28 251
Wijziging van de Sanctiewet 1977 met het oog op de implementatie van internationale verplichtingen gericht op de bestrijding van terrorisme en uitbreiding van het toezicht op de naleving van financiële sanctiemaatregelen

nr. 7
MOTIE VAN HET LID KARIMI

Voorgesteld 24 april 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat individuen die vallen onder de reikwijdte van Verordening 2580/2001/EG, de mogelijkheid hebben in verweer te gaan bij het Gerecht van Eerste Aanleg in Luxemburg;

overwegende, dat deze rechtsgang voor niet-EU-onderdanen niet tot de mogelijkheden behoort;

overwegende, dat individuen die op de zogenaamde «zwarte lijst» zijn geplaatst, zich met klachten kunnen melden bij het VN Counterterrorism Committee (Greenstockcommittee);

van mening, dat een behoorlijke rechtsgang onontbeerlijk is met het oog op artikel 10 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens;

van mening, dat het VN Counterterrorism Committee niet voldoet aan artikel 10 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens;

verzoekt de regering om binnen de Verenigde Naties een behoorlijke rechtsgang te bevorderen voor individuen en organisaties die vinden dat zij ten onrechte op de zogenaamde «zwarte lijst» zijn geplaatst,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karimi

Naar boven