28 286 Dierenwelzijn

Nr. 1170 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2021

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken over de pilot chipplicht katten. Ook heb ik een maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) door onderzoeksbureau Decisio laten uitvoeren, zoals toegezegd aan uw Kamer in mijn brief van 19 juni 2019. De MKBA doe ik u bij deze toekomen1.

Voortgang pilot

In 2020 heb ik meerdere gesprekken gevoerd met gemeenten over de te starten pilot om een lokale chipplicht voor katten in te voeren. Ik ben hiervoor met meerdere gemeenten in gesprek geweest. De gemeenten Amsterdam en Alphen aan den Rijn zijn de gemeenten met wie het traject verder wordt gevolgd. Ik ben in gesprek over de vormgeving van de pilot en hoop die – onder voorbehoud van de bestuurlijke besluitvorming in de gemeenten – zo snel mogelijk dit jaar te starten. Ik waardeer de inzet van deze gemeenten zeer en verheug mij op een prettige samenwerking in de uitvoer van de pilot. De pilot, die op initiatief van het lid de Groot (D66) aan uw Kamer is toegezegd, zal dienen om ervaring op te doen met een lokale chipplicht en de impact van de chipplicht op de hereniging van vermiste katten met hun baasjes, de opvangkosten voor katten en op de overlast van zwerfkatten. De komende maanden zullen worden benut om het pilotplan af te ronden en voor de gemeenten om de nodige aanpassingen te maken in de APV. De resultaten van de pilot zullen met uw Kamer worden gedeeld.

De MKBA

De MKBA brengt in kaart welke kosten en baten er zijn van het verplicht chippen van katten en waar die terecht komen. In de MKBA is uitgegaan van een scenario waarbij 50% van de gemeenten het chippen van katten verplicht stelt, en een scenario waarbij alle gemeenten dat doen.

Uit de MKBA is gebleken dat het invoeren van een chipplicht meer baten oplevert dan kosten, waarbij het de eigenaren van de katten zijn die hoofdzakelijk de kosten en de baten dragen. De baten hierbij zijn de (snellere) hereniging van de kat met de eigenaar en de kosten van het chippen en registreren. Ook de gemeenten hebben baten, omdat de opvangkosten en kosten voor ritten van de dierenambulances zullen afnemen. De MKBA suggereert dat de effecten op overlast, predatie en volksgezondheid beperkt zijn, maar deze effecten zijn niet gewaardeerd in de MKBA door een gebrek aan data. De MKBA maakt duidelijk dat er geen overwegende argumenten zijn voor het invoeren van een landelijke chipplicht van katten: de baten zijn vooral lokaal en liggen bij de eigenaren, maar die kunnen zelf beslissen of zij hun kat willen laten chippen.

Dat neemt niet weg dat de baten onmiskenbaar bestaan en dat het chippen en registreren van katten aanbeveling verdient, ook in het belang van het dierenwelzijn van het dier. Ik zal de uitkomsten van de MKBA verder betrekken in mijn reactie op de zienswijze die de RDA momenteel uitvoert over lokale mogelijkheden voor dierenwelzijnsbeleid.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven