28 197
Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van richtlijn nr. 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (PbEG L 178) (Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische handel)

nr. 20
MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER LAAN EN VAN DAM

Voorgesteld 4 november 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat een goede opsporing van strafbare feiten zoals kinderporno, fraude, discriminatie en andere onrechtmatige handelingen («illegal content») op internet noodzakelijk is, mede om het vertrouwen in elektronische handel, het gebruik van internet en het vertrouwen in de kenniseconomie te stimuleren;

van mening, dat deze problematiek een taakveld bestrijkt waar de minister van Justitie samen met de markt aanzienlijke verantwoordelijkheden draagt, zodat niet met alleen zelfregulering door de sector kan worden volstaan;

voorts van mening, dat het «notice and take down»-systeem dat momenteel door het ministerie van Justitie met de Brancheorganisatie van Internetproviders, NLIP en andere marktpartijen, wordt ontwikkeld derhalve ook van overheidswege gesteund zou moeten worden in het kader van «co-regulering» van deze problematiek;

verzoekt de minister van Justitie door middel van een brief inzicht te geven in de voortgang van voornoemd project tot op heden, en in het bijzonder de ondersteunende rol van het ministerie van Justitie daarin, nu en in de nabije toekomst;

verzoekt de minister van Justitie om binnen een halfjaar na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel de Kamer te informeren omtrent het functioneren van het Nederlandse «notice and take down»-systeem,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Laan

Van Dam

Naar boven