28 219
Wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten)

nr. 27
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2005

Hierbij bied ik u de derde toezichtrapportage op de Walvis/SUB-operatie van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) aan: «UWV en Walvis; derde rapportage».1

De inspectie heeft in deze derde rapportage de vraag betrokken of de invoering van Walvis en Wfsv per 1 januari 2006 thans voldoende gewaarborgd is, alsmede de vraag of er voldoende waarborgen zijn voor de mate en het tempo waarin de doelstellingen van de wetgever worden bereikt.

De inspectie constateert dat UWV op 1 januari 2006 volgens de afspraken met de minister van SZW een polisadministratie zal opleveren. De inspectie is positief over de maatregelen die UWV eind 2004/begin 2005 heeft getroffen om de beheersing van het project Walvis/Wfsv en in het bijzonder de ontwikkeling van de polisadministratie te verbeteren. Ook constateert de inspectie dat de afstemming tussen UWV en Belastingdienst is verbeterd, waarbij op een gedetailleerder niveau planningen en raakvlakken tussen beide organisaties op elkaar zijn afgestemd.

De inspectie signaleert ook een aantal risico's. Hieronder ga ik daarop in.

Knelpunten en risico's bij de samenwerking

De inspectie is van mening dat de haalbaarheid van een werkende keten2 per 1 januari 2006 onder druk staat. Voor een werkende keten zijn UWV en de Belastingdienst met ingang van 1 januari 2006 van elkaar afhankelijk. De communicatie tussen UWV en Belastingdienst is verbeterd. Daardoor is echter ook meer inzicht ontstaan op de knelpunten en risico's die een werkende keten in de weg staan. Het oplossen van deze knelpunten en risico's moet hoge prioriteit krijgen.

Ik onderschrijf dat het oplossen van knelpunten en risico's hoge prioriteit moet (blijven) krijgen. Naar aanleiding van het rapport van de inspectie heb ik UWV gevraagd mij maandelijks op de hoogte te houden over de voortgang ten aanzien van de door de inspectie geconstateerde aandachtspunten. Een tijdige signalering van knelpunten kan waar nodig zorgdragen voor snelle besluitvorming.

De inspectie merkt onder meer op dat de betrouwbaarheid van de gegevens in de polisadministratie 2006 nog onvoldoende is gewaarborgd. Er is nog onvoldoende uitgewerkt welke controles nodig zijn op de aanlevering van gegevens. Ook is de afhandeling door de Belastingdienst van door UWV gesignaleerde fouten (polissignalen) onvoldoende zeker gesteld. UWV zal in 2006 vooral bezig zijn om de betrouwbaarheid van de polisadministratiegegevens te verbeteren.

In mijn reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer «Premie-inning werknemersverzekeringen», dat uw Kamer op 26 mei 2005 is aangeboden1, heb ik het risico van een vervuilde polisadministratie erkend. In dit kader is van belang dat de kwaliteit van de polisadministratie primair afhankelijk is van de kwaliteit van de gegevenslevering zoals deze door de werkgevers met de loonaangifte plaatsvindt. UWV en Belastingdienst verwachten dat er bij werkgevers onwennigheid zal zijn met het proces van loonaangifte. Vooraf kan niet volledig worden ingeschat welke fouten werkgevers bij de loonaangifte zullen maken. UWV en Belastingdienst zullen daarom een team oprichten dat vanaf begin 2006 deze fouten signaleert, analyseert en structurele fouten in computerprogrammatuur en werkprocessen voor herstel terugkoppelt naar marktpartijen. Hiermee wordt voorkomen dat fouten zich lange tijd blijven herhalen.

Daarnaast worden, aan de hand van foutenanalyses, herstel- en correctieprocessen binnen de keten Belastingdienst/UWV verbeterd en in de loop van 2006 geautomatiseerd ingeregeld.

UWV en Belastingdienst verwachten dat deze werkwijze er mede voor zorgt dat de gegevens in de polisadministratie over 2006 begin 2007 de vereiste kwaliteit zullen hebben.

Ook hebben Belastingdienst en UWV inmiddels afgesproken dat de Belastingdienst de polissignalen die bij de claimafhandeling van UWV ontstaan, volledig verwerkt. Deze en andere afspraken over de signaalafhandeling worden opgenomen in de serviceniveau-overeenkomsten tussen UWV en Belastingdienst, waarvan vaststelling in het najaar 2005 plaatsvindt.

Een ander risico dat de inspectie signaleert is de afhankelijkheid tussen UWV en Belastingdienst ten aanzien van de wederzijdse voortgang in de automatisering en procesinrichting. Om dit risico te beheersen hebben UWV en Belastingdienst frequent overleg en werken zij met synchronisatiemomenten, waarop bepaalde delen van de automatisering gereed zijn voor gezamenlijke afstemming en tests. Voor de voortgang en planning verwijs ik naar de tweede halfjaarrapportage samenwerking UWV en Belastingdienst, die uw Kamer gelijktijdig met dit IWI-rapport krijgt toegezonden.

Bereiken doelstellingen wetgever

De inspectie merkt op dat zolang de polisadministratie nog niet volledig bruikbaar is, gebruikers en afnemers rekening moeten houden met veel handmatige werkzaamheden en extra uitvraag van gegevens bij werkgevers. In 2006 zullen de administratieve lastenverlichting voor werkgevers en de verlaging van de uitvoeringskosten dan ook niet worden gerealiseerd, aldus de inspectie. Ook het verhogen van de rechtmatigheid van de uitkeringsvaststelling zal in 2006 onder druk komen te staan.

Zoals aangegeven in de memorie van toelichting op de Wfsv zal de realisatie van de «gesloten bedrijfsvoering» (vaststelling daglonen op grond van de in polisadministratie beschikbare loongegevens), en daarmee de besparing op uitvoeringskosten en lastenverlichting, geleidelijk plaatsvinden. Het jaar 2006 is een jaar van groei voor de polisadministratie. De realisatie van de doelstellingen moet dan ook in dit licht worden beschouwd. Met het groeien van de bruikbaarheid van de polisadministratie zal ook de bijdrage aan de verbetering van de rechtmatigheid stijgen.

In mijn reactie op de tweede IWI-toezichtrapportage1 heb ik aangegeven dat de lastenverlichting voor de werkgever als gevolg van de Wfsv stapsgewijs wordt gerealiseerd.

In 2006 wordt de polisadministratie maand voor maand gevuld met loonperioden. Vanaf januari 2007 zal de polisadministratie met voldoende loonperioden gevuld zijn om voor uitkeringen op grond van ZW en WW (met een referteperiode voor de dagloonvaststelling van twaalf maanden) het dagloon op grond van de in polisadministratie beschikbare loongegevens te kunnen vaststellen. Voor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zal dit in 2009 een feit zijn.2 Overigens zullen andersoortige gegevens, bijvoorbeeld de mate van verwijtbaarheid bij een WW-aanvraag, altijd uitgevraagd moeten worden.

Zolang de polisadministratie niet volledig bruikbaar is, en de uitkeringsafdelingen rekening moeten houden met handmatige werkzaamheden en extra uitvraag van gegevens bij werkgevers voor het vaststellen van daglonen, ziet de inspectie risico's voor de realisatie van de in 2006 ingeboekte besparing op de uitvoeringskosten van € 69,9 mln. Hierover kan ik het volgende zeggen. Gedurende de groei van de polisadministratie in 2006 blijft er tijdelijk separaat gegevensuitvraag bij werkgevers nodig ten behoeve van de dagloonvaststelling (namelijk van loonperiodes die nodig zijn voor de dagloonvaststelling en nog niet in de polis beschikbaar zijn). Vragen over wel beschikbare maar niet volledig bruikbare loonperiodes kunnen in die toch reeds noodzakelijke gegevensuitvraag aan werkgevers meegenomen worden. Dit betreft dan een beperkte uitbreiding van de vraag maar geen separate extra uitvraag. Ook hoeft UWV geen nieuw proces in te regelen, want deze uitvraag zal plaatsvinden door dezelfde uitkeringsafdelingen die deze uitvraag thans ook doen, en waarbinnen vóór 2007 geen capaciteitsreductie als gevolg van Walvis/Sub is gepland. Ik ga er dan ook vanuit dat de besparing van € 69,9 mln gerealiseerd wordt.

Oplevering wet- en regelgeving

De inspectie ziet in het nog niet definitief zijn van wet- en regelgeving een complicerende factor bij de invoering van Walvis en Wfsv. De afronding van de benodigde nadere regelgeving is voorzien in het najaar van 2005. Op een aantal punten bestaat daarover nog onzekerheid met mogelijke gevolgen voor de polisadministratie. Voorts heeft UWV ook nog te maken met het invoeren van nieuwe andere wetgeving (WIA en Zorgverzekeringswet).

De inspectie signaleert risico's als de definitieve inhoud van de lagere regelgeving Walvis en Wfsv niet overeenkomt met de aannames die UWV in zijn voorbereidende werkzaamheden voor de inrichting van de nieuwe processen en systemen heeft gehanteerd. De lagere regelgeving moet voor een belangrijk deel inderdaad nog worden afgerond. Opgemerkt kan worden dat een deel hiervan, bijvoorbeeld het conceptbesluit dagloonregels, zich in een zodanige fase van totstandkoming bevindt dat UWV zich daar bij de bouw van processen en systemen op verantwoorde wijze op kan baseren. Bij een ander deel gaat het om juridisch-technische aanpassingen van bestaande regelgeving. Van de inhoudelijk meest relevante lagere regelgeving is UWV inmiddels om een uitvoeringstoets gevraagd. Gezien de nauwe samenwerking bij het opstellen van de lagere regelgeving tussen UWV, Belastingdienst en de Ministeries van Financiën en SZW, vertrouw ik erop dat het door de inspectie gesignaleerde risico voldoende is afgedekt.

Over de gevolgen die Walvis en Wfsv ondervinden van de wetgevingstrajecten WIA en Zorgverzekeringswet (ZVW) kan ik het volgende zeggen. Inmiddels is de parlementaire behandeling van de ZVW afgerond. Voor de WIA geldt dat de wetsvoorstellen een zodanige vormgeving van de premieheffing en dagloonvaststelling bevatten dat hierin geen risico's zijn gelegen voor het invoeringstraject van Walvis/Wfsv per 1 januari 2006.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

De inspectie definieert een werkende keten als een keten waarin werkgevers via het loket van de Belastingdienst de loonaangifte digitaal aanleveren, de Belastingdienst de gegevens van de loonaangifte gecontroleerd doorgeeft aan het UWV, het UWV de gegevens gecontroleerd opslaat in de polisadministratie en UWV de gegevens in de polisadministratie beschikbaar stelt aan in- en externe afnemers.

XNoot
1

Kamerstukken II, 2004/05, 30 130, nr. 1–2.

XNoot
1

Kamerstukken II, 2004/05, 28 219, nr. 26, blz. 3.

XNoot
2

Door de verlenging van de loondoorbetalingsperiode bij ziekte naar twee jaar, kan UWV voor de berekening van daglonen van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen pas vanaf 2009 volledig uit de polisadministratie putten.

Naar boven