Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 28192 nr. 29 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 28192 nr. 29 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 maart 2004
Op 24 oktober 2003 deed ik uw Kamer het Vijfde voortgangsbericht inzake de bestrijding van de drugssmokkel via Schiphol toekomen. Naar aanleiding van de bespreking daarvan in de Vaste Commissie voor Justitie verschafte ik uw Kamer in december aanvullende informatie (kamerstuk 28 192). Vervolgens verzocht de Vaste Commissie mij bij schrijven van 22 januari jl. informatie te verstrekken over de uitvoering van het beleid, zoals aangekondigd in de genoemde stukken en om u te informeren over het verloop van de 100%-controles. Voorts werd mij verzocht in te gaan op de beweerde corruptie bij Douane en Koninklijke Marechaussee. Door middel van deze brief voldoe ik aan deze verzoeken.
De belangrijkste elementen van het beleid, zoals door mij aangekondigd in het Vijfde voortgangsbericht, waren:
• Uitvoering van zogenaamde 100%-controles op de meest belangrijke risicovluchten, waarvan bekend is dat hiermee stelselmatig grote hoeveelheden drugs via Schiphol naar Europa worden gesmokkeld;
• Toepassing daarbij van de stofgerichte benadering, waarbij de inbeslagneming van de totale hoeveelheid drugs die zich aan boord van het vliegtuig bevindt voorop staat. De consequentie daarvan, dat drugskoeriers met een relatief geringe hoeveelheid drugs worden heengezonden ten einde de justitieketen niet over te belasten is daarbij aanvaardbaar;
• Registratie van de aangehouden drugskoeriers op een zwarte lijst. Luchtvaartmaatschappijen dienen deze passagiers vervolgens te weigeren;
• Maatregelen, te treffen door de landen van waar de vliegtuigen naar Nederland vertrekken, om te voorkomen dat nog langer op grote schaal drugs aan boord worden gebracht; bij achterwege blijven daarvan wordt een vluchtverbod vanuit het desbetreffende land overwogen. Ook luchtvaartmaatschappijen zelf hebben hierin een belangrijke rol;
• Intensiveren van het opsporingsonderzoek naar de criminele organisaties die verantwoordelijk zijn voor de drugssmokkel;
• Samenwerking met Europese landen.
In het onderstaande zal ik ingaan op de wijze waarop invulling is gegeven aan bovenstaande punten, en waar mogelijk de resultaten vermelden. Ik benadruk dat het hierbij om een tussentijdse stand van zaken gaat. Zoals ik zal aangeven is sinds het Vijfde voortgangsbericht veel in gang gezet, zijn ook goede resultaten bereikt, maar is in een aantal gevallen meer tijd nodig om aangekondigd beleid en gemaakte afspraken te realiseren, alsmede om ter zake verantwoorde conclusies te kunnen trekken. Waar dit op basis van bereikte resultaten mogelijk is, zal ik een aantal overwegingen formuleren over de vervolgaanpak.
2. 100%-controles en toepassing stofgerichte benadering
Op 11 december 2003 is in het kader van de stofgerichte benadering gestart met speciale 100%-controles van vliegtuigen. Hierbij worden zowel de passagiers, hun bagage, de vracht en het vliegtuig zelf systematisch gecontroleerd op de aanwezigheid van drugs. Sinds de start van de actie zijn, afhankelijk van het resultaat en de capaciteit van de diensten, steeds meer vliegtuigen in het controleprogramma opgenomen. Gestart is, op basis van de informatie uit de criminaliteitsbeeldanalyse, met alle vluchten afkomstig van het vliegveld Hato (Curaçao). Daarna zijn ook de overige vluchten afkomstig van de Nederlandse Antillen in het schema opgenomen. Op 11 februari 2004 is vervolgens gestart met het 100% controleren van vluchten afkomstig van Suriname, eveneens op basis van informatie over de omvang van de drugssmokkel per vliegtuig vanuit dit land naar Nederland.
In totaal zijn in elf weken 234 vliegtuigen op deze manier gecontroleerd. Daarnaast zijn door het Schipholteam, voor zover de planning dat toeliet, ook nog andere vluchten, zij het extensiever gecontroleerd, en heeft de douane de reguliere controles verricht op passagiers die Nederland wilden binnenreizen.
Uit cijfers van de Douane en de Marechaussee blijkt dat alleen al in het kader van de 100%-controles op Schiphol in elf weken in totaal 727 kilo drugs bruto in beslag is genomen. Daarnaast werden er 378 bolletjesslikkers aangehouden waarvan de meeste na de bollen te hebben afgescheiden, zonder dagvaarding zijn heengezonden na registratie op de zwarte lijst. Op basis van door het Openbaar Ministerie gehanteerde criteria zijn voorts 142 personen direct zonder dagvaarding weggestuurd, na registratie op de zwarte lijst en nadat de drugs hen waren afgenomen. Aan 127 koeriers is een dagvaarding uitgereikt.
In de eerste actieweek werden gemiddeld 10 koeriers per vlucht aangehouden. De eerste weken van de controles van vluchten uit de Nederlandse Antillen en Suriname was er sprake van een relatief hoog percentage passagiers dat niet kwam opdagen voor de vlucht («no-shows»). De bekendmaking dat er sprake was van 100% controles deed kennelijk een relatief groot aantal passagiers besluiten om van hun vlucht af te zien. Het aantal aanhoudingen per vlucht daalde vervolgens verder, naar ongeveer 5 passagiers (week 2 en 3), vervolgens naar 1 passagier (week 4 en 5), waarna weer een lichte stijging waarneembaar is, met name op de rechtstreekse vluchten vanuit Hato en op vluchten vanuit Paramaribo.
Kennelijk omdat het op de gecontroleerde vluchten vrijwel niet meer mogelijk is drugs binnen te smokkelen via de bagage of door deze op het lichaam te bevestigen, en wellicht ook omdat men er van uitgaat dat menbij aantreffen van geringe hoeveelheden drugs niet wordt vervolgd, is het aantal bolletjesslikkers onder de aangehouden passagiers relatief gestegen.
In dit licht heb ik besloten zeer binnenkort ook op Schiphol een bodyscan in gebruik te nemen. Hiermee kan snel duidelijkheid worden verkregen of een passagier ten onrechte wordt verdacht van het slikken van bolletjes en zal bovendien onnodige druk op de justitieketen kunnen worden voorkomen. Na afgifte van de benodigde vergunning voor het gebruik daarvan zal de scan kunnen worden ingezet. Benadrukt wordt dat deze scan niet in de plaats komt van de scan op het vliegveld Hato. Voorkomen moet immers blijven worden dat drugskoeriers naar Nederland reizen. Bovendien zou het weghalen van de scan de luchtvaartmaatschappijen in problemen brengen. Zij kunnen er dan immers niet meer op vertrouwen dat de controles door de Antilliaanse overheid op toegang van drugskoeriers tot de vliegtuigen, op adequate wijze geschiedt.
Opvallend zijn de resultaten van de controleactiviteiten op Curaçao. Ondanks het feit dat inmiddels breed bekend is dat op Schiphol scherpe controles worden uitgevoerd, blijven toch veel reizigers proberen om met drugs naar Nederland te reizen. Op Curaçao werden gemiddeld 119 passagiers per week geweigerd door het Hato-team, waarbij er de laatste weken overigens wel sprake is van een daling van het aantal weigeringen. Ik herhaal hier mijn eerder uitgesproken waardering voor het Hatoteam dat er ondanks vaak moeilijke omstandigheden in slaagt zo vele drugskoeriers met bestemming Schiphol aan te houden of te verhinderen aan boord van de vliegtuigen te gaan. Een verklaring voor het aanhoudende aantal koeriers dat naar Nederland probeert te reizen is de druk die op hen wordt uitgeoefend door de criminele organisatoren van het transport en de grote winst die met dergelijk transport is te behalen. Velen proberen op deze manier toch te voldoen aan de verplichting die zij zijn aangegaan met de leverancier van de drugs om deze naar Nederland te transporteren. Doet men dit niet, dan ziet men zich geconfronteerd met een schuld die moet worden voldaan aan de criminele organisator, die er veelal niet voor terug deinst betrokkene hieraan op gewelddadige wijze te herinneren.
Uit de criminaliteitsbeeldanalyse bleek dat op basis van verschillende gegevens en bronnen redelijk betrouwbaar gesteld kon worden dat er voordat de 100%-controles een aanvang namen 30–50 koeriers per vlucht vanaf Curaçao kwamen. Geconstateerd kan worden dat op de vluchten vanuit de Nederlandse Antillen en Aruba momenteel beduidend minder koeriers aanwezig zijn dan genoemd aantal. Het huidige beeld is dat nog slechts enkele passagiers zich met drugs aan boord van de vliegtuigen bevinden. Bovendien worden er vrijwel geen grotere hoeveelheden drugs meer aangetroffen. Ook de bagageruimten van de gecontroleerde vluchten blijken over het algemeen vrij van drugs. Daarmee voldoet de stofgerichte aanpak aan de verwachting, en kan worden vastgesteld dat deze aanpak noodzakelijk is om de smokkel van drugs naar Schiphol te bestrijden.
Over de uitvoering van de maatregelen vindt met regelmaat overleg plaats met de betrokken luchtvaartmaatschappijen en de luchthaven Schiphol. Bij de uitvoering van de intensieve controles zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de belangen van betrokken ondernemingen.
3. Afspraken met de Nederlandse Antillen en Aruba
Parallel aan de uitvoering van de bijzondere controleacties is een reeks van initiatieven genomen om de problematiek dichter bij de bron aan te pakken. Het reguliere tripartiete overleg, dat ik, samen met de Minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties in januari voerde met mijn ambtgenoten van de Nederlandse Antillen en van Aruba stond in belangrijke mate in het teken van de problematiek van de drugssmokkel. En marge van dit overleg heb ik tevens overleg gevoerd met een bredere delegatie van de Antilliaanse regering. Daarbij is mij gebleken dat het Nederlandse stofgerichte beleid, gecombineerd met flankerende maatregelen, op brede steun kan rekenen van de regering van de Nederlandse Antillen.
Mede met het oog op het voorkomen van een vliegverbod is mij volledige steun toegezegd bij de uitwerking van dit beleid. Hiertoe is de gezamenlijke werkgroep Drugsbestrijding ingesteld. Tot mijn spijt heeft de regering van Aruba vooralsnog besloten hieraan niet deel te nemen, vanwege het verschil in de zwaarte en omvang van de drugsproblematiek die men ervaart tussen de Nederlandse Antillen en Aruba. Met Aruba zullen wel intensieve bilaterale contacten worden onderhouden.
De opdracht van de werkgroep ziet toe op bestrijding van de drugsproblematiek in alle schakels van de keten. Nederland heeft nadrukkelijk steun toegezegd aan de Nederlandse Antillen bij de aanpak om te voorkomen dat de drugs het Koninkrijk binnen komen via de lucht- en zeehavens van de Nederlandse Antillen. De werkgroep zal bestaande knelpunten in kaart brengen en aanbevelingen doen aan de beide regeringen om genoemde knelpunten op te heffen. Bovendien zijn voorzieningen getroffen met het oog op een regelmatige en tijdige informatie-uitwisseling tussen beide landen, zowel op operationeel als op beleidsniveau. Gelet op de specifieke situatie op de Bovenwindse eilanden zal het eiland Sint Maarten rechtstreeks vertegenwoordigd zijn in de werkgroep.
Ten aanzien van het programma Rechtshandhaving van de Nederlandse Antillen is een protocol getekend waarin de initiële financiering van enkele projecten reeds voor 2004 mogelijk wordt gemaakt. Het betreft onder andere het instellen van een drugsbestrijdingteam op de Nederlandse Antillen. Een voortvarende uitvoering van deze projecten is geboden, gelet op de noodzaak om de groeiende criminaliteit te bestrijden waarvan momenteel sprake is op de Nederlandse Antillen, mede als gevolg van de resultaten die worden behaald met de bestrijding van de drugssmokkel naar Nederland.
Het onderzoek naar de aard en omvang van de georganiseerde criminaliteit op de Bovenwindse eilanden dat door de Universiteit van de Nederlandse Antillen in samenwerking met het WODC wordt uitgevoerd, is door mijn Antilliaanse collega in gang gezet.
De Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba heeft in 2003 bijna vijf ton cocaïne onderschept, tegen bijna twee ton in 2002. Ook in 2004 zullen verdere maatregelen worden genomen ter verhoging van de effectiviteit van het optreden van de Kustwacht. De oprichting van een walradarsysteem tegen aanlandingen van drugstransporten over zee kan hiervan deel uitmaken. Ter zake wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. De Kustwacht maakt in samenwerking met het Recherche Samenwerkingteam (RST) en andere relevante diensten een criminele kaart van drugsaanlandingen, routes, organisaties etc. Binnenkort zullen aan de Rijksministerraad voorstellen gezonden worden ter verdere versterking van de Kustwacht en haar effectiviteit.
Het RST heeft als opdracht gekregen een substantieel deel van zijn capaciteit in te zetten tegen organisaties die zich met drugssmokkel bezighouden. Voor dat doel werkt het RST nauw samen met andere opsporingsdiensten binnen en buiten de landen van het Koninkrijk.
Over de samenwerking met Frankrijk op Sint Maarten heb ik overleg gevoerd met mijn Franse collega's Perben en Sarkozy en met autoriteiten op beide delen van Sint Maarten. Onderzocht wordt of en hoe verdragen inzake personencontrole en douanesamenwerking alsnog geratificeerd kunnen worden en hoe justitiële samenwerking op het eiland verbeterd kan worden. De Antilliaanse autoriteiten en Frankrijk zegden hiervoor hun medewerking toe.
Alvorens op 11 februari 2004 een begin te maken met de 100%-controles op vluchten vanuit Suriname, hebben op initiatief van mijn Surinaamse ambtgenoot Gilds en mijzelf intensieve gesprekken plaats gehad tussen twee door ons aangewezen ambtelijke delegaties over te treffen maatregelen in het kader van de drugsbestrijding. Gebleken is dat er tussen Suriname en Nederland volstrekte overeenstemming bestaat over de noodzaak om op dit terrein een actief, gezamenlijk beleid te voeren. Op basis van dit gemeenschappelijke uitgangspunt kon een aantal afspraken worden gemaakt. Als bijlage bij deze brief treft u de inmiddels door de verantwoordelijke ministers vastgestelde Besluitenlijst van genoemd overleg aan1.
Met de uitvoering van de gemaakte afspraken is belast de in het leven geroepen gezamenlijke Stuurgroep Drugsbestrijding Nederland-Suriname, die halfjaarlijks bijeen zal komen. De eerste bijeenkomst vindt binnen een maand plaats.
Drugskoeriers die worden aangehouden op Schiphol worden op een zwarte lijst geplaatst. Deze lijst heeft de formele status van politieregister. Voor de verstrekking van gegevens uit dit register aan bijvoorbeeld de luchtvaartmaatschappijen zijn dan ook de bepalingen van de Wet politieregisters van toepassing. In dat kader heb ik op 23 december 2003 een machtiging als bedoeld in artikel 18, vijfde lid Wet politieregisters verstrekt aan de Minister van Defensie. Deze machtiging, die in eerste instantie een tijdelijk karakter draagt, maakt het mogelijk dat de Koninklijke Marechaussee een lijst met personen bij wie drugs is aangetroffen bij de controles op Schiphol (de zogenaamde zwarte lijst) verstrekt aan de KLM, Dutch Carribean Airlines (DCA) en Air Holland. In het kader van de samenwerking met Suriname is ook overleg gaande met Surinam Airways. De betrokken luchtvaartmaatschappijen hebben zich bereid verklaard op Schiphol passagiers voor rechtstreekse vluchten naar Aruba, de Nederlandse Antillen en Suriname te weigeren die, volgens opgave van de Koninklijke Marechaussee, voorkomen in het register. De regeling heeft zoals gezegd een tijdelijk karakter, vooruitlopend op een definitieve regeling, op basis waarvan convenanten met de luchtvaartmaatschappijen zullen worden afgesloten. De definitieve regeling zal ook de mogelijkheid bieden dat de gegevens worden verstrekt voor toepassing door buitenlandse vestigingen, wat op grond van de tijdelijke regeling nog niet is toegestaan. Het register zal ook worden gehanteerd bij de beoordeling van de visaverstrekkingen door respectievelijk de Nederlandse en Surinaamse overheid. Binnen de reikwijdte van de voorlopige regeling zijn inmiddels de eerste recidivisten door de KLM geweigerd.
Om te voorkomen dat drugs op grote schaal aan boord van de vliegtuigen worden gebracht, is het noodzakelijk dat in het land van vertrek afdoende maatregelen worden getroffen. Door het Kabinet is bepaald dat bij achterwege blijven daarvan de mogelijkheid van een verbod op vluchten vanaf de desbetreffende luchthaven zal worden overwogen. De bestaande regels op dit gebied maken het niet mogelijk een dergelijk vluchtverbod af te kondigen, enkel op basis van het feit dat wordt geconstateerd dat zich stelselmatig drugs aan boord bevinden. Voorop staat dat er sprake moet zijn van veiligheidsrisico's. Vaak zal hier overigens sprake zijn van samenhang: als er ongezien en ongemerkt drugs aan boord van een toestel blijken te kunnen worden gebracht, kan dat immers ook het geval zijn met andere materialen, die wel een direct veiligheidsrisico vormen voor passagiers en bemanning.
Aan de regering van de Nederlandse Antillen is verzocht om alle maatregelen te treffen op de internationale Antilliaanse luchthavens om het zich voordoen van veiligheidsrisico's te voorkomen. In het bijzonder is aandacht gevraagd voor de toegangscontrole op Hato, zodat het meenemen en op ongewenste plaatsen verbergen van drugs wordt voorkomen. Op basis van de reactie van de regering van de Nederlandse Antillen wordt thans een zogenaamde consultatieprocedure gestart.
Ook aan de luchtvaartmaatschappijen is gevraagd om waar mogelijk maatregelen te nemen in verband met de veiligheidsrisico's die als gevolg van het vervoeren van drugs zouden kunnen optreden. Zij hebben laten weten een aantal buitengewone maatregelen te hebben getroffen op de luchthavens van vertrek om onregelmatigheden die een gevaar kunnen vormen voor de luchtveiligheid, te voorkomen.
5.3 Sancties met betrekking tot paspoort
In de vijfde voortgangsrapportage meldde ik dat in overleg met de Minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties nader wordt bezien welke mogelijkheden in het kader van de Paspoortwet kunnen worden geschapen om de komst van drugskoeriers tegen te gaan. Daarbij wordt ook betrokken een recent vonnis van de rechter op Sint Maarten. Daarin is bepaald dat het Openbaar Ministerie het paspoort van drugskoeriers weliswaar niet mag afnemen, maar dat de aangehouden koeriers wel een reisverbod tussen de Nederlandse Antillen en Nederland kan worden opgelegd. Het Openbaar Ministerie aldaar beziet nu of tegen aangehouden drugskoeriers een voorwaardelijke gevangenisstraf kan worden geëist, waaraan als bijzondere voorwaarde wordt verbonden dat zij gedurende een bepaalde periode niet binnen het Koninkrijk kunnen reizen. In het vonnis heeft de rechter ook toegewezen dat het paspoort van de koerier gedurende die tijd in beheer bij het Openbaar Ministerie blijft en het voor de koerier niet mogelijk is om in die periode een nieuw paspoort aan te vragen. Ik zal bezien of een dergelijk beleid ook in Nederland uitvoerbaar is.
5.4 Intensivering opsporingsonderzoek
Inmiddels is op Schiphol de Nationale Recherche, Unit Randstad Noord actief, als opvolger van het Kernteam. De georganiseerde criminaliteit in relatie tot Schiphol is als aandachtsgebied toegewezen aan de Nationale Recherche.
De Nationale Recherche heeft onlangs in samenwerking met de Koninklijke Marechaussee begin februari in totaal elf medewerkers van de KLM op Schiphol aangehouden. Dat vond plaats in het kader van een onderzoek naar de betrokkenheid van deze medewerkers bij de invoer van cocaïne via de luchthaven. In het kader van het onderzoek is ongeveer 225 kilo cocaïne in beslag genomen. Alhoewel dit onderzoek zich niet direct richtte op een grote organisatie, werd door het oppakken van facilitators (in de persoon van medewerkers in de bagagekelder te Schiphol) toch de doorvoer van drugs op Schiphol belemmerd.
De Koninklijke Marechaussee zal in samenwerking met de Nationale Recherche op Schiphol opsporingsinspanningen blijven plegen op de invoer van verdovende middelen via Schiphol. In dit verband zijn thans diverse projecten in voorbereiding. De Koninklijke Marechaussee heeft overigens recent aangegeven dat de uitvoering daarvan momenteel wordt vertraagd, door de inzet die wordt gevraagd bij de uitvoering van de 100%-controles. Het voornemen is deze inzet zo spoedig mogelijk weer op niveau te brengen.
De vaste Commissie voor Justitie verzocht mij bij brief van 22 januari jl. in deze rapportage tevens geïnformeerd te worden over de vermeende corruptie bij Douane en Koninklijke Marechaussee.
Ik kan u melden dat elk signaal hierover serieus wordt genomen en waar dit nodig blijkt tot een reactie leidt. Meer uitgebreid zal ik hierop ingaan bij de beantwoording van de Kamervragen van de leden Griffith en Krom (nr. 2030407410).
6. Internationale samenwerking
Naar schatting ongeveer tien procent van de drugs die naar Nederland wordt gesmokkeld, is bestemd voor gebruik in Nederland. Het overgrote deel wordt verder getransporteerd naar andere landen van Europa. Dit leidt er toe dat vele Europese landen de aanpak die in Nederland is gekozen kritisch volgen. Ik heb de landen die zijn aangesloten bij de Europese Unie, alsmede de toetredende landen, schriftelijk geïnformeerd over deze aanpak en u bij brief hierover op de hoogte gesteld. Daarnaast heb ik met menig collega in de afgelopen periode bilateraal overleg gevoerd, en nader toelichting gegeven op de stofgerichte methode, die er toe leidt dat de hoeveelheid drugs die via Schiphol naar andere landen van Europa wordt vervoerd, de afgelopen periode drastisch is terug gebracht. Ook de komende tijd zal ik regelmatig informatie verstrekken aan mijn ambtgenoten. Doel daarvan is verder draagvlak te genereren voor de onconventionele onderdelen van de stofgerichte aanpak, en tevens een basis te leggen voor een meer gemeenschappelijke aanpak in Europa van dit probleem dat slechts door hechte samenwerking kan worden bestreden.
In het bilaterale overleg dat ik met mijn ambtgenoot in Frankrijk heb gevoerd, is onder meer afgesproken te komen tot een intensivering van het bestaande bilateraal drugsoverleg, mede om tijdig maatregelen te kunnen treffen wanneer zou blijken dat de drugsstroom zich zou verleggen van Nederland naar Frankrijk als gevolg van de hier te lande getroffen maatregelen.
Voorts overweegt Nederland toe te treden tot de zogenoemde Costa del Sol-groep, bestaande uit Frankrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en mogelijk ook Italië, waarin de krachten gebundeld worden tegen de smokkel van verdovende middelen en illegale immigratie uit Zuid-Amerika, in het bijzonder Colombia en Venezuela, via Zuid-Europa. Doel is de uitwisseling en inwinning van informatie en expertise en het daadwerkelijk optreden tegen drugstransporten, mogelijk ook in samenwerking met Europol.
Het overleg dat ik heb gevoerd met Minister Schilly van Duitsland heeft geresulteerd in afspraken over wederzijdse informatieverstrekking en samenwerking bij de bestrijding van drugstransporten, die via Nederland naar Duitsland worden uitgevoerd.
Met vertegenwoordigers van de Verenigde Staten is regelmatig overleg, onder meer over de samenwerking in het Caribisch gebied op het terrein van bestrijding van drugssmokkel. Tussen Amerikaanse, Antilliaanse, Arubaanse diensten, maar ook het recherchesamenwerkingsteam en de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba wordt intensief samengewerkt en informatie uitgewisseld ten behoeve van de opsporing. Ook de samenwerking met Colombia en Venezuela heeft de aandacht van deze diensten.
Op basis van mij bekende informatie hebben de scherpe controles op vluchten vanuit de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname tot nu toe overigens nog niet geleid tot een merkbare toeneming van drugssmokkel via andere lijnen.
7. Vervolg 100% controles en stofgerichte benadering
De 100%-controles zijn succesvol gebleken: er komt minder cocaïne via Schiphol ons land binnen. De stofgerichte benadering waarin «stof voor straf» gaat, werpt zijn vruchten af.
Nu de aantallen koeriers dalen, komt het moment naderbij dat het OM zijn criteria kan aanpassen en weer aan meer koeriers een dagvaarding kan uitreiken. Randvoorwaarde hierbij is wel dat de effectiviteit van de controles hierdoor niet wordt aangetast. Daarbij zijn twee elementen van belang. In de eerste plaats acht ik het gewenst dat de 100%-controles nog verder worden verbreed tot risicovluchten uit ook andere landen van Zuid-Amerika, waarvan het vermoeden bestaat dat ook deze stelselmatig worden misbruikt voor het transporteren van drugs.
In de tweede plaats moet worden bedacht dat zelfs een minimaal aantal koeriers van tussen de een en vijf per risicovlucht, in totaal nog altijd leidt tot een aantal door de justitiële keten te verwerken personen, dat kan oplopen tot honderden per maand. Het Kabinet beziet de komende tijd wat dit gegeven betekent voor de inzet en omvang van de verschillende diensten op Schiphol.
8. Vervolg (internationaal) beleid
Zoals al gesteld werkt de stofgerichte aanpak, en blijkt dit vooralsnog de enige manier om effectief te kunnen optreden. De 100% controles vergen een zeer substantiële inzet van de controlerende en handhavende diensten op Schiphol, die bij langdurige inzet ten koste zal gaan van andere prioriteiten in de rechtshandhaving. De volgende stappen dienen dan ook gericht te zijn op het beïnvloeden van de oorzaken die ten grondslag liggen aan de smokkel van drugs via Schiphol. Speerpunten daarbij zijn snelle uitvoering van de gemaakte afspraken met de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname, internationale samenwerking met andere landen, zowel bronlanden als bestemmingslanden, en uitwerking en toepassing van de flankerende maatregelen zoals hierboven omschreven. Naar de mate waarin maatregelen in andere schakels van de keten structureel en aantoonbaar effectief worden en vruchten afwerpen, kunnen de controles worden geëxtensiveerd. De keuze van de te controleren vliegtuigen zal in toenemende mate kunnen worden gebaseerd op informatie die beschikbaar is omtrent de waarschijnlijke aanwezigheid van drugs aan boord van het vliegtuig. Dit neemt niet weg dat aangenomen moet worden dat het middel van de 100%-controle structureel zal worden opgenomen in het controleprogramma van de diensten op Schiphol.
Op basis van het voorgaande ben ik voornemens op korte termijn nadere voorstellen aan het Kabinet voor te leggen. Na afronding van de bespreking daarvan zal ik uw Kamer ter zake informeren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28192-29.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.