nr. 18
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2004
De vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mij 20 april
jl. verzocht om informatie te verstrekken ten behoeve van de plenaire behandeling
van het wetsvoorstel Walvis.
De vaste commissie acht het van cruciaal belang om over het wetsvoorstel
financiering sociale verzekeringen (Wfsv) te kunnen beschikken. Ik kan u,
mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris
van Financiën en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
berichten dat naar verwachting het wetsvoorstel (kamerstuk 29 529), alsmede
het wetsvoorstel Invoeringswet Wfsv, heden 22 april (kamerstuk 29 531) –
mogelijk vrijdagochtend 23 april – bij uw Kamer aanhangig zal worden
gemaakt.
Tevens wenst de vaste commissie een actualisatie van de kosten en baten
van de trajecten Walvis en samenwerking UWV en Belastingdienst na de tweede
nota van wijziging. In de antwoorden op vragen van uw Kamer inzake het eindrapport
Samenwerking UWV-Belastingdienst (Kamerstukken II, 2003/04, 28 371, nr. 7,
blz. 3–4), is ingegaan op de kosten en baten van de Walvis en SUB
operatie. De kosten en baten zoals die daar zijn opgenomen zijn nog steeds
actueel.
Ter nadere toelichting daarop het volgende wat betreft de uitvoeringskosten
van Belastingdienst respectievelijk UWV. De wijziging van het loonbegrip heeft
voor de systemen van de Belastingdienst geen grotere gevolgen dan het loonbegrip
zoals dat vóór de tweede nota van wijziging is voorgesteld.
Immers het nieuwe loonbegrip is nagenoeg gelijk aan het thans geldende fiscale
loonbegrip en het loonbegrip voor de heffing van de werknemersverzekeringen.
Als zodanig levert de tweede nota van wijziging geen ander beeld op voor de
uitvoeringskosten Belastingdienst, dan het loonbegrip thans.
Voor wat betreft het UWV geldt dat de voornaamste uitvoeringskosten worden
opgeroepen door de bouw van de polisadministratie en de aanpassingen van de
uitkeringsadministraties. Voor wat betreft het laatste geldt dat niet de tweede
nota van wijziging daar invloed op heeft, maar het concept Dagloonbesluit.
Dit besluit is opgesteld in overleg met UWV. De uitvoeringskostenraming is
op dit concept Dagloonbesluit gebaseerd (zie het voornoemde Kamerstuk). Dit
geldt tevens voor de baten van € 156 mln.
Ten aanzien van de administratieve lastenverlichting voor werkgevers als
gevolg van de tweede nota van wijziging is zowel in de toelichting op de tweede
nota van wijziging (Kamerstukken II, vergaderjaar 2003/04, 28 219, nr. 10,
blz. 12), als in de antwoorden op de vragen naar aanleiding van het eindrapport
rekening gehouden met de tweede nota van wijziging (Kamerstukken II, vergaderjaar
2003/04, 28 371, nr. 7, blz. 4). De daargenoemde actualisatie
is gaande.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus