nr. 90
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 september 2006
Mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, informeer
ik u hierbij over de voortgang inzake het terugvorderingsproces Vervolgonderzoek
Rekenschap, in het licht van de actuele ontwikkelingen.
Uitspraak door de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State
Op 2 augustus 2006 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State (hierna; Raad van State) uitspraak gedaan in de hoger beroepen die
de Christelijke Hogeschool Nederland (CHN) en ik hadden ingesteld tegen de
uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 7 november 2005. Het betreft
een zaak waarbinnen twee casus te onderscheiden zijn, die de Raad van State
in zijn uitspraak apart behandelt. Voor één casus, waarbij ik
133 432 euro heb teruggevorderd, oordeelt de Raad van State dat de studenten
wel voor bekostiging in aanmerking gebracht mochten worden. Voor de andere
casus, waarbij 696 394 euro is teruggevorderd, oordeelt de Raad van State
dat ik terecht heb geconcludeerd dat de Hogeschool de studenten niet voor
bekostiging in aanmerking had mogen brengen en dat ik ten aanzien van die
studenten terecht tot terugvordering ben overgegaan.
De rechtbank Leeuwarden had in haar uitspraak de beslissing op bezwaar
van de staatssecretaris van 11 mei 2005 vernietigd. Uit het dictum van
de uitspraak blijkt dat de Raad van State de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden
tot vernietiging van de beslissing op bezwaar bevestigt, omdat ik ten aanzien
van één casus ten onrechte tot terugvordering ben overgegaan.
Dat betekent dat ik thans een nieuwe beslissing op bezwaar zal nemen, met
inachtneming van de overwegingen van de uitspraak van de Raad van State.
Ten aanzien van de casus, waar op grond van de uitspraak van de Raad van
State geen terugvordering kan plaatsvinden, was ik van mening dat de
bekostigingsregels het niet mogelijk maakten dat hier subsidie voor zou mogen
worden gevraagd door de Hogeschool. De Raad van State is tot een andere conclusie
gekomen. Vanzelfsprekend neem ik die conclusie over. Ik ben echter van mening
dat de bekostigingsregels de invulling die de CHN met deze handelwijze aan
internationalisering geeft, niet mogelijk zouden moeten maken.
Vanaf het studiejaar 2007–2008 is deze handelwijze door de invoering
van de Wet Financiering in het Hoger Onderwijs niet meer mogelijk. Vooruitlopend
daarop voel ik mij gedwongen de WHW aan te passen zodat ook voor het studiejaar
2006–2007 deze handelswijze onmogelijk wordt gemaakt. Het Kabinet heeft
op 18 augustus 2006 ingestemd met het voornemen daartoe. Deze aanpassing
ligt geheel in lijn met de bekostigingsvoorschriften die op dit punt zullen
gaan gelden na inwerkingtreding van de Wet Financiering in het Hoger Onderwijs.
De aanpassing zal terugwerken tot en met de dag waarop de Ministerraad zijn
goedkeuring hieraan heeft gegeven en het voornemen tot wetswijziging openbaar
is gemaakt.
Ik ben inmiddels nagegaan in hoeverre de uitspraak van de Raad van State
gevolgen heeft voor de juridische houdbaarheid van andere casus waarvoor nog
beroepsprocedures lopen. Mijn conclusie is dat die niet in gevaar komt.
Binnenkort verwacht ik nog uitspraken van de Raad van State in vier andere
zaken. Het gaat om hoger beroep voor twee HBO- en twee BVE-instellingen. Ook
die uitspraken van de Raad van State zullen bezien worden op mogelijke consequenties
voor nog lopende procedures. Ik zal een procedure staken als die procedure
juridisch kwetsbaar is geworden.
Stand van zaken bezwarenprocedures
In totaal hebben 62 instellingen een definitief terugvorderingsbesluit
ontvangen van OCW/LNV. Voor 43 instellingen daarvan is de procedure definitief
afgerond. Voor drie instellingen is de bezwarenprocedure bij de onafhankelijke
commissie voor de bezwaarschriften van OCW nog niet afgerond. Voor negen instellingen
loopt de beroepsprocedure bij de rechtbank nog en voor drie instellingen,
waarbij de bezwarenprocedure is doorlopen, staat de mogelijkheid van beroep
nog open. Voor vier instellingen is de beroepsprocedure bij de Raad van State
nog niet afgerond.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
B. J. Bruins