Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2010
Hierbij zend ik u een ontwerpregeling tot wijziging van de Regeling monitoring handel in emissierechten. De ontwerpregeling
houdt verband met het aanleveren en de borging van de kwaliteit van gegevens benodigd voor het aanpassen van de hoeveelheid
broeikasgasemissierechten voor de hele Gemeenschap en het berekenen van de kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten
voor de periode 2013–2020 binnen het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten, het EU ETS. Voor de inhoud
van de ontwerpregeling verwijs ik u verder naar de ontwerptoelichting.
De ontwerpregeling strekt tot implementatie van de artikelen 9bis, tweede lid, en 11, eerste lid, van richtlijn nr. 2003/87/EG,1 zoals gewijzigd door artikel 1, onderdeel 13, van richtlijn nr. 2009/29/EG.2 Deze bepalingen hadden uiterlijk op 31 december 2009 moeten zijn omgezet in nationaal recht.3
De voorlegging geschiedt in het kader van de procedure van artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer en biedt uw Kamer
de mogelijkheid zich uit te spreken over de ontwerpregeling voordat deze zal worden vastgesteld.
De ontwerpregeling is mede gebaseerd op artikel 16.21 van de Wet milieubeheer. Daarin is, kort gezegd, bepaald dat bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur met betrekking tot inrichtingen die onder het EU ETS vallen, regels kunnen worden
gesteld, die nodig zijn in het belang van de goede werking van dat systeem. Artikel 21.6, zesde lid, eerste volzin, van de
Wet milieubeheer bepaalt dat hetgeen ingevolge die wet bij algemene maatregel van bestuur kan worden geregeld, in afwijking
daarvan bij ministeriële regeling wordt geregeld, indien de regels uitsluitend strekken ter uitvoering van een voor Nederland
verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, tenzij voor een juiste uitvoering wijziging van een algemene maatregel
van bestuur of de wet noodzakelijk is. Laatstgenoemde uitzondering doet zich hier niet voor.
Wellicht ten overvloede wijs ik erop dat artikel 21.6, zesde lid, derde volzin, van de Wet milieubeheer een termijn hanteert
van ten minste vier weken, te rekenen vanaf de toezending van de ontwerpregeling aan uw Kamer. In verband met het verkiezingsreces
van uw Kamer en de eis dat ten minste drie vierde deel van de termijn buiten een reces van de Kamer valt, wordt de laatste
dag van de termijn in dit geval gesteld op 6 juli a.s.
Er wordt gestreefd naar vaststelling – en inwerkingtreding – van de regeling zo spoedig mogelijk na 6 juli 2010.
Een brief van dezelfde strekking heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. C. Huizinga-Heringa