nr. 30
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2005
Op verzoek van uw Kamer geef ik u hierbij de meest recente stand van zaken
met betrekking tot de weekaanlevering van loon- en dienstverbandgegevens door
de uitzendbranche.
Tijdens de behandeling van de wetsvoorstellen Walvis en Wfsv heeft uw
Kamer aandacht gevraagd voor de mogelijkheid om, ook na invoering in 2006
van de loonaangifte, de wekelijkse aanlevering door de uitzendsector overeind
te houden. Aanleiding hiervoor was het signaal van de uitzendbranche dat de
met Walvis/Wfsv beoogde administratieve lastenverlichting niet voor hen zou
worden gerealiseerd, omdat de maandelijkse of vierwekelijkse loonaangifte
onvoldoende rekening houdt met de weekverloning voor 650 000 uitzendkrachten.
Op 15 juni 2004 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat UWV, Belastingdienst
en de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) overeenstemming hadden bereikt
over de uitgangspunten voor het instandhouden van de mogelijkheid tot weekaanlevering,
naast de loonaangifte, met ingang van 20061. De
nadere invulling van de tussen partijen gemaakte afspraken heeft meer tijd
gekost dan verwacht. De gewenste aansluiting van de weekaanlevering op de
loonaangifte (die naast de weekaanlevering plaatsvindt voor de aangifte en
afdracht van loonheffing en premies), van belang om de uitvoeringskosten voor
UWV en Belastingdienst alsook de administratieve lasten voor de branche laag
te houden, is complex. Inmiddels hebben UWV, Belastingdienst en ABU adequate
afspraken gemaakt over het qua procesgang en gegevensset op elkaar aansluiten
van weekaanlevering en loonaangifte.
De weekaanlevering is van belang omdat daarmee een wekelijks en dus zeer
actueel inzicht ontstaat in de gewerkte tijdvakken, de verzekeringsplicht
en het recht op uitkering van de uitzendkracht. UWV gebruikt de gegevens van
de weekaanlevering bij het vaststellen van recht, hoogte en duur
van WW- en ZW-uitkeringen van uitzendkrachten. De weekaanlevering is vrijwillig.
Uitzendwerkgevers die er niet aan deelnemen zullen bij een uitkeringsaanvraag
telkens met een extra gegevensuitvraag van UWV worden geconfronteerd (van
onder meer een aantal specifiek bij flexibele arbeidsverhoudingen benodigde
gegevens, die niet beschikbaar zijn in de polisadministratie). Zou de weekaanlevering
niet bestaan, dan zou deze extra gegevensuitvraag zowel voor UWV als voor
de branche extra kosten met zich meebrengen.
Over de uitvoering van de weekaanlevering kan ik het volgende opmerken.
Het was aanvankelijk de bedoeling om het huidige «Reflex»-systeem
van UWV (Registratie Flexwerkers), dat uitzendwerkgevers de mogelijkheid biedt
wekelijks geautomatiseerd loongerelateerde gegevens aan te leveren en ziekmeldingen
te doen, per 2006 in zijn geheel te vervangen door een nieuwe op de polisadministratie
geënte applicatie. Bij nader inzien is er, om de ontwikkeling van de
polisadministratie niet verder te belasten, voor gekozen om de gegevens van
de weekaanlevering vanaf 2006 in Reflex op te slaan. Het Reflex-systeem
ondergaat daartoe momenteel de benodigde aanpassingen. Belangrijk verschil
met de huidige situatie is dat UWV de gegevens niet langer rechtstreeks van
de werkgevers zal ontvangen, maar via de poortsystemen van de Belastingdienst,
zodat de uitzendwerkgevers voor loonaangifte en weekaanlevering met één
loket te maken hebben. De aanpassing van Reflex stelt UWV tenminste in staat
om vanaf 2006 de huidige situatie voor de uitzendbranche (waaronder het
ter beschikking hebben van actuele gegevens voor de uitkeringsvaststelling)
te kunnen voortzetten.
De aanpassing van Reflex geschiedt in fasen. De planning van de eerste
fase is erop gericht de functionaliteiten, nodig voor de vaststelling van
recht/duur/hoogte van uitkeringen, per 1 januari 2006 operationeel te
hebben. Deze functionaliteiten betreffen de ontvangst, de registratie en de
inkijkmogelijkheid van de nieuwe weekaanlevergegevens. Afspraak tussen ABU,
Belastingdienst en UWV is dat de weekaanlevergegevens vanaf de tweede week
van 2006 ingestuurd worden (het is dan niet meer mogelijk Reflexberichten
rechtstreeks bij UWV in te sturen). UWV kan de gegevens vanaf dat moment gebruiken
voor de uitkeringsvaststelling. In de tweede fase, voorzien vanaf april 2006,
zullen de aanvullende, procesondersteunende functionaliteiten in gebruik worden
genomen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus