nr. 20
MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER LAAN EN VAN DAM
Voorgesteld 4 november 2003
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat een goede opsporing van strafbare feiten zoals kinderporno,
fraude, discriminatie en andere onrechtmatige handelingen («illegal
content») op internet noodzakelijk is, mede om het vertrouwen in elektronische
handel, het gebruik van internet en het vertrouwen in de kenniseconomie te
stimuleren;
van mening, dat deze problematiek een taakveld bestrijkt waar de minister
van Justitie samen met de markt aanzienlijke verantwoordelijkheden draagt,
zodat niet met alleen zelfregulering door de sector kan worden volstaan;
voorts van mening, dat het «notice and take down»-systeem
dat momenteel door het ministerie van Justitie met de Brancheorganisatie van
Internetproviders, NLIP en andere marktpartijen, wordt ontwikkeld derhalve
ook van overheidswege gesteund zou moeten worden in het kader van «co-regulering»
van deze problematiek;
verzoekt de minister van Justitie door middel van een brief inzicht te
geven in de voortgang van voornoemd project tot op heden, en in het bijzonder
de ondersteunende rol van het ministerie van Justitie daarin, nu en in de
nabije toekomst;
verzoekt de minister van Justitie om binnen een halfjaar na de inwerkingtreding
van het wetsvoorstel de Kamer te informeren omtrent het functioneren van het
Nederlandse «notice and take down»-systeem,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Laan
Van Dam