28 219
Wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

5 februari 2002

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is tot een administratieve lastenverlichting te komen in de uitvoering van de socialeverzekeringswetten door de vaststelling van het premieloon en de vaststelling van het dagloon te vereenvoudigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK I. WIJZIGINGEN INZAKE DE VASTSTELLING VAN HET PREMIELOON EN VAN DE INVORDERING VAN DE PREMIE

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE COÖRDINATIEWET SOCIALE VERZEKERING

De Coördinatiewet Sociale Verzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 4 tot en met 8 komen te luiden:

Artikel 4

1. Loon is al hetgeen in geld uit een tegenwoordige dienstbetrekking wordt genoten.

2. Indien sprake is van een privaatrechtelijke of een publiekrechtelijke dienstbetrekking behoort, in afwijking van het eerste lid, niet tot het loon hetgeen de werknemer anders dan als overeengekomen vaste, naar tijdsruimte vastgestelde, uitkering geniet.

Artikel 5

In afwijking van artikel 4 behoren mede tot het loon:

a. hetgeen in geld wordt genoten op grond van de artikelen 628, 628a en 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de op grond van een collectieve of individuele arbeidsovereenkomst daarop genoten aanvulling alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt genoten op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen;

b. een uitkering of toeslag als bedoeld in artikel 3a, tweede lid;

c. vakantiebonnen en daarmee overeenkomende aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen te ontvangen ten behoeve van het genieten van vakantie, waaronder mede worden verstaan rechten op geheel of gedeeltelijk betaald verlof;

d. prestatie- en productiepremies, voorzover deze geen incidenteel of uitzonderlijk karakter dragen.

Artikel 6

1. Tot het loon behoren niet:

a. vergoedingen ter zake waarvan tussen de werkgever en de werknemer schriftelijk is overeengekomen dat deze strekken tot bestrijding van kosten, lasten en afschrijvingen ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking;

b. bijdragen in de premies van een voor of door de werknemer afgesloten particuliere verzekering of publiekrechtelijke ziektekostenverzekering;

c. uitkeringen ter gelegenheid van bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gebeurtenissen of ten behoeve van bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen doelen;

d. bedragen die worden ingehouden:

1°. als bijdrage op grond van een pensioenregeling of een regeling voor vervroegde uittreding;

2°. als bijdrage voor aanspraken, die naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken op grond van sociale verzekeringswetten, tenzij het betreft een aanspraak op kinderbijslag anders dan op grond van de Algemene Kinderbijslagwet;

3°. als bijdrage voor aanspraken op uitkeringen wegens overlijden of invaliditeit als gevolg van een ongeval;

e. uitkeringen op grond van een premiespaarregeling voorzover die uitkeringen over ieder kalenderjaar waarin de werknemer overeenkomstig die regeling heeft gespaard niet meer bedragen dan € 526;

f. hetgeen in geblokkeerde vorm wordt gespaard op grond van een spaarloonregeling en hetgeen wordt genoten op grond van een winstdelingsregeling niet zijnde een spaarloonregeling, tezamen tot ten hoogste € 788 per kalenderjaar, ter zake van welke voordelen de belasting op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 is verschuldigd door de werkgever;

g. rechten op:

1°. vakantieverlof en compensatieverlof, voorzover deze rechten aan het einde van het kalenderjaar in totaal niet meer bedragen dan de arbeidsduur per week gerekend over een periode van vijftig weken;

2°. bij ministeriële regeling aan te wijzen geclausuleerd verlof;

3°. verlof tijdens rust- en feestdagen;

h. fooien en dergelijke prestaties van derden.

2. Onder pensioenregeling onderscheidenlijk regeling voor vervroegde uittreding wordt verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan voor de toepassing van de Wet op de loonbelasting 1964.

3. Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, zo nodig onder voorwaarden, afwijkingen toestaan van het tweede lid door bepaalde regelingen of groepen van regelingen aan te wijzen als pensioenregeling of regeling voor vervroegde uittreding.

4. Onder premiespaarregeling wordt verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan voor de toepassing van de Wet op de loonbelasting 1964, mits de regeling voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen nadere regels.

5. Bij of krachtens ministeriële regeling kunnen:

a. regelingen als premiespaarregeling worden aangewezen indien zij niet geheel voldoen aan de op grond van artikel 31a van de Wet op de loonbelasting 1964 gestelde vereisten; regelingen als premiespaarregelingen worden uitgesloten, ingeval zij niet dienstbaar zijn aan de bevordering van duurzaam bezit van werknemers in voldoende brede kring of regelmatig niet worden nageleefd alsmede ingeval omtrent de uitvoering van de regeling geen administratie wordt gevoerd waaruit duidelijk blijkt dat aan de vereisten voor vrijstelling is voldaan;

c. regels worden gesteld ter verzekering van het heffen van premies over uitkeringen, welke in afwijking van de premiespaarregeling aan de werknemer worden gedaan.

6. Onder spaarloonregeling wordt verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan voor de toepassing van de Wet op de loonbelasting 1964. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld.

Artikel 7

Loon wordt beschouwd te zijn genoten op het tijdstip waarop:

a. het betaald of verrekend is, ter beschikking van de werknemer is gesteld of rentedragend is geworden, of

b. het vorderbaar en tevens inbaar is geworden.

Artikel 8

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de waardering van de vakantiebon en daarmee overeenkomende aanspraken, bedoeld in artikel 5, onderdeel c.

B

Artikel 9, eerste lid, tweede zin, vervalt.

C

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de zin: Bij deze regels kan worden bepaald dat van de werkgever een voorschotpremie wordt gevorderd.

2. Onder vernummering van het derde tot en met het vijfde lid tot het tweede tot en met het vierde lid vervalt het tweede lid.

3. Het tot tweede lid vernummerde derde lid komt te luiden:

2. Indien ten onrechte geen bedrag aan premie is vastgesteld, dan wel na de vaststelling van het te betalen bedrag aan premie blijkt, dat een lager bedrag is vastgesteld dan verschuldigd is, stelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen het alsnog door de werkgever verschuldigde bedrag aan premie vast.

4. In het tot derde lid vernummerde vierde lid vervalt: of voorschotpremie.

5. In het tot vierde lid vernummerde vijfde lid vervalt: onderscheidenlijk de betaling van de voorschotpremie.

D

In artikel 14 en 15, eerste lid, vervalt telkens: een voorschotpremie of.

E

In artikel 16 vervalt: de voorschotpremie of.

F

In artikel 16a, eerste lid,16b, eerste lid, 16c, eerste lid, aanhef en onderdeel a, en 16d, eerste lid, vervalt telkens: en de voorschotpremie.

G

In artikel 16a, zesde lid, 16d, achtste lid, 16f, eerste, tweede en vierde lid, 16g, eerste lid, en 16h vervalt telkens: of voorschotpremie.

H

In artikel 16a, zevende lid, artikel 16b, zesde en zevende lid, 16d, derde en vijfde lid, 16g, tweede lid, en 16h vervalt telkens: of de voorschotpremie.

I

In artikel 16b, vijfde lid, en 16d, negende lid, vervalt telkens: en voorschotpremie.

J

De artikelen 16e, 18d en 18e, vervallen.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET

In artikel 83, tweede lid, van de Werkloosheidswet vervalt de zinsnede:, of indien een voorschotpremie wordt gevorderd.

ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE ZIEKENFONDSWET

In artikel 15, vierde lid, van de Ziekenfondswet vervalt de zinsnede: of indien een voorschotpremie wordt gevorderd.

HOOFDSTUK II. WIJZIGINGEN INZAKE DE VASTSTELLING VAN HET UITKERINGSLOON

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 15 wordt vervangen door:

Artikel 15

1. Voor de berekening van het ziekengeld waarop op grond van deze wet recht bestaat wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer, in een jaar voorafgaande aan het intreden van zijn ongeschiktheid tot werken, verdiende, doch ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag. Indien binnen de periode van een jaar niet ten minste drie volledige premiebetalingstijdvakken zijn gelegen waarin loon is genoten, wordt die periode voorverlengd met ten hoogste een jaar.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van de vaststelling van het dagloon, bedoeld in het eerste lid, nadere regels gesteld. Bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur kunnen zonodig afwijkende regels worden gesteld met betrekking tot de situatie dat:

a. in de periode, bedoeld in het eerste lid:

1°. geen volledig premiebetalingstijdvak is gelegen waarin loon is genoten;

2°. een uitkering is genoten op grond van deze wet, de Werkloosheidswet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg;

3°. loon is genoten op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of, door de verzekerde met een publiek-rechtelijke dienstbetrekking, op grond van een naar aard en strekking daarmee overeenkomende regeling;

4°. door de verzekerde verlof is genoten;

5°. de verzekerde als starter, intreder of herintreder een dienstbetrekking is aangegaan;

6°. de verzekerde gelijktijdig in twee of meer dienstbetrekkingen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5 stond;

b. de betrokkene recht heeft op ziekengeld op grond van artikel 46.

B

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16

1. De daglonen worden herzien met ingang van de dag waarop en in de mate waarin het bedrag genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt herzien.

2. Onze Minister maakt in de Staatscourant bekend met ingang van welke dag en met welk percentage een herziening als bedoeld in het eerste lid plaatsvindt.

3. Op een beschikking als gevolg van een herziening van het dagloon op grond van dit artikel zijn de artikelen 3:41 en 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

C

Aan artikel 29 wordt een lid toegevoegd, luidende:

9. Het ziekengeld, bedoeld in het zesde lid, wordt vermeerderd met het bedrag dat gelijk is aan het in artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet, bedoelde deel van de procentuele premie, dat door de werkgever zou zijn verschuldigd indien de verzekerde verzekerd zou zijn op grond van artikel 3 van de Ziekenfondswet, indien de verzekerde:

a. voorafgaand aan de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken een werkgeversbijdrage ontving strekkende tot betaling van premie van een door of voor de werknemer afgesloten particuliere of publiekrechtelijke ziektekostenverzekering; en

b. deze bijdrage, als gevolg zijn ongeschiktheid tot werken, heeft verloren.

ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 14 wordt vervangen door:

Artikel 14

1. Voor de berekening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer, in een jaar voorafgaand aan het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid, verdiende, doch ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag. Indien binnen de periode van een jaar niet ten minste drie volledige premiebetalingstijdvakken zijn gelegen waarin loon is genoten, wordt die periode voorverlengd met ten hoogste een jaar.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van de vaststelling van het dagloon, bedoeld in het eerste lid, nadere regels gesteld. Bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur kunnen zonodig afwijkende regels worden gesteld met betrekking tot de situatie dat:

a. in de periode, bedoeld in het eerste lid:

1°. geen volledig premiebetalingstijdvak is gelegen waarin loon is genoten;

2°. een uitkering is genoten op grond van deze wet, de Werkloosheidswet, de Ziektewet of hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg;

3°. loon is genoten op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of, door de verzekerde met een publiekrechtelijke dienstbetrekking, op grond van een naar aard en strekking daarmee overeenkomende regeling;

4°. door de verzekerde verlof is genoten;

5°. de verzekerde als starter, intreder of herintreder een dienstbetrekking is aangegaan;

b. het loon van de verzekerde is verlaagd op de dag van het bereiken van de leeftijd van 55 jaar, of daarna;

c. de verzekerde bij de aanvang van zijn verzekering gedeeltelijk arbeidsongeschikt is.

B

Aan artikel 21 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in het tweede lid, wordt vermeerderd met het bedrag dat gelijk is aan het in artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet, bedoelde deel van de procentuele premie, dat door de werkgever zou zijn verschuldigd indien de verzekerde verzekerd zou zijn op grond van artikel 3 van de Ziekenfondswet, indien de verzekerde:

a. voorafgaand aan de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken een werkgeversbijdrage ontving strekkende tot betaling van premie van een door of voor de verzekerde afgesloten particuliere of publiekrechtelijke ziektekostenverzekering; en

b. deze bijdrage, als gevolg zijn arbeidsongeschiktheid, heeft verloren.

C

Artikel 40, tweede lid, wordt vervangen door:

2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt in artikel 14, eerste lid, in plaats van de woorden «voorafgaand aan het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid» gelezen: voorafgaand aan de toename van zijn arbeidsongeschiktheid.

ARTIKEL VI. WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 34, vijfde lid, onderdeel c, wordt «een uitkering als bedoeld in artikel 45, vierde lid» vervangen door: een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten dan wel uit een uitkering die naar aard en strekking daarmee overeenkomt.

B

Artikel 45 wordt vervangen door:

Artikel 45

1. Voor de berekening van de uitkering waarop op grond van deze afdeling recht bestaat wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in een jaar, voorafgaande aan het intreden van het arbeidsurenverlies, bedoeld in artikel 16, eerste lid, verdiende, doch ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag. Indien binnen de periode van een jaar niet ten minste drie volledige premiebetalingstijdvakken zijn gelegen waarin loon is genoten, wordt die periode voorverlengd met ten hoogste een jaar.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van de vaststelling van het dagloon, bedoeld in het eerste lid, nadere regels gesteld. Bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur kunnen zonodig afwijkende regels worden gesteld met betrekking tot de situatie dat:

a. in de periode, bedoeld in het eerste lid:

1°. geen volledig premiebetalingstijdvak is gelegen waarin loon is genoten;

2°. een uitkering is genoten op grond van deze wet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg;

3°. loon is genoten op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of, door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking, op grond van een naar aard en strekking daarmee overeenkomende regeling;

4°. door de werknemer verlof is genoten;

5°. de werknemer als starter, intreder of herintreder een dienstbetrekking is aangegaan;

6°. de werknemer arbeidsuren heeft verloren;

7°. de werknemer gelijktijdig in twee of meer dienstbetrekkingen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5 stond;

b. de werknemer een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 80% ontvangt of – indien artikel 25, 28, 30 of 33 van die wet ten aanzien van hem niet van toepassing was – zou ontvangen;

c. het loon van de werknemer is verlaagd op de dag van het bereiken van de leeftijd van 55 jaar, of daarna;

d. de werknemer na ontslag uit een dienstbetrekking hetzij onmiddellijk, hetzij binnen een bij de algemene maatregel van bestuur te bepalen periode, opnieuw arbeid in dienstbetrekking heeft aanvaard;

e. de werknemer recht heeft op uitkering op grond van artikel 18.

C

Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, wordt «per dag» vervangen door: per dag, de zaterdagen en zondagen niet meegerekend.

b. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, dan wel de uitkering van de werknemer, bedoeld in het tweede lid, wordt vermeerderd met het bedrag dat gelijk is aan het in artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet, bedoelde deel van de procentuele premie, dat door de werkgever zou zijn verschuldigd indien de werknemer verzekerd zou zijn op grond van artikel 3 van de Ziekenfondswet, indien de werknemer:

a. voorafgaand aan de eerste dag waarop het recht op uitkering is ontstaan een werkgeversbijdrage ontving strekkende tot betaling van premie van een door of voor de werknemer afgesloten particuliere of publiekrechtelijke ziektekostenverzekering; en

b. deze bijdrage, als gevolg van het ontstaan van zijn recht op uitkering, heeft verloren.

D

In artikel 51, derde lid, wordt «artikel 45, vierde lid» vervangen door: artikel 45, tweede lid, onderdeel b.

ARTIKEL VII. WIJZIGING VAN DE INVOERINGSWET STELSELHERZIENING SOCIALE ZEKERHEID

Artikel 34 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid vervalt.

ARTIKEL VIII. WIJZIGING VAN DE TIJDELIJKE WET BEPERKING INKOMENSGEVOLGEN ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSCRITERIA

Artikel 9, negende lid, van de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria vervalt.

HOOFDSTUK III. OVERIGE WIJZIGINGEN DIE VERBAND HOUDEN MET HET VOORGESTELDE IN DE HOOFDSTUKKEN I EN II

§ 1. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

ARTIKEL IX. WIJZIGING VAN DE WET AANPASSING DAGLONEN WET OVERGANGSREGELING ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

In artikel 3, tweede lid, van de Wet aanpassing daglonen Wet overgangsregeling arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt «bedoelde maximum dagloon» vervangen door: genoemde bedrag.

ARTIKEL X. WIJZIGING VAN DE WET ARBEID MIJNBOUW NOORDZEE

In artikel 5 van de Wet arbeid mijnbouw Noordzee wordt «artikel 8, tweede lid, vervangen door: artikel 8.

ARTIKEL XI. WIJZIGING VAN DE WET MEDEFINANCIERING AANVULLENDE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERINGEN

De Wet medefinanciering aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel b, wordt «maximumdagloon als bedoeld» vervangen door: bedrag, genoemd.

B

In artikel 2, eerste lid, wordt «bedoelde maximumdagloon» vervangen door: genoemde bedrag.

ARTIKEL XII. WIJZIGING VAN DE WET MINIMUMLOON EN MINIMUMVAKANTIEBIJSLAG

In artikel 6 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot het derde lid, het derde lid.

ARTIKEL XIII. WIJZIGING VAN DE WET OP DE (RE)INTEGRATIE ARBEIDSGEHANDICAPTEN

In artikel 28 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt «bedoelde maximum dagloon» vervangen door: genoemde bedrag.

ARTIKEL XIV. WIJZIGING VAN DE WET TERUGDRINGING ZIEKTEVERZUIM

In artikel XV, tweede lid, van de Wet terugdringing ziekteverzuim wordt «maximum dagloon, bedoeld» vervangen door: bedrag, genoemd.

ARTIKEL XV. WIJZIGING VAN DE WET VAN 3 APRIL 1985, HOUDENDE OVERGANGSMAATREGEL BOVENWETTELIJKE UITKERINGEN

In artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet van 3 april 1985, houdende overgangsmaatregel met betrekking tot loonbetalingen tijdens ziekte en aanvullingen op de wettelijke ziekengelduitkering (Stb. 215) wordt «maximumdagloon, bedoeld» vervangen door: bedrag, genoemd.

ARTIKEL XVI. WIJZIGING VAN DE WET VAN 22 DECEMBER 1994, HOUDENDE WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET EN ENKELE ANDERE WETTEN (AANSCHERPING REFERTE-EISEN WW) (STB. 955)

Artikel X van de Wet van 22 december 1994, houdende wijziging van de Werkloosheidswet en enkele andere wetten (aanscherping referte-eisen WW) (Stb. 955) vervalt.

ARTIKEL XVII. WIJZIGING VAN DE WET VERHOGING DAGLONEN WAO, WWV EN WW

In artikel 3 van de Wet van 1 mei 1987, houdende verhoging van een aantal daglonen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet Werkloosheidsvoorziening en de Werkloosheidswet voor bepaalde categorieën werknemers (Stb. 242) wordt «maximumdagloon, bedoeld» vervangen door: bedrag, genoemd.

§ 2. Ministerie van Justitie

ARTIKEL XVIII. WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK

In artikel 629, lid 1, van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt «maximum dagloon, bedoeld» vervangen door: bedrag, genoemd.

§ 3. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

ARTIKEL XIX. WIJZIGING VAN DE WET OVERHEIDSPERSONEEL ONDER DE WERKNEMERSVERZEKERINGEN

De Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, vierde lid, komt te luiden:

4. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.

B

Artikel 14, derde lid, komt te luiden:

3. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.

C

Artikel 24, vierde lid, komt te luiden:

4. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.

D

Artikel 33, elfde lid, komt te luiden:

11. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.

ARTIKEL XX. WIJZIGING VAN DE WET RECHTSPOSITIONELE VOORZIENINGEN RAMPBESTRIJDERS

De Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, eerste lid, wordt «bedoelde maximumdagloon» vervangen door: genoemde bedrag.

B

In artikel 27, vierde lid, wordt «de artikelen 4, 5 en 6 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen door: de artikelen 4, 5, 6 en 7 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering.

§ 4. Ministerie van Defensie

ARTIKEL XXI. WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING MILITAIREN

Artikel 10 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen komt te luiden:

Artikel 10

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van het dagloon.

§ 5. Ministerie van Verkeer en Waterstaat

ARTIKEL XXII. WIJZIGING VAN DE WET PRIVATISERING SPOORWEGPENSIOENFONDS

Artikel 10, tweede lid, van de Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds komt te luiden:

2. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.

HOOFDSTUK IV. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL XXIII. OVERGANGSBEPALING IN VERBAND MET ARTIKEL I (COÖRDINATIEWET SOCIALE VERZEKERING)

Na artikel 18f van de Coördinatiewet Sociale Verzekering wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 18g

1. Deze wet en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van artikel I van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in sociale verzekeringswetten, blijven van toepassing op het loon dat is genoten voorafgaand aan de dag waarop dat artikel in werking treedt.

2. De artikelen 4, 5, 6, 7 en 8, en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op het loon dat in het jaar onmiddellijk volgend op die dag wordt genoten over tijdvakken gelegen voorafgaand aan de dag waarop dat artikel in werking treedt.

ARTIKEL XXIV. OVERGANGSBEPALING IN VERBAND MET ARTIKEL IV (ZIEKTEWET)

Artikel 86 van de Ziektewet komt te luiden:

Artikel 86

Artikel 15 en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van artikel IV, onderdeel A, van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op de persoon wiens recht op ziekengeld is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van dat artikel met betrekking tot die uitkering.

ARTIKEL XXV. OVERGANGSBEPALING IN VERBAND MET ARTIKEL V (WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING)

Na artikel 98c van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 98d

Artikel 14 en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van artikel V, onderdeel A, van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op de persoon wiens recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van dat artikel, met betrekking tot die arbeidsongeschiktheidsuitkering. Met betrekking tot de artikelen 40, eerste lid, 43c en 48, derde lid, is de eerste zin niet van toepassing.

ARTIKEL XXVI. OVERGANGSBEPALING IN VERBAND MET DE ARTIKELEN VI EN VII (WERKLOOSHEIDSWET EN INVOERINGSWET STELSELHERZIENING SOCIALE ZEKERHEID)

Na artikel 135a van de Werkloosheidswet wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 135b

Artikel 34 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van de artikelen VI en VII, van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op de persoon wiens recht op uitkering op grond van deze wet is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van die artikelen, met betrekking tot die uitkering.

ARTIKEL XXVII. OVERGANGSBEPALING IN VERBAND MET ARTIKEL XXI (WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING MILITAIREN)

Na artikel 12 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

Artikel 10 en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel XXI van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op de persoon wiens recht op uitkering is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van dat artikel, met betrekking tot die uitkering.

ARTIKEL XXVIII. SLOTBEPALING INHOUDENDE WIJZIGING VAN DE COÖRDINATIEWET SOCIALE VERZEKERING IN VERBAND MET EEN ANDER BIJ DE TWEEDE KAMER INGEDIEND WETSVOORSTEL

Indien het bij koninklijke boodschap van 28 september 1996 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en de Invorderingswet 1990 in verband met de invoering van de opdrachtgeversaansprakelijkheid en de kopersaansprakelijkheid in de confectiesector en invoering van een vrijwaringsregeling in de ketenaansprakelijkheid (Kamerstukken II 1996/97, 25 035, nr. 2) tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt de Coördinatiewet Sociale Verzekering als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 16ba, eerste lid, 16bb, eerste lid, en 16c, eerste lid, onderdeel a, vervalt telkens de zinsnede: en de voorschotpremie.

B

In de artikelen 16bb, eerste lid, en 16f, eerste, tweede en vijfde lid, vervalt telkens de zinsnede: of voorschotpremie.

C

In de artikelen 16ba, vijfde en zesde lid, 16bb, tweede lid, 16c, derde en vierde lid, en 16g, derde lid, vervalt telkens de zinsnede: of de voorschotpremie.

ARTIKEL XXIX. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XXX. CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven