28 240
Evaluatienota Klimaatbeleid

nr. 41
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 februari 2006

Hierbij bied ik u het eerder door mij toegezegde analyserapport van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) aan met daarin een potientieelverkenning voor klimaatdoelen en energiebesparing voor de periode tot 20201. Het rapport is gebaseerd op het Optiedocument energie en emissies 2010/2020, kortweg Optiedocument. Het toelichtende achtergrondrapport over het Optiedocument zal ik u later deze maand kunnen toesturen.

Tot op heden richt de beleidsmatige aandacht zich vooral op het halen van de internationaal overeengekomen doelen voor 2010. Dit zijn de verplichtingen voor Nederland onder het Kyoto-protocol en de verzurings- en luchtverontreinigingsdoelen onder de Europese «National Emission Ceilings» (NEC-)richtlijn. Nu het zichtjaar 2010 steeds dichterbij komt neemt de aandacht toe voor de periode er na (post-Kyoto en post-NEC).

Als eerste stap is daarom afgelopen voorjaar het rapport Referentieramingen energie en emissies 2005–2020 (28 240, nr. 28) uitgebracht. De referentieramingen in dit rapport laten het energieverbruik en de emissies van broeikasgassen en van verzurende- en luchtverontreinigende stoffen zien voor de periode tot 2020, uitgaande van het huidige beleid. Zowel de Evaluatienota Klimaatbeleid 2005 als het Energierapport «Nu voor later», beide vorig jaar gepubliceerd, maken gebruik van deze ramingen. Ook in internationale discussies over klimaat en luchtverontreiniging heeft Nederland deze ramingen ingebracht.

Het nu gepubliceerde analyserapport gaat een stap verder en schetst de technische mogelijkheden voor verdergaande reducties in energieverbruik en de emissies van broeikasgassen en van verzurende- en luchtverontreinigende stoffen voor de periode tot 2020. De reducties worden afgezet tegen het zogenaamde Global Economy (GE-)scenario dat ook de basis vormt van de eerdergenoemde referentieramingen. Het GE-scenario zoals in het Optiedocument gehanteerd, is echter aangepast aan de actualiteit. Zo is de aanname met betrekking tot het vermogen van wind op zee in 2020 verminderd van 6000 MW naar 2000 MW. Ook is er een variant doorgerekend met een structureel hogere olieprijs (op een niveau van $ 40 per vat als langjarig gemiddelde tot 2020).

Het analyserapport bevat tevens de analyse van het «Actieplan Energiebesparing» van de Partij van de Arbeid die op 12 oktober jl. tijdens het Algemeen Overleg met de vaste commissies voor Economische Zaken en voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (29 023, nr. 18) is toegezegd.

De informatie uit het Optiedocument en de uitkomsten van het daarop gebaseerde analyserapport zullen het komende jaar op verschillende momenten worden gebruikt. In de eerste plaats is de minister van Economische Zaken voornemens uw Kamer binnen enkele weken wat betreft het onderdeel energiebesparing per brief te informeren over de beleidsmatige reactie op de analyses van het ECN/MNP.

Zelf wil ik de uitkomsten van de analyses over de mogelijkheden voor verdergaande klimaatdoelen gebruiken in de ToekomstAgenda Milieu die nog dit voorjaar verschijnt. Voorts is in de analyses rekening gehouden met de (voorlopige) NEC-doelen voor 2020. Hierdoor worden de synergie-effecten tussen het klimaatbeleid en het luchtbeleid op realistische wijze in beeld gebracht. De nog niet definitieve doelen voor 2020 zijn afkomstig van de Thematische strategie Luchtkwaliteit en de Richtlijn Luchtkwaliteit die in september van 2005 door de EU zijn gepubliceerd. Ten behoeve van de formele NEC-rapportage 2006 aan de EU (NEC-doelen voor 2010) zullen er nog uitgebreidere analyses op basis van het Optiedocument worden uitgevoerd. Deze zullen in de tweede helft van dit jaar aan de Kamer worden aangeboden.

Zowel het Optiedocument als deze analyses zijn een gezamenlijk product van het ECN en het MNP. Voor meer gedetailleerde achtergrondinformatie verwijs ik u naar de websites van het ECN (www.ecn.nl) en het MNP (www.mnp.nl), waar over enige tijd het Optiedocument te vinden zal zijn.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven