nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 26 februari 2002
Uw Kamer heeft verschillende malen aangedrongen op het tijdig uitbrengen
van het energierapport, opdat daarover nog vóór de verkiezingen
van gedachten gewisseld zou kunnen worden. Het doet mij dan ook genoegen om
u hierbij het Energierapport 2002 te kunnen aanbieden. Om te benadrukken dat
investeringen belangrijk zijn om ook in de toekomst de betrouwbaarheid en
milieukwaliteit van de energievoorziening zeker te stellen heeft het rapport
de titel «Investeren in energie, keuzes voor de toekomst» meegekregen.
De energiewereld is sterk in beweging en de toekomst van onze energievoorziening
staat prominent op de agenda. Het Energierapport gaat daarom in op:
• Voorzieningszekerheid en de vraag of er problemen zijn te verwachten;
• Economische efficiëntie en de vraag naar het tempo van de
liberalisering van de kleinverbruikersmarkt;
• Milieukwaliteit en de vraag of de inspanningen op het gebied van
ener-giebesparing en duurzame energie toereikend zijn om de Kyoto-doelstellingen
te realiseren;
• Transitiemanagement en de vraag hoe nu een start gemaakt wordt
met het concretiseren van de eerder in het NMP4 uitgedragen filosofie.
Waar nodig is de tekst van het Energierapport afgestemd met de Evaluatienota
Klimaatbeleid.
De Elektriciteitswet en de Gaswet verschaffen het Energierapport een wettelijke
basis. Het Energierapport is primair een toekomstgericht document, maar er
wordt ook teruggeblikt op de ontwikkeling van energiebesparing, van duurzame
energie en op de ervaringen met de werking van de Elekticiteits- en Gaswet
tot nu toe. In het Energierapport treft u de belangrijkste conclusies uit
de evaluatie van beide wetten aan. Ik zal de Kamer in de week van 4 maart
per brief meer in detail informeren over de evaluatie.
Artikel 58 van de Gaswet bepaalt voorts dat de Kamer tweejaarlijks een
rapportage dient te krijgen over een groot aantal aspecten van gaswinning
in Nederland. Dit artikel is nog niet in werking. Overleg over de wijze waarop
het beste voorzien kan worden in de informatiebehoefte van de Kamer vindt
nog plaats bij de behandeling van de mijnbouwwet. Niettemin zal ik u separaat
zoveel mogelijk de informatie verstrekken die artikel 58 is genoemd.
De manier waarop het Energierapport 2002 tot stand is gekomen weerspiegelt
de veranderende omstandigheden. Waar de markt geliberaliseerd wordt, maken
marktpartijen het spel en komen er nieuwe toetreders. Waar de transitie naar
een duurzame energiehuishouding op de agenda staat, ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden.
In de voorbereiding van dit Energierapport is met vele partijen gesproken
over ontwikkelingen op de energiemarkt, de in de ogen van de spelers belangrijkste
problemen of uitdagingen en over de te volgen koers. Deze interactieve aanpak
is bedoeld om goed aan te sluiten bij de feitelijke ontwikkelingen, te leren
van ervaringen en zo nieuw beleid te ontwikkelen. De tekst van het Energierapport
is uiteraard mijn verantwoordelijkheid. Ik zie uit naar een debat met de Kamer
over de beleidsagenda die ik in het Energierapport 2002 heb neergelegd.
De Minister van Economische Zaken,
A. Jorritsma-Lebbink