28 286 Dierenwelzijn

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1173 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2021

Bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: Ministerie van LNV) is een verzoek binnengekomen om documenten openbaar te maken die betrekking hebben op de bestrijding van SARS-CoV-2 in de nertsenhouderij op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob). De verzoeker is met name geïnteresseerd in de documenten waarin argumenten en overwegingen staan die een rol hebben gespeeld bij het door het Ministerie van LNV ontwikkelde beleid voor de bestrijding van SARS-CoV-2 in deze sector, de adviezen van het OMT-Z, het onderzoek naar de herkomst van de besmettingen en de (op dat moment nog voorgenomen) vrijwillige stoppersregeling.

Helaas zijn de gebruikelijke termijnen voor de beoordeling van dit Wob-verzoek overschreden. Daarbij wil ik benadrukken dat de beoordeling grotendeels is gedaan door medewerkers van mijn ministerie die op dat moment werkten aan de bestrijding van de COVID-19-pandemie in de nertsenhouderij. Dit heeft gevolgen voor de doorlooptijd, waardoor een tijdig besluit over publicatie niet mogelijk is gebleken.

Hierbij bied ik u ter informatie het besluit op grond van de Wob aan dat betrekking heeft op de documenten die over dit betreffende onderwerp zijn opgesteld. Deze is als bijlage bij deze kamerbrief toegevoegd.1 De (gedeeltelijk) openbaar gemaakte documenten behorende bij dit besluit zijn tevens vinden op rijksoverheid.nl.

De stukken die hiermee openbaar worden gemaakt, bevatten informatie die niet eerder met uw Kamer is gedeeld. De informatie in deze stukken is gebruikt ten behoeve van de interne besluitvorming bij het opstellen van de vrijwillige stoppersregeling die, na het besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en mij op 28 augustus 2020 om de nertsenhouderij vervroegd te beëindigen (Kamerstukken 28 286 en 25 295, nr. 1124), niet meer verder is uitgewerkt. De Wet verbod pelsdierhouderij is daaropvolgend gewijzigd (Staatsblad 2020, nr. 555) en er is een beleidsregel voor de beoordeling van aanvragen om een vergoeding op grond van artikel 8 van de Wet verbod pelsdierhouderij in werking getreden (Staatscourant 2020, nr. 5472).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven