28 231
Wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen teneinde de mogelijkheid tot stand te brengen dat bij algemene maatregel van bestuur categorieën van gewezen zelfstandigen worden aangewezen die zijn vrijgesteld van de voorwaarden voor het recht op uitkering

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen teneinde de mogelijkheid tot stand te brengen dat bij algemene maatregel van bestuur categorieën van gewezen zelfstandigen worden aangewezen die zijn vrijgesteld van de voorwaarden voor het recht op uitkering.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

20 februari 2002

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen te wijzigen, teneinde de mogelijkheid tot stand te brengen dat bij algemene maatregel van bestuur categorieën van gewezen zelfstandigen worden aangewezen die zijn vrijgesteld van de voorwaarden voor het recht op uitkering;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt na artikel 5 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van gewezen zelfstandigen worden aangewezen die zijn vrijgesteld van de voorwaarden, bedoeld in artikel 5, tweede en derde lid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en kan terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven