nr. 91
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE
ORDENING EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2008
Nederland veilt in de periode 2008–2012 emissierechten en behoort
daarmee tot de kleine kopgroep van lidstaten van de EU die emissierechten
gaat veilen. Het is de bedoeling om in deze periode ervaring met veilen en
kennis van de markt op te bouwen, om klaar te zijn voor de periode na 2012
wanneer nog grotere hoeveelheden rechten geveild gaan worden. Zoals wij u
hebben gemeld in onze brief van 24 juli 2007 (28 240, nr. 85)
gaan wij in de periode 2008–2012 circa 16 miljoen CO2-emissierechten
verkopen dan wel veilen. In die brief hebben wij tevens aangegeven dat wij
u later over het transactieontwerp zouden informeren, wat wij bij deze doen.
Allereerst informeren wij u over de te hanteren uitgangspunten van de
veiling, vervolgens lichten wij de aanpak van de veiling en de wijze waarop
de uitvoerders zullen worden geselecteerd toe. Ten slotte geven wij kort aan
met welke andere Europese lidstaten, die ook emissierechten gaan veilen, er
overleg gevoerd wordt. Het doel van dit overleg is om door middel van kennisuitwisseling
tot een zoveel mogelijk geharmoniseerde aanpak te komen.
Uitgangspunten
Voor de veiling willen wij de volgende uitgangspunten hanteren:
– de transactie moet openbaar zijn d.w.z. iedereen moet aan de veiling
mee kunnen doen;
– het mogelijk marktverstorend effect van de transactie op de CO2-markt dient geminimaliseerd te worden;
– de transactie is gericht op opbrengstmaximalisatie.
Bij de veiling moeten deze uitgangspunten in een goed evenwicht worden
toegepast.
Aanpak
De interdepartementale samenwerking op het terrein van veilen is als volgt;
de Minister van Economische Zaken en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke,
Ordening en Milieubeheer zijn verantwoordelijk voor de toewijzing van emissierechten.
De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) beheert namens de Staat de overheidsrekeningen
en voert de transacties uit die voortvloeien uit de veiling.
Wij hebben het Agentschap van het Ministerie van Financiën gevraagd
de veiling uit te voeren. Het Agentschap heeft een zeer goed netwerk en veel
ervaring met veilen van overheidsobligaties.
We onderzoeken als veilingstructuur de zogenaamde Dutch Direct Auction-structuur.
Het Agentschap heeft met deze aanpak inmiddels enige jaren ervaring opgebouwd
voor het in de markt zetten van nieuwe obligaties.1
Deze techniek kan worden gericht op bedrijfslocaties die emissierechten nodig
hebben. Banken worden benut voor het aanleveren van biedingen van geïnteresseerde
kopers, het geven van advies, en het op zich nemen van de afhandeling van
de financiële geldstromen naar de uiteindelijke kopers.
Selectieproces
Het Agentschap zal via een openbare aanbesteding de banken uitkiezen die
zullen gaan fungeren als doorgeefluik naar kopers van de rechten. Banken zullen
onder meer geselecteerd worden op de plaatsingscapaciteit naar bedrijfslocaties
die emissierechten nodig hebben, ervaring in de markt en geografische distributiekracht.
Wanneer veilen?
Wij hebben nu nog niet besloten wanneer we de rechten in 2008 gaan veilen
en hoe vaak we in de periode 2008–2012 gaan veilen. Het is te verwachten
dat we meerdere veilingen zullen organiseren om op die wijze zoveel mogelijk
ervaring op te doen met het veilingproces. We streven naar een veiling op
de spotmarkt (directe levering van emissierechten), maar zullen de rechten
zonodig op termijn leveren (forwards).
Internationaal overleg
Naast Nederland hebben ook Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen
en een aantal andere EU-lidstaten besloten rechten te veilen of te verkopen.
Met deze landen en de Europese Commissie voeren we overleg over de te hanteren
veilingmethodiek en het tijdstip van veilen. Tevens bespreken we de ervaringen
die onder andere in Hongarije en Ierland reeds in 2006 en 2007 met veilen
zijn opgedaan. Via deze uitwisseling verwachten wij in staat te zijn een betere
veiling te organiseren en kunnen we waar mogelijk de veilingaanpak op elkaar
afstemmen, wat voordelen biedt voor de CO2-markt en voor de kopers.
Zo overweegt het Verenigd Koninkrijk een vergelijkbare aanpak als Nederland.
Tevens kan deze gezamenlijke kennis worden gebruikt worden in het proces van
de herziening van de EU-richtlijn voor emissiehandel.
Nadat de eerste veiling heeft plaatsgevonden zullen wij u over het resultaat
informeren.
Mede namens de Minister van Financiën.
De Minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer