28 219
Wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten)

nr. 34
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2006

Hierbij bied ik u de vierde toezichtrapportage op de Walvis/Wfsv-operatie van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) aan: «UWV en Walvis; vierde rapportage»1. De inspectie stelt in deze vierde rapportage de stand van zaken van het invoeringstraject per november 2005 centraal. In deze brief ga ik in op de voornaamste conclusies van de inspectie.

De inspectie is positief over de door UWV getroffen maatregelen om de continuïteit van de uitkeringsverzorging voor verzekerden in 2006 te waarborgen. Dit ondanks de door de inspectie gesignaleerde beperkingen ten aanzien van het doelbereik van de wetten Walvis en Wfsv.

Ik constateer met genoegen dat de inspectie positief is over de door UWV getroffen maatregelen om de continuïteit voor de verzekerden in 2006 te waarborgen. De door de inspectie gesignaleerde beperkingen ten aanzien van het doelbereik Walvis/Wfsv (waaronder verlaging administratieve lasten voor werkgevers) hebben onder meer als oorzaak dat UWV gedurende heel 2006 nog apart bij werkgevers loon- en dienstverbandgegevens zal uitvragen ten behoeve van de claimbeoordeling. Dit hangt samen met hetgeen ik uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg over Walvis/Sub van 13 oktober 2005 (28 219/30 130, nr. 32) heb gemeld, namelijk dat voor UWV ook gedurende de implementatie van Walvis/Wfsv de uitkeringsverzorging de hoogste prioriteit heeft. Gezien de referteperiode voor de dagloonberekening van twaalf maanden en het gegeven dat de polisadministratie een vanaf 2006 te vullen database is, valt aanvullende gegevensuitvraag in 2006 overigens niet te vermijden. Van de reeds in de polisadministratie opgenomen gegevens zal UWV in de loop van 2006 bepalen of deze voldoende betrouwbaar zijn voor de claimbeoordeling.

De inspectie is van oordeel dat ten tijde van het onderzoek nog onvoldoende is gewaarborgd dat de keten per 15 maart 2006 functioneert. De inspectie acht het risico groot dat in de operationele fase van de polisadministratie fouten en/of tekortkomingen naar voren komen die alleen kunnen worden opgelost door herstelacties en/of maatregelen op het gebied van programmatuur, rekencentrum of de gebruikersorganisatie.

UWV onderschrijft in de bestuurlijke reactie de opvatting van de inspectie dat een functionerende keten per 15 maart 2006 (het moment van opname van de eerste loonaangiften in de polisadministratie) ten tijde van het onderzoek nog onvoldoende is gewaarborgd. UWV geeft aan additionele maatregelen te hebben genomen. Zo heeft UWV het testen geïntensiveerd. Met betrekking tot het project kwaliteitscirkel – een samenwerking tussen UWV en Belastingdienst, bedoeld om zo vroeg mogelijk fouten in het aangifteproces terug te koppelen aan werkgevers – is de besluitvorming over de financiering, de start en de inzet van menskracht inmiddels afgerond. De kwaliteitscirkel zal vanaf 15 maart 2006 operationeel zijn; vanaf 19 januari wordt proefgedraaid om het proces te stroomlijnen.

Daarnaast loopt het stabiliteitsproject. Het stabiliteitsproject heeft tot doel de problemen die UWV kan tegenkomen als de polisadministratie eenmaal draait, zo soepel mogelijk op te lossen. Het project creëert een stabiele omgeving waarin de verschillende in- en externe betrokkenen zijn voorbereid op het bij eventuele productieverstoringen zo snel mogelijk kunnen doorvoeren van aanpassingen. Met de leverancier van de software van de polisadministratie heeft UWV afspraken gemaakt om de realisatietijd van oplossingen te versnellen. Dit betreft onder meer de mogelijkheid om met de leverancier op locatie bij UWV herstelacties door te voeren.

Aanloopproblemen zullen waarschijnlijk niet te voorkomen zijn. Ik ben van mening dat UWV met de genomen maatregelen goede stappen zet om de waarborgen voor een functionerende keten per 15 maart 2006 te versterken.

De inspectie constateert dat de samenwerking tussen UWV en Belastingdienst stroef verloopt en nog onvoldoende tot de gewenste resultaten leidt. De beide organisaties zijn gedurende het ontwikkelproces niet in staat geweest om de planningen op elkaar af te stemmen. De afspraken over de wederzijdse dienstverlening en informatievoorziening zijn onvoldoende concreet en duidelijk geformuleerd.

Dat UWV zijn planning niet altijd op die van de Belastingdienst heeft kunnen afstemmen, is mijns inziens bij een zo complexe operatie als Walvis/Wfsv niet geheel te vermijden.

Ik ben van mening dat het tussen partijen afgesloten convenant samenwerking UWV en Belastingdienst een goed uitgangspunt is om de samenwerking vorm te geven. Ik heb UWV schriftelijk laten weten dat het convenant mijn instemming heeft. De nadere operationele afspraken op de raakvlakken van de besturings- en beheersprocessen van de afzonderlijke organisaties hebben UWV en Belastingdienst vastgelegd in service niveau overeenkomsten. UWV zal deze afspraken in de loop van het aanvangsjaar 2006, op basis van de ervaringen en ontwikkelingen die alsdan naar voren komen, nader preciseren.

De inspectie constateert dat niet alle marktpartijen voldoende zijn voorbereid op de veranderingen in het stelsel; dit is een randvoorwaarde voor het functioneren van de keten.

Door de met Walvis/Wfsv gemaakte keuze om de Belastingdienst als werkgeversloket te laten fungeren, ligt het voortouw ten aanzien van de marktbewerking bij de Belastingdienst. Ook UWV heeft groot belang bij het verhogen van de kwaliteit van de loonaangiften. UWV en Belastingdienst hebben daarom gekozen voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteitscirkel onder aansturing van de Belastingdienst.

Door de afspraak met de markt dat vanaf 2007 het «loon over»-principe van toepassing is, met de mogelijkheid hiervan voor bepaalde groepen af te wijken, zullen – afhankelijk van de mate waarin uitzonderingen worden toegelaten – werkgevers geconfronteerd worden met extra kosten.

In 2006 is zowel «loon in» als «loon over» toegestaan. Met betrekking tot de structurele situatie is thans een onderzoek gaande. Ik zal u hierover voor 30 juni 2006 nader informeren.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven