28 218
Regels ter vergroting van de kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen ten aanzien van onroerende zaken (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende regels ter vergroting van de kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen ten aanzien van onroerende zaken (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

5 februari 2002

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter bevordering van de rechtszekerheid ten aanzien van onroerende zaken, de toegankelijkheid van overheidsinformatie en een goede vervulling van publiekrechtelijke taken, de kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen ten aanzien van onroerende zaken te vergroten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. publiekrechtelijke beperking:

1°. beperking van de bevoegdheid tot gebruik van of beschikking over een onroerende zaak of een recht waaraan die zaak is onderworpen, niet zijnde een privaatrechtelijke beperking,

2°. schuldplichtigheid die rust op een onroerende zaak of een recht waaraan die zaak is onderworpen;

b. beperkingenbesluit: op grond van artikel 2 aangewezen schriftelijke publiekrechtelijke rechtshandeling waaruit een publiekrechtelijke beperking voortvloeit dan wel waarbij deze wordt gewijzigd of komt te vervallen;

c. gemeentelijk beperkingenregister: openbaar gemeentelijk register waarin een beperkingenbesluit van een gemeentelijk bestuursorgaan wordt ingeschreven;

d. gemeentelijke beperkingenregistratie: openbare gemeentelijke registratie die gegevens omtrent in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluiten bevat;

e. openbare registers: openbare registers als bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

f. kadastrale registratie: kadastrale registratie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Kadasterwet;

g. Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers als bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;

h. persoonsgegeven: persoonsgegeven als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 2

1. Bij algemene maatregel van bestuur worden beperkingenbesluiten aangewezen, waarop deze wet van toepassing is.

2. In afwijking van het eerste lid kunnen beperkingenbesluiten bij ministeriële regeling worden aangewezen, indien deze worden vastgesteld op grond van een verordening van onderscheidenlijk een gemeente, waterschap of provincie als bedoeld in onderscheidenlijk artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 78 van de Waterschapswet of artikel 145 van de Provinciewet.

Artikel 3

1. In het gemeentelijke beperkingenregister worden ingeschreven een op grond van artikel 2 aangewezen beperkingenbesluit van een bestuursorgaan van de desbetreffende gemeente, alsmede een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, indien daarbij het beperkingenbesluit wordt vernietigd, ingetrokken of gewijzigd.

2. In de openbare registers worden ingeschreven een op grond van artikel 2 aangewezen beperkingenbesluit van een ander dan gemeentelijk bestuursorgaan, niet zijnde een beslissing in administratief beroep als bedoeld in het eerste lid, alsmede een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, indien daarbij het beperkingenbesluit wordt vernietigd, ingetrokken of gewijzigd.

3. Ingeschreven wordt het origineel dan wel een gewaarmerkt afschrift van een beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak.

§ 2. Gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen

Artikel 4

1. Voorzover burgemeester en wethouders ter uitvoering van deze wet persoonsgegevens verwerken, doen zij dat uitsluitend ten behoeve van de doeleinden waarin deze wet voorziet.

2. Ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens, bedoeld in het eerste lid, zijn burgemeester en wethouders verantwoordelijke in de zin van artikel 1, eerste lid, onder d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

3. Burgemeester en wethouders verwerken geen persoonsgegevens als bedoeld in het eerste lid in verband met de totstandbrenging of de instandhouding van een directe relatie tussen de verantwoordelijke of een derde en degene op wie zodanige persoonsgegevens betrekking hebben met het oog op werving voor commerciële of charitatieve doelen.

Artikel 5

1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het houden van een gemeentelijk beperkingenregister en een gemeentelijke beperkingenregistratie.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien van het gemeentelijke beperkingenregister regels worden gegeven met betrekking tot:

a. de vorm en inrichting van het register,

b. de wijze waarop de kadastrale aanduiding van een onroerende zaak of zaken kenbaar wordt gemaakt op een beperkingenbesluit, een beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid,

c. de wijze waarop een aantekening als bedoeld in artikel 7, kenbaar wordt gemaakt op een beperkingenbesluit, een beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gegeven met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop andere aantekeningen dan die, bedoeld in het tweede lid, onder c, kenbaar worden gemaakt op een beperkingenbesluit, een beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid.

4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels omtrent de uitvoering van de in het tweede en derde lid genoemde onderwerpen worden gegeven.

Artikel 6

1. In de gemeentelijke beperkingenregistratie worden ten minste de volgende gegevens opgenomen:

a. een korte aanduiding van de aard en inhoud van een publiekrechtelijke beperking,

b. het tijdstip van inwerkingtreding van het desbetreffende beperkingenbesluit of van het van kracht worden van een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel het tijdstip van inschrijving van een vervallen-verklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid,

c. het nummer waaronder het beperkingenbesluit, de beslissing in administratief beroep of de rechterlijke uitspraak, dan wel de vervallenverklaring, bedoeld in artikel 7, vierde lid, in het gemeentelijke beperkingenregister is ingeschreven,

d. de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak of zaken waarop het beperkingenbesluit, de beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel de vervallenverklaring, bedoeld in artikel 7, vierde lid, betrekking heeft, en

e. voorzover bekend, de plaatselijke aanduiding van die onroerende zaak of zaken.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gegeven met betrekking tot de vorm en inrichting van de gemeentelijke beperkingenregistratie en de daarin op te nemen soorten gegevens.

Artikel 7

1. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of een rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt voorzien van de kadastrale aanduidingen van de onroerende zaak of zaken waarop deze betrekking heeft en wordt ingeschreven in het gemeentelijke beperkingenregister.

2. De inschrijving, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door op het beperkingenbesluit, de beslissing in administratief beroep of de rechterlijke uitspraak, een aantekening te plaatsen en het tijdstip van inschrijving te vermelden.

3. De inschrijving, bedoeld in het eerste lid, geschiedt binnen vier dagen na de dag van bekendmaking van het beperkingenbesluit dan wel, indien het een beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak betreft, binnen vier dagen na de dag waarop burgemeester en wethouders een gewaarmerkt afschrift daarvan hebben ontvangen.

4. Indien een publiekrechtelijke beperking die voortvloeit uit een in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluit onherroepelijk en anders dan ten gevolge van een beperkingenbesluit of een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak is vervallen, dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat binnen vier dagen na de dag waarop dit bij hen bekend is geworden en met overeenkomstige toepassing van het eerste en tweede lid een verklaring met betrekking tot dat vervallen wordt ingeschreven in dat register.

Artikel 8

1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het bijhouden van de gemeentelijke beperkingenregistratie in geval van:

a. inschrijving van een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 7, eerste lid,

b. inschrijving van een verklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid,

c. wijziging van de plaatselijke aanduiding van een onroerende zaak of zaken ten gevolge van een besluit aangaande de toekenning of wijziging van het huisnummer, de naam van de straat of de plaats waar deze onroerende zaak of zaken is of zijn gelegen,

d. door de Dienst op de voet van artikel 104 van de Kadasterwet verstrekte gegevens aangaande wijzigingen van de kadastrale aanduiding van de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen onroerende zaak of zaken ten aanzien waarvan een publiekrechtelijke beperking van kracht is, en

e. herstel van een fout als bedoeld in artikel 11, eerste lid, dan wel een daartoe strekkende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak.

2. De in artikel 7, derde lid, genoemde termijnen zijn van toepassing op het bijhouden als bedoeld in het eerste lid, onder a en e.

3. De in artikel 7, vierde lid, genoemde termijn is van toepassing op het bijhouden als bedoeld in het eerste lid, onder b.

4. Het bijhouden als bedoeld in het eerste lid, onder c, geschiedt binnen vier weken na de dag van bekendmaking van het daar bedoelde besluit.

5. Het bijhouden als bedoeld in het eerste lid, onder d, geschiedt binnen vier weken na de dag waarop een gemeente de daar bedoelde gegevens heeft ontvangen.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gegeven met betrekking tot het bijhouden als bedoeld in dit artikel.

Artikel 9

1. Op verzoek verlenen burgemeester en wethouders aan eenieder kosteloos inzage in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie. Tevens verstrekken zij op verzoek:

a. een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van een in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid,

b. een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens, of

c. een schriftelijke verklaring dat er blijkens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gegeven met betrekking tot:

a. de inzage in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie, en

b. de vorm en wijze van het verstrekken van een afschrift, uittreksel of verklaring als bedoeld in het eerste lid.

3. Voor het verstrekken van een afschrift, uittreksel of verklaring als bedoeld in het eerste lid kan overeenkomstig artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet, een recht worden geheven.

4. Artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens is niet van toepassing op persoonsgegevens opgenomen in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie.

Artikel 10

1. Burgemeester en wethouders houden voor de Dienst de in artikel 6 bedoelde gegevens door middel van een permanente aansluiting op de gemeentelijke beperkingenregistratie voor rechtstreekse raadpleging beschikbaar.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven met betrekking tot de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het beschikbaar houden van gegevens, bedoeld in het eerste lid, geschiedt.

3. Op verzoek verleent de Dienst door middel van de permanente aansluiting, bedoeld in het eerste lid, aan eenieder inzage in de gemeentelijke beperkingenregistratie.

Artikel 11

1. Burgemeester en wethouders dragen ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende zorg voor het herstel van een fout, gemaakt bij:

a. de inschrijving van een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, in het gemeentelijke beperkingenregister, of

b. het bijhouden van de gemeentelijke beperkingenregistratie.

2. Een verzoek tot herstel van een fout als bedoeld in het eerste lid bevat de redenen voor dat verzoek en zo mogelijk de aan te brengen wijzigingen.

3. Binnen vier weken na de dag van ontvangst van een verzoek als bedoeld in het eerste lid beslissen burgemeester en wethouders op het verzoek. Zij delen hun beslissing schriftelijk mede aan de verzoeker en aan andere belanghebbenden. Deze beslissing geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

4. In geval van een ambtshalve herstel als bedoeld in het eerste lid delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mede aan een belanghebbende. Deze mededeling geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

5. Artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens is van toepassing voorzover het herstel van een fout als bedoeld in het eerste lid leidt tot verbetering, aanvulling of verwijdering van persoonsgegevens.

Artikel 12

1. Een betrokkene als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet bescherming persoonsgegevens kan met het oog op de bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer burgemeester en wethouders verzoeken de hem betreffende, in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen persoonsgegevens af te schermen.

2. Ten aanzien van een verzoek als bedoeld in het eerste lid is artikel 11, tweede, derde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een betrokkene als bedoeld in het eerste lid nadere regels worden gegeven met betrekking tot de wijze waarop persoonsgegevens overeenkomstig dat lid worden afgeschermd.

Artikel 13

1. Een gemeente is aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt doordat:

a. de inschrijving van een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, in het gemeentelijke beperkingenregister, dan wel

b. het opnemen van gegevens daaromtrent in de gemeentelijke beperkingenregistratie, in strijd met deze wet en de daarop berustende bepalingen heeft plaatsgehad dan wel is nagelaten.

2. Een gemeente is voorts aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door alle verdere vergissingen, verzuimen, vertragingen of andere onregelmatigheden, door haar of door personen voor wier gedragingen zij aansprakelijk is, begaan bij:

a. het houden of bijhouden van het gemeentelijke beperkingenregister, onderscheidenlijk de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel

b. het verlenen van inzage en het opmaken en verstrekken van een afschrift, uittreksel of verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid.

§ 3. Andere dan gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen

Artikel 14

Op de inschrijving in de openbare registers van een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 3, tweede lid, en een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 15, derde lid, zijn de artikelen 24, eerste lid, en 26 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing.

Artikel 15

1. Het bestuursorgaan dat een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, heeft vastgesteld dan wel de eerstverantwoordelijke minister, indien dit beperkingenbesluit een algemeen verbindend voorschrift in een wet of algemene maatregel van bestuur is, draagt er zorg voor dat:

a. het beperkingenbesluit of een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak wordt voorzien van de kadastrale aanduidingen van de onroerende zaak of zaken waarop deze betrekking heeft, en

b. tezamen met de gegevens, bedoeld in het vierde lid, ter inschrijving in de openbare registers, respectievelijk ter opneming in de kadastrale registratie, aan de Dienst wordt aangeboden.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gegeven met betrekking tot dit aanbieden.

2. Het aanbieden, bedoeld in het eerste lid, onder b, geschiedt binnen vier dagen na de dag van bekendmaking van het beperkingenbesluit dan wel, indien het een beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak betreft, binnen vier dagen na de dag waarop het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan een gewaarmerkt afschrift daarvan heeft ontvangen.

3. Indien een publiekrechtelijke beperking die voortvloeit uit een in de openbare registers ingeschreven beperkingenbesluit onherroepelijk en anders dan ten gevolge van een beperkingenbesluit of een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak is vervallen, biedt het bestuursorgaan, bedoeld in het eerste lid, binnen vier dagen na de dag waarop dit bij hem bekend is geworden en met overeenkomstige toepassing van het eerste lid, onder a en b, de Dienst ter inschrijving in de openbare registers een verklaring met betrekking tot het vervallen van die beperking aan.

4. Bij algemene maatregel van bestuur wordt, onverminderd artikel 48 van de Kadasterwet, bepaald welke soorten gegevens met betrekking tot een beperkingenbesluit, een beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 3, tweede lid, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, in de kadastrale registratie worden opgenomen.

Artikel 16

1. De Dienst verstrekt periodiek aan een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 15, eerste lid, een overzicht van wijzigingen in de kadastrale aanduidingen van de onroerende zaak of zaken waarop een door dat bestuursorgaan op grond van dat lid ter inschrijving in de openbare registers aangeboden beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, betrekking heeft. Deze verstrekking is kosteloos.

2. Een bestuursorgaan als bedoeld in het eerste lid dat een overzicht als bedoeld in dat lid ontvangt, doet binnen vier weken na de dag van ontvangst opgave aan de Dienst van de geactualiseerde kadastrale aanduidingen van de onroerende zaak of zaken waarop een beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak dan wel vervallenverklaring als bedoeld in dat lid betrekking heeft.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gegeven met betrekking tot:

a. de gevallen waarin een overzicht als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt,

b. de frequentie van het verstrekken van een overzicht als bedoeld in het eerste lid, en

c. het doen van een opgave als bedoeld in het tweede lid alsmede de vorm daarvan.

Artikel 17

De rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 15, eerste lid, behoort, is aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door vergissingen, verzuimen, vertragingen of andere onregelmatigheden, door hem of door personen voor wier gedragingen hij aansprakelijk is, begaan bij de nakoming van de bij of krachtens artikel 15, eerste tot en met derde lid, en artikel 16, tweede en derde lid, aan dat bestuursorgaan opgedragen verplichtingen.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 18

Deze wet treedt in werking op een bij wet te bepalen tijdstip.

Artikel 19

Deze wet wordt aangehaald als: Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

De Minister van Justitie,

Naar boven