit 2002 is opgemaakt door het toenmalige Expertisecentrum van LNV en niet,
zoals abusievelijk in het verzoek van de vaste commissie vermeld, door de
heer dr. B. Lambooij van de ASG.
De heer dr. B. Lambooij heeft wel zijn medewerking verleend aan de totstandkoming
van het rapport. Het rapport betreft een inventarisatie van de ontwikkelingen
inzake het rituele slachten sinds de invoering van het Besluit Ritueel slachten.
Het rapport «Ritueel slachten en het welzijn van dieren» van
de ASG betreft een uitgebreide literatuurstudie van wat thans bekend is rond
het ritueel slachten als het gaat om dierenwelzijn. Tevens worden er aanbevelingen
gedaan ter verbetering van het dierenwelzijn voor en tijdens het dodingsproces.
Alvorens ik mijn standpunt bepaal ten aanzien van de aanbevelingen in
dit rapport, wil ik overleg voeren met de belanghebbende religieuze organisaties,
de Dierenbescherming en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde.
Wel wil ik hierbij aantekenen dat vrijheid van godsdienst een grondwettelijk
recht is en ik op grond hiervan het ritueel slachten niet zal verbieden. Dit
neemt niet weg dat het aanscherpen van een aantal randvoorwaarden rondom het
slachtproces ter verbetering van het dierenwelzijn tot de mogelijkheden behoort.
Ik informeer u voor 1 april 2009 over mijn standpunt.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg