28 244
Enquête Bouwnijverheid

nr. 115
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 6 oktober 2006

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 en de vaste commissie voor Economische Zaken2 hebben op 12 september 2006 overleg gevoerd met minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en minister Wijn van Economische Zaken over:

– de brief van de minister van EZ d.d. 25 augustus 2005 over NMa-boetes in de installatiesector (28 244, nr. 106);

– de brief van de minister van EZ d.d. 17 oktober 2005 Sanctieprocedure NMa tegen bouwbedrijven – Vinex (28 244, nr. 108);

– de brief van de minister van EZ d.d. 22 december 2005 over NMa-sanctieprocedure in Burgerlijke en Utiliteitsbouw – Vinex (28 244, nr. 110);

– de brief van de minister van VROM d.d. 17 januari 2006 over Uitvoering van de motie-Hofstra over methoden van aanbesteding (28 244, nr. 111);

– de brief van de minister van EZ d.d. 28 april 2006 over uitsluiting bedrijven bij aanbestedingen (29 709, nr. 10);

– de brief van de minister van EZ d.d. 16 augustus 2006 over het Jaarverslag Regieraad Bouw (30 300, nr. 96);

– de brief van de minister van EZ d.d. 16 februari 2006 over uitstel vraag commissie VROM inzake NMA-sanctieprocedure bouwbedrijven (28 244, nr. 113);

– de brief van de minister van EZ d.d. 29 augustus 2006 over stand van zaken sanctieprocedure in de bouwsector van de NMA (28 244, nr. 114).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Depla (PvdA) vindt dat de overheid op meerdere punten op het gebied van de integriteit het slechte voorbeeld geeft, daarmee het beeld versterkend dat integriteit een hype is, die overwaait. Hij komt tot die mening, omdat hij begrijpt dat slechts 30% van de opdrachtgevers als voorwaarde stelt dat bedrijven die offreren, aangesloten moeten zijn bij de Stichting Beoordeling Integriteit Bouwnijverheid (SBIB) en de gedragscode moeten hebben ondertekend. Waarom worden die twee zaken niet gewoon standaard vereist? Zijn de bewindslieden bereid, dat voor te schrijven? Een ander slecht voorbeeld vindt hij de manier waarop de regering omgaat met de 1-meiregeling. De bedrijven die niet voor 1 mei hun boekhouding hebben ingeleverd, zijn met de schrik vrijgekomen en worden niet, zoals was afgesproken, enige tijd uitgesloten van overheidsopdrachten. Hij vindt dat een slechte zaak: dreigementen moeten worden waargemaakt. Daarom vraagt de heer Depla of de overheid op dit punt haar leven betert.

De heer Hofstra (VVD) vindt de regeling voor de afhandeling van boetes door de NMa erg ingewikkeld: dan is er een plus, dan is er een min. Hoewel hij geen enkele aanleiding ziet voor kritiek op de NMa, vraagt hij de verantwoordelijke minister of het hierbij wel objectief toegaat. Verder vraagt hij, waar het geïnde geld heen gaat. Om hoeveel beroepsprocedures gaat het? Is gebleken dat er nog veel schaduwboekhoudingen zijn gemaakt? Het doet hem deugd dat de uitvoering van zijn motie over aanbestedingsmethodieken ter hand is genomen via de uitvoering van allerlei studies. Dit alles is volgens hem min of meer overgegaan in de dagelijkse praktijk. Hij is het eens met de heer Depla dat de overheid, als deze gezegd heeft iets te doen, dat ook wel moet doen. Ook hij vindt de door de heer Depla aangestipte score van 30% laag. Wanneer kan een punt worden gezet achter dit project?

Antwoord van de bewindslieden

De minister van Economische Zaken vindt dat de bouwsector een sector is waar altijd moet worden gezorgd voor goede regelgeving. In deze sector komt het vertrouwen te voet, en gaat te paard, waarbij de voetreis volgens hem voor een groot deel is afgelegd. Ook hij vindt het door de heer Depla genoemde percentage van 30 veel te laag, reden waarom wordt gekomen tot een nieuwe Aanbestedingswet. Daarin zal een verklaring van goed gedrag worden opgenomen, maar dan met een wettelijke grondslag. Hij heeft de indruk dat binnen de betrokken sector een cultuuromslag gaande is. Het voor de overheid geldende percentage is van twee jaar geleden; inmiddels zit het Rijk op een percentage van 80 à 90, nog steeds te laag, maar de trend is stijgend. De nieuwe Aanbestedingswet maakt een en ander veel toegankelijker: het moet allemaal beter, en snel. Over de trend bij de aanbesteders is hij nog niet tevreden, maar bij de bouwbedrijven zelf gaat het beter. De aanpassing van de Mededingingswet kan de handhaving van mededinging versterken. Verder zal in de nieuwe Aanbestedingswet worden vastgelegd dat niet-integere bedrijven worden uitgesloten van aanbestedingen, doordat geen verklaring van goed verdrag wordt verkregen.

De minister benadrukt dat het uitsluiten van bouwbedrijven niet is bedoeld als een soort straf. Het straffen gebeurt door de boetes van de NMa en door de strafrechter. Hij heeft van de NMa de verzekering gekregen dat boetes zo objectief mogelijk worden vastgesteld. Boetes worden vastgesteld in percentages van de omzet, waardoor de grootste «boeven» ook de hoogste boetes hebben gekregen. Waar kleine bouwbedrijven onevenredig hard werden getroffen, is soms een extra boetevermindering van 15% toegepast, geld dat overigens naar de schatkist gaat. Daartegen kan bezwaar en beroep worden aangetekend, aangezien de NMa een bestuursorgaan is. De minister geeft aan dat bij zijn weten nog geen zaken bij de rechtbank zijn binnengekomen; wel zijn bezwaarschriften ingediend bij de NMa. De indruk bestaat dat dat 10% van de gevallen is. Hij hoopt dat de sector niet gaat juridiseren om het juridiseren.

Naast de straffen zijn er uitsluitingsregels, die als doel hebben ervoor te zorgen dat de overheid geen zaken doet met niet-integere bedrijven. De essentie van de 1-meiregeling, waaraan 4473 bedrijven hebben meegewerkt, is volgens de minister dat vóór die datum geen uitsluiting zou plaatsvinden, en daarna wel. Na 1 mei gold de versnelde procedure, waardoor 1229 bouwbedrijven versneld voor hun aandeel in de bouwfraude zijn beboet. De collectieve regeling heeft 73,5 mln. opgeleverd, welk geld naar het Rijk en de lagere overheden is gegaan. Naderhand is bepaald dat bedrijven die aan één van die opties hebben meegewerkt, als integer worden beschouwd. Overigens heeft niet ieder bedrijf dat heeft meegewerkt aan de 1-meiregeling automatisch een schikking betaald. Verder heeft niet ieder bedrijf dat heeft meegewerkt aan deze regeling, de verkorte procedure gevolgd. Voordat een bedrijf wordt uitgesloten, moet worden afgewogen of dat proportioneel is. Dit wordt per bedrijf getoetst. De proportionaliteitstoets wordt in de nieuwe wet genormeerd in een AMvB. De minister zegt niet te weten hoeveel bedrijven permanent zijn uitgesloten, en voor welke opdrachten. De reden is dat opdrachten decentraal worden gegund. Er komt geen zwarte, maar een witte lijst, waarin wordt aangegeven welke bedrijven een verklaring van goed gedrag krijgen. Hij zegt toe hierop tijdens de behandeling van de nieuwe wet terug te komen. Er zijn geen nieuwe schaduwboekhoudingen opgedoken dan degene die al bekend waren. Wel zijn uit de voorliggende boekhoudingen enkele nieuwe kleinere kartels naar voren gekomen, die nader worden onderzocht. Zijn ministerie heeft geen aanwijzingen voor het bestaan van gefingeerde boekhoudingen.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer geeft aan in haar brief van 17 januari 2006 te hebben gereageerd op de uitvoering van de motie-Hofstra. Er zijn zo’n tien modellen te onderscheiden, variërend van traditioneel tot strategische samenwerking. PPS-constructies worden volgens haar niet gekenmerkt door traagheid in de uitvoering. Als voorbeeld noemt zij de renovatie van het gebouw van het ministerie van Financiën, van de belastingdienst in Doetinchem en een project in Groningen. Verder noemt zij de A59 en de N31, die in PPS-verband worden uitgevoerd, en er zitten nog projecten in de pijplijn. Er zal een handleiding voor het «Engelse model» worden gemaakt, bedoeld voor de verschillende aanbestedende diensten. Zij is ervan overtuigd dat met het nieuwe juridisch kader een betere naleving zal worden gerealiseerd.

Nadere gedachtewisseling

De heer Atsma (CDA) is benieuwd naar de informatie die de minister van EZ tijdens het debat over de nieuwe Aanbestedingswet zal verstrekken. Minstens zo interessant is echter om te weten, wat er vervolgens is gebeurd met de bedrijven die zijn uitgesloten. Hij vindt dat moet worden opgepast met het beoordelen van de integriteitsvraag door EZ of VROM: dat moet Justitie doen. Hoe sneller de zaken worden afgehandeld, hoe beter. Daarom vindt hij het jammer dat zo’n 10% van de door de NMa beboete bedrijven een rechtszaak zijn begonnen. Om welk type bedrijven gaat het daarbij? Juridisering moet worden tegengegaan. Bedrijven die zich vóór 1 mei hebben gemeld, verdienen waardering. Zij mogen nooit extra, althans onevenredig worden gestraft.

De heer Depla (PvdA) vindt dat alles voor niets is geweest, als blijkt dat geen van de bedrijven die zich niet voor 1 mei hebben aangemeld, maar wel is beboet, is uitgesloten van overheidsopdrachten.

De heer Hofstra (VVD) vraagt of particulieren kunnen profiteren van het geld dat naar de schatkist is teruggevloeid.

De minister van Economische Zaken onderstreept de ingewikkeldheid van de materie. De integriteitsvraag is inderdaad een zaak van Justitie. Kleinere bedrijven krijgen in een aantal gevallen 15% korting op de NMa-boete, als deze disproportioneel is. Hij vindt 10% van de bedrijven die bezwaar aantekenen meevallen. Dit proces kan nooit helemaal worden afgesloten: dit is een sector die altijd goed moet worden gemonitord. In politieke zin wordt met de nieuwe Aanbestedingswet dit hoofdstuk afgesloten. Hij voelt niets voor het idee van de heer Hofstra om boetegelden terug te sluizen naar particulieren.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer voegt hieraan toe dat er geen verhaalsacties zullen worden gestart tegen bedrijven in andere sectoren. Als zich ontwikkelingen voordoen waardoor dit wel nodig wordt, zal dat gebeuren.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Buijs

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

De Haan

De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Van der Leeden


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD), Lenards (VVD) en Krähe (PvdA).

Plv. leden: Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Knops (CDA), Vendrik (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer Kaya (D66), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD), Van der Sande (VVD) en Crone (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), ondervoorzitter, Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Weekers (VVD), Slob (ChristenUnie), Van den Brink (LPF), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Van Velzen (SP), Varela (LPF), Algra (CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), De Krom (VVD), Heemskerk (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Jonker (CDA), Jungbluth (GroenLinks) en Irrgang (SP).

Plv. leden: Tichelaar (PvdA), Dittrich (D66), Örgü (VVD), Van Hijum (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Koenders (PvdA), Duyvendak (GroenLinks), Joldersma (CDA), Van Egerschot (VVD), Van der Vlies (SGP), Hermans (LPF), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Atsma (CDA), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Van Heteren (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Waalkens (PvdA), Szabó (VVD), Van Dijk (CDA), Van Gent (GroenLinks) en Gerkens (SP).

Naar boven