28 286 Dierenwelzijn

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1132 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2020

Op 9 november 2020 hebben wij het Outbreak Management Team Zoönosen (OMT-Z) gevraagd naar aanleiding van de ontwikkelingen in Denemarken een nieuwe risicobeoordeling uit te voeren in verband met mogelijke risico's van de SARS-COV-2 in de nertsenhouderij voor de volksgezondheid en advies te geven over eventuele maatregelen. Het OMT-Z heeft op 10 november schriftelijk advies uitgebracht, dat als bijlage bij deze brief is gevoegd1.

Denemarken

In Denemarken is op 4 november jl. besloten om, met het oog op de volksgezondheid, de nertsen op alle nertsenbedrijven in Denemarken te doden. De veranderde situatie ten opzichte van enkele maanden geleden vereist volgens de Deense autoriteiten dit ingrijpen in de pelsdierhouderij. In Denemarken zijn in een virusvariant enkele veranderingen («type 5 mutatie») gevonden en het Statens Serum Institut waarschuwt dat de gemuteerde variant van het coronavirus, die is ontstaan door de uitbraken in de nertsenfokkerij, mogelijk ongevoelig kan zijn voor de coronavaccins die nu worden ontwikkeld. De Deense gezondheidsautoriteiten geven aan dat het theoretisch mogelijk is dat «het vaccin» niet zal werken tegen de «type 5»-variant. Zij hebben laten zien dat virussen met deze mutatie minder goed geneutraliseerd worden door de antistoffen van herstelde patiënten. Dat men overgaat tot het doden van alle nertsen geschiedt uit voorzorg omdat men wil voorkomen dat deze of een andere variant in de toekomst mogelijk problemen veroorzaakt. De nertsen op de besmette bedrijven en in de directe omgeving van besmette bedrijven worden geruimd. De nertsen op alle overige bedrijven in Denemarken worden – net als in Nederland – gedood en gepelsd. De Deense overheid heeft op dit moment overigens problemen met de wettelijke basis voor het gedwongen doden van gezonde nertsen buiten de risicogebieden.

Op 6 november is de WHO-expertgroep bijeenkomen over de situatie in Denemarken. De WHO heeft 9 november een risicoanalyse gepubliceerd waarbij aangegeven wordt dat nadere, meer gedetailleerde analyses en wetenschappelijke studies nodig zijn om de gerapporteerde mutaties te duiden en de implicaties voor SARS-CoV-2-diagnostiek, -behandeling en -vaccinontwikkeling vast te stellen. De WHO adviseert alle landen een verhoogde surveillance in te voeren bij dierlijke reservoirs zoals nertsenhouderijen. De WHO adviseert geen restricties met betrekking tot personen of goederenvervoer met Denemarken op basis van de nu beschikbare informatie.

Ook de ECDC werkt een risicoanalyse uit die naar verwachting op 12 november naar de Europese Commissie wordt verstuurd.

De situatie in Nederland verschilt op een aantal belangrijke punten met die van Denemarken. In Nederland zijn veel minder nertsenbedrijven dan in Denemarken. In Nederland is uit voorzorg vroeg besloten om besmette bedrijven te ruimen en alle nertsen bedrijven in Nederland intensief te volgen om besmettingen vroeg te ontdekken (meldplicht, early warning en serologische screening). In Denemarken is in eerste instantie gekozen voor de strategie van uitzieken, waarna ondanks bioveiligheidsmaatregelen veel bedrijven zijn besmet. Ook in Nederland zijn verschillende preventieve maatregelen genomen om verspreiding en insleep af te remmen. Dat heeft besmettingen in het risicogebied niet kunnen voorkomen, maar nertsenbedrijven in de rest van Nederland zijn hierdoor tot nu toe gevrijwaard. Dat laatste is ook een verschil met Denemarken, waar nertsenbedrijven in verschillende delen van het land zijn besmet. Een ander verschil is dat in Denemarken de «nertsenvirussen» ook bij mensen in de algemene populatie zijn gevonden, die niet gerelateerd zijn aan de nertsenhouderij. Dit is in Nederland niet het geval. Tenslotte is in Nederland besloten tot het definitief beëindigen van de nertsenhouderij per 2021. In Denemarken is niet besloten tot een definitieve stop van de nertsenhouderij, alleen voor het jaar 2021.

OMT-Z advies 24 augustus 2020

Het OMT-Z achtte in zijn advies van 24 augustus het risico van infectie vanuit nertsen voor omwonenden verwaarloosbaar ten opzichte van de kans op infectie van mens-op-mens in de bevolking. Het OMT-Z concludeerde dat het volksgezondheidsrisico op de korte termijn voor omwonenden en de rest van de populatie zeer klein is en het volksgezondheidsrisico op de langere termijn (kans op reservoirvorming en daaruit volgende infecties) met het verplicht stoppen van de sector na de pelsperiode eind 2020 het snelst kan worden gecoupeerd. Het OMT-Z heeft daarom op 24 augustus geadviseerd om zo snel mogelijk, voor het eind van 2020 een einde te maken aan de nertsenhouderij om de vorming van een reservoir in de nertsenhouderij op de langere termijn tegen te gaan. Tevens adviseerde het OMT-Z de strategie van het ruimen van besmette bedrijven voort te zetten en de monitoring te intensiveren. Het kabinet heeft dit OMT-Z advies overgenomen en voert dit uit.

OMT-Z advies 10 november 2020

Virusmutaties

Mutaties van virussen komen altijd voor, zowel bij mens als bij dier. Ook in Nederland hebben we mutaties van Sars-CoV-2 aangetroffen.

Het OMT-Z geeft aan dat de specifieke «variant 5» uit Denemarken in Nederland niet is aangetroffen.

Risicobeoordeling & advies

Het OMT-Z geeft in zijn advies van 10 november aan dat – in het licht van de situatie in Denemarken – het risico van de huidige Nederlandse situatie voor de volksgezondheid niet is veranderd ten opzichte van de hierboven vermelde risicoanalyse in augustus 2020 en geeft aan dat het advies van 24 augustus vermeld onverminderd geldt.

Het OMT-Z advies blijft om – naast het ruimen van de besmette bedrijven – de sector zo spoedig mogelijk te beëindigen door de nertsenbedrijven al hun dieren in de pelsperiode (tot medio december) te laten doden, ook de fokteven, zodat er per 1 januari 2021 geen nertsen meer zijn op de Nederlandse nertsenbedrijven.

Zeker voor de bedrijven die in het risicogebied liggen is het van belang dat zij alle dieren, inclusief fokteven, doden tijdens de pelsperiode. Dat gebeurt op dit moment. Voor bedrijven buiten dit gebied is ook het advies om zo spoedig mogelijk te stoppen met het houden van nertsen. In het geval dat bedrijven toch tijdelijk nog een aantal fokdieren houden, adviseert het OMT-Z om een scherpe surveillance op te zetten, zodat eventuele besmetting tijdig wordt gedetecteerd. Tevens adviseert het OMT-Z het vervoersverbod voor nertsen te handhaven totdat alle dieren inclusief fokteven gedood zijn op de nertsenbedrijven.

BAO-Z advies

Aan het BAO-Z nemen zowel vertegenwoordigers van de nertsensector (Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders en LTO) deel als een aantal andere belangenorganisaties (de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde, het Collectief Praktiserende Dierenartsen en de Dierenbescherming), en de diverse bestuurlijke partners (de Veiligheidsregio, Vereniging Nederlandse Gemeenten, GGD en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd). Zij hebben ons op 10 november jl. op basis van het OMT-Z advies geadviseerd.

De aanwezige bestuurders uit de sector kunnen zich vinden in het OMT-Z advies. Vertegenwoordigers van de nertsensector dringen aan op snelle duidelijkheid over de stoppersregeling. Als die duidelijkheid er snel is, is hun verwachting dat alle dieren voor eind december van de bedrijven zullen zijn.

De bestuurlijke partners sluiten zich aan bij het OMT-Z advies.

Voorgenomen beleid

Het Kabinet neemt het OMT-Z advies en het BAO-Z advies over en voert dit uit, gericht op het zo snel mogelijk stoppen van de nertsenhouderij in Nederland.

De voorgestelde wetswijziging ter vervroeging van het verbod op de pelsdierhouderij zal volgende week aan de Tweede Kamer worden verzonden. Tevens zal de bijbehorende nadeelcompensatieregeling op de kortst mogelijke termijn naar uw Kamer worden gestuurd.

Conform het OMT-Z advies blijft de early warning (het wekelijks inzenden van kadavers van natuurlijk gestorven nertsen) in stand zolang er dieren op nertsenbedrijven aanwezig zullen zijn. Wanneer er in een bepaalde week op een bedrijf geen dieren sterven, zullen monsters worden genomen van levende nertsen. Om het aantal nertsen op de nertsenbedrijven te monitoren wordt het verplicht om wekelijks de hoeveelheid levende nertsen aan de NVWA te melden. De Regeling zal hiertoe worden aangepast. Daarnaast handhaaft het kabinet het vervoersverbod voor nertsen totdat alle dieren inclusief fokteven op de bedrijven gedood zijn.

Huidige stand van zaken Nederland

Er zijn 69 bedrijven besmet geraakt en geruimd; twee daarvan lagen in Gelderland, de overige in Noord Brabant en Limburg. In het risicogebied zijn nog vier bedrijven met nertsen, alle andere locaties zijn leeg. In totaal zijn er in Nederland nog 57 fokkerijen in bedrijf. Deze liggen verspreid over Nederland.

Op de bedrijven is het doden van de nertsen voor het pelzen van de dieren begonnen. De verwachting is dat het doden en pelzen van de dieren tot medio december duurt, het overgrote deel van de nertsen op de bedrijven is dan gedood. Alle nertsen op de bedrijven in het risicogebied worden tijdens de pelsperiode gedood. Dat gebeurt ook op een deel van de bedrijven in de rest van Nederland. Een deel van de nertsenhouders stelt momenteel de beslissing tot het pelzen van de fokdieren uit tot er duidelijkheid bestaat over de wetswijziging en de nadeelcompensatieregeling. Het is mogelijk dat daarom nog op een aantal bedrijven in andere delen van Nederland (buiten het risicogebied) moederdieren achterblijven. De verwachting van de sectororganisaties is dat bij snelle duidelijkheid over de wet en de nadeelscompensatieregeling, alle dieren voor eind december op de bedrijven zijn gedood en afgevoerd.

Met het toezenden van het wetsvoorstel aan uw Kamer volgende week en een concept van de nadeelscompensatieregeling op de kortst mogelijke termijn, biedt het kabinet duidelijkheid aan bedrijven, zodat zij weten waar ze aan toe zijn.

Wanneer de wetswijziging om het verbod op het houden van nertsen te vervroegen van 2024 naar 2021 wordt aangenomen, zal deze naar verwachting begin 2021 of zoveel eerder als mogelijk in werking treden. Dertien dagen nadat de wet in werking treedt mogen er geen nertsen meer aanwezig zijn op bedrijven in Nederland.

In Europees verband agendeert het kabinet de aanpak van SARS-CoV-2 bij nertsen bij de Europese Commissie. De risico’s voor de volksgezondheid kunnen grensoverschrijdend zijn en daarom ligt een geharmoniseerde aanpak voor de hand. De afgelopen weken heeft Nederland zowel bij de Europese Commissie als bij het Duitse voorzitterschap aandacht gevraagd voor de nertsenproblematiek in relatie tot volksgezondheid en gevraagd dit te agenderen voor de EU Gezondheidsraad of de Health Security Committee. Dit is nu extra urgent vanwege de situatie in Denemarken. Hier werd positief op gereageerd. Daarnaast staat het onderwerp op de agenda van de Chief Veterinary Officers en heeft Denemarken het geagendeerd voor de Landbouw- en Visserij Raad van 16 november a.s.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven