28 274
Goedkeuring van de op 29 oktober 2001 te Luxemburg totstandgekomen Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, met Bijlagen en Protocollen (Trb. 2002, 23)

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2004

Hierbij wil ik u mededelen dat Nederland de ratificatieprocedure ten aanzien van de Stabilisatie- en Associatie Overeenkomst met Kroatië, die op 29 oktober 2001 werd ondertekend, binnenkort zal afronden.

De Tweede Kamer en Eerste Kamer gaven op respectievelijk 2 juli 2002 en 10 september 2002 goedkeuring aan de Stabilisatie en Associatie-overeenkomst EU-Kroatië (Wet van 12 september 2002, Stb. 512). De afronding van de ratificatieprocedure werd eind 2002 door Nederland opgeschort, omdat Kroatië onvoldoende samenwerkte met het Joegoslavië Tribunaal. Het Parlement werd hierover op 20 december 2002 schriftelijk geïnformeerd (kamerstuk 28 274, nr. 6).

Onlangs heeft de Hoofdaanklager van het Tribunaal, mevrouw Carla Del Ponte, echter meegedeeld dat de samenwerking tussen Kroatië en het Tribunaal volledig is. Hiermee is voor Nederland de grondslag voor de opschorting weggevallen, en zal door middel van deponering van de akte van bekrachtiging bij het Raadssecretariaat in Brussel, de nationale ratificatieprocedure alsnog worden afgerond. Aangenomen mag worden dat de opschorting van de ratificatieprocedure door Nederland en het Verenigd Koninkrijk, heeft bijgedragen aan de verbetering van de samenwerking van Kroatië met het Tribunaal.

De samenwerking tussen Kroatië en het Tribunaal zal voor Nederland in de toekomst een belangrijk aandachtspunt blijven in het proces van toenadering van Kroatië tot de Europese Unie. Volledige samenwerking blijft een vereiste. Kroatië zal derhalve alles in het werk moeten stellen om ook de laatste voortvluchtige verdachte, Generaal Gotovina, te traceren en aan het Tribunaal uit te leveren.

Dit is ook in lijn met het Nederlandse uitgangspunt, dat de zogenaamde «grote vissen», Karadzic, Mladic en Gotovina, door het Joegoslavië Tribunaal zullen moeten worden berecht.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

Naar boven