28 286 Dierenwelzijn

26 991 Voedselveiligheid

Nr. 1050 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2019

Op 25 februari jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over een onafhankelijk extern onderzoek dat ik heb ingesteld naar de gang van zaken rond (signalen over) de noordelijke slachthuizen en de wijze waarop de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hierop heeft gereageerd (Kamerstukken 28 286 en 26 991, nr. 1040). De onderzoeksopdracht heb ik uw Kamer op 29 maart jl. doen toekomen (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2276). Recentelijk is in berichtgeving van RTL Nieuws ingegaan op vergelijkbare signalen over het handelen van deze slachthuizen en het toezicht door de NVWA daarop. Deze signalen neem ik zeer serieus en worden door het onderzoeksbureau 2Solve meegenomen bij het onderzoek. Het is van belang dat iedereen die informatie of signalen heeft die mogelijk meegenomen moeten worden in dit onderzoek, deze informatie kan delen. Hiertoe kan contact opgenomen worden met het onderzoeksbureau, er wordt door het onderzoeksbureau vertrouwelijk met de informatie en met persoonsgegevens omgegaan.1

Over het toezicht op voedselveiligheid en dierenwelzijn mag geen enkele twijfel bestaan. Daarom wordt er gedurende de looptijd van het onderzoek en vooruitlopend op de uitkomsten extra inzet gepleegd om de toezichthoudende dierenartsen bij de middelgrote slachthuizen in Noord-Nederland te ondersteunen bij hun werk. Hierbij zal zoveel als op korte termijn mogelijk is het vierogenprincipe worden toegepast. Dit betekent dat een collega meekijkt, ter plekke of op afstand.

Ik heb de inspecteur-generaal van de NVWA gevraagd onder zijn rechtstreekse aansturing deze maatregel te implementeren om de uniformiteit van het toezicht zoveel mogelijk te waarborgen. De inspecteur-generaal zal daarnaast in gesprek gaan met het bedrijfsleven en de keten, waaronder de slachthuizen en transporteurs, over het toezicht, om hun primaire verantwoordelijkheid bij het borgen van dierenwelzijn en voedselveiligheid nogmaals te benadrukken.

Zoals in mijn brief van 25 februari jl. aangegeven zal ik uw Kamer voor het zomerreces informeren over de uitkomsten van het onderzoek, om daarna indien nodig structurele stappen te zetten om een einde te maken aan deze terugkerende signalen.

Met deze brief voldoe ik aan het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 mei jl. Bijgaand treft u tevens de beantwoording van vragen van de leden Geurts en de Groot over kleine en middelgrote slachthuizen in Noord-Nederland (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2582).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

De contactgegevens van het onderzoeksbureau zijn te vinden via www.2solve-investigations.nl.

Naar boven