nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van het Wetboek van Strafrecht in verband met de strafbaarstelling van beledigende
uitlatingen en het aanzetten tot haat, discriminatie of gewelddadig optreden
wegens een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap (strafbaarstelling
discriminatie wegens een handicap).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
5 februari 2002
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in het
Wetboek van Strafrecht beledigende uitlatingen wegens een lichamelijke, psychische
of verstandelijke handicap en het aanzetten tot haat, discriminatie of gewelddadig
optreden in verband daarmee strafbaar te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
In de artikelen 137c tot en met 137f wordt vóór «hun
heteroof homoseksuele gerichtheid» het woord «of» telkens
vervangen door een komma en wordt na «gerichtheid»
telkens ingevoegd: of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,