28 286 Dierenwelzijn

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1291 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2023

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over enkele humane besmettingen met tuberculose, nadat deze mensen in contact zijn geweest met besmette gezelschapsdieren.

In de afgelopen maanden is tuberculose eerst gevonden bij zieke katten in twee huishoudens in Nederland. Hierbij is bevestigd dat dit door Mycobacterium bovis is veroorzaakt. Vervolgens zijn de mensen in de desbetreffende huishoudens getest op tuberculose. Het aantal positief geteste mensen is dermate klein, dat ik hieraan vanwege privacybescherming geen nadere duiding kan geven. Van deze mensen heeft tot dusver niemand klachten. Het verspreidingsrisico van de infectie uit deze cases naar andere mensen en dieren is erg laag. In deze brief geef ik hierover meer uitleg.

Tuberculose algemeen

Tuberculose is een infectieziekte, die wordt veroorzaakt door mycobacteriën. Er bestaan verschillende soorten mycobacteriën, waarvan enkele de ziekte tuberculose kunnen veroorzaken. Mycobacterium tuberculosis is het type bacterie dat primair tuberculose bij mensen veroorzaakt. Jaarlijks wordt deze ziekte in Nederland bij 600 tot 700 mensen gediagnostiseerd1. Circa 80% van de tuberculose patiënten is in het buitenland zijn geboren. Mycobacterium bovis (M. bovis, de runder-tbc bacterie) is het type dat primair gezien wordt bij runderen2. Mycobacteriën zijn niet erg diersoortspecifiek; mensen, honden en katten kunnen bijvoorbeeld ook besmet worden met M. bovis. In Nederland wordt 1–1,5% van de tuberculose ziektegevallen bij mensen door M. bovis veroorzaakt. Dit betreft vaak oudere personen, die in het verleden zijn geïnfecteerd, of personen, die de infectie hebben opgelopen in landen waar M. bovis voorkomt.

Tuberculose in deze cases

Humaan. In het eerste huishouden, waar katten met tuberculose werden gediagnosticeerd, heeft de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) ter plaatse mensen onderzocht, die contact hebben gehad met de zieke dieren. Enkele mensen testten positief op de tuberculine-huidtest (Mantoux) en de interferon-gamma release assay test (IGRA). Bij bevestigde tuberculose-infecties zonder klachten wordt door de GGD altijd een preventieve behandeling voorgesteld. Het is aannemelijk dat de mensen met een positieve Mantoux-test de infectie van de zieke dieren hebben gekregen. Het contactonderzoek in de eerste casus wordt op dit moment uitgebreid naar mensen, die minder intensief contact hadden met de zieke dieren.

Bij het tweede huishouden, waar later katten met tuberculose werden gediagnosticeerd, zal contactonderzoek volgens de richtlijnen twee maanden na het laatste contact worden uitgevoerd. Dit vanwege de lange incubatietijd, voordat een test positief wordt. De twee huishoudens zijn gelegen in verschillende provincies en kwamen niet met elkaar in contact. De besmettingsroute is vrijwel zeker van de katten naar de mensen verlopen.

Veterinair. Bij de katten in de twee huishoudens werd tuberculose is vastgesteld door middel van pathologisch onderzoek. De diagnose stellen bij gezelschapsdieren, die in leven zijn is moeilijk; alleen een long-röntgenfoto in combinatie met de voorgeschiedenis geeft hiervoor aanwijzingen.

Het gaat in de twee cases om een infectie met M. bovis. In het eerste huishouden zijn er meerdere katten klinisch ziek geworden en geëuthanaseerd, waarna bevestiging van de infectie met M. bovis volgde door middel van pathologisch onderzoek. Een hond en andere kat uit het huishouden vertonen tekenen van infectie op een long-röntgenfoto en worden door een dierenarts behandeld.

In het tweede huishouden is een kat ziek geworden en geëuthanaseerd; ook hier volgde bevestiging van de vermoede diagnose. De andere aanwezige kat in dit huishouden is niet ziek en heeft ook geen tekenen van infectie.

Brononderzoek

De NVWA doet momenteel onderzoek om te achterhalen hoe de katten besmet zijn geraakt. Een belangrijke overeenkomst tussen de huishoudens is dat de katten niet buiten kwamen en dat in beide situaties rauwvlees diervoeding aan de dieren werd gevoerd. NVWA voert (tracerings-)onderzoek uit naar dieren die mogelijk besmet zijn geraakt en naar de herkomst van de rauwvlees diervoeding. Deze aannemelijke infectieroute is onderdeel van het onderzoek, maar is nog niet bevestigd. De voeding heeft mogelijk rond de zomer van 2022 al tot infectie geleid. Helaas is de voeding uit die periode in beide huishoudens op. Hierdoor kan er op dit moment geen voeding uit die periode onderzocht worden en is het ook niet met zekerheid vast te stellen welk merk voer de infectie heeft veroorzaakt (en of hetzelfde merk voeding in beide huishoudens tot de infecties heeft geleid). NVWA doet er alles aan om dit verder in beeld te krijgen, waarbij ook navraag gedaan wordt bij verkooppunten. Het is bekend dat M. bovis lang kan overleven, ook in diepgevroren producten. Afhankelijk van de verdere bevindingen, kunnen nadere maatregelen genomen worden, zoals eventueel een recall. Het is op dit moment niet in te schatten of nog meer gezelschapsdieren een infectie opgelopen hebben via rauwvlees diervoeding.

Advies en opvolging

Er zijn risico’s verbonden aan het geven van rauwvlees diervoeding aan gezelschapsdieren. Rauw vlees kan, ondanks keuringen in slachthuizen, een potentiële bron van bacteriën, virussen en parasieten zijn die een gevaar kunnen opleveren voor dier en eigenaar. Het advies van experts is om voorlichting te geven over deze risico’s. Dat gebeurt door dierenartsen in de praktijk, bijvoorbeeld op basis van het standpunt van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde3. Ook staat er informatie over de gevaren van rauw vlees op de website van het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren (LICG). Als diereigenaren hun dieren rauw vlees voeren en de dieren vertonen onverklaarbare verschijnselen, waar geen andere oorzaken voor te vinden zijn, is het verstandig met een dierenarts te overleggen.

Het risico op verdere verspreiding tussen mensen is erg laag, maar het risico op het oplopen van infectie voor mensen, die direct contact hebben gehad met de zieke dieren is aanmerkelijk groter. Deze risicoschatting is gebaseerd op de beoordeling van humane en veterinaire experts binnen de zoönosestructuur die bijeenkwamen om deze cases te bespreken. Humane experts zijn via de reguliere informatieberichten binnen de signaleringsstructuur van RIVM geïnformeerd over de cases. Dierenartsen zijn via Vetinf@ct geïnformeerd over de twee cases. Op deze manier worden de professionals alert gemaakt en krijgen het RIVM en de NVWA sneller informatie over eventuele andere gevallen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, indien nodig breng ik u over het vervolg op de hoogte.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
2

Nederland is officieel vrij van dit type bij runderen sinds 1999. Deze vrijstatus wordt bewaakt door middel van onderzoek door NVWA bij runderen die worden geslacht. Daarnaast zijn er regels voor import en export van runderen. Voor het behoud van de vrijstatus mogen per jaar niet meer dan 0,1 procent van de bedrijven een besmetting hebben gehad; zeer incidenteel werd er in Nederland in de afgelopen decennia een besmetting met runder-tbc bij runderen gevonden, vrijwel altijd gerelateerd aan import.

Naar boven