28 190
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (nadere regels voor netbeheerders en voor privatisering en enkele voorzieningen ingeval van wanbeheer van een net)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (nadere regels voor netbeheerders en voor privatisering en enkele voorzieningen ingeval van wanbeheer van een net).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

18 januari 2002

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is extra waarborgen op te nemen in de Elektriciteitswet 1998 en in de Gaswet voor een onafhankelijk netbeheer, om nadere regels te stellen omtrent eisen voor privatisering van energiebedrijven en om enkele bijzondere voorzieningen op te nemen ingeval van wanbeheer van een net;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Elektriciteitswet 1998 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt achter aan het slot van onderdeel r door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

s. recht van gebruik: het recht om op grond van een privaatrechtelijke rechtsverhouding te beschikken over alle rechten met betrekking tot een goed, en daartegenover op grond van die rechtsverhouding gehouden te zijn alle verplichtingen met betrekking tot dat goed te dragen.

B

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

Een producent of een leverancier wordt niet aangewezen als netbeheerder.

C

Na artikel 11a worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 11b

De netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, beschikt over het recht van gebruik van het net met toebehoren.

Artikel 11c

1. De statuten van de netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, bevatten in ieder geval:

a. de instelling van een raad van commissarissen;

b. de bepaling dat geen enkele bestuurder en niet meer dan één commissaris van de netbeheerder in persoon een functie vervult bij een producent, een leverancier, een handelaar of een aandeelhouder van de netbeheerder, waarbij in elk geval is gewaarborgd dat de commissaris die een binding heeft als hiervoor bedoeld, geen beslissende positie inneemt in de raad van commissarissen en niet in persoon een functie vervult bij een vennootschap die een taak vervult met betrekking tot de levering van elektriciteit aan afnemers;

c. de bepaling dat aan de goedkeuring van de raad van commissarissen ten minste zijn onderworpen de besluiten van het bestuur van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 164, eerste lid, of artikel 274, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

d. de bepaling dat de aandeelhouders van de netbeheerder zich onthouden van iedere bemoeiing met de uitvoering van de taken die op grond van artikel 16, eerste of tweede lid, aan een netbeheerder zijn opgedragen;

e. de bepaling dat het bestuur de bevoegdheid heeft om voor de bepaling van de jaarlijkse winst die voorzieningen te treffen die het noodzakelijk acht voor de uitvoering van de wettelijke taken van de netbeheerder en dat deze besluiten de goedkeuring behoeven van de raad van commissarissen.

2. Bestuurders en commissarissen worden niet benoemd dan nadat Onze Minister heeft ingestemd met het voornemen tot hun benoeming.

Artikel 11d

1. Een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, welke deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek stelt op voordracht van de in het vijfde lid bedoelde nalevingsfunctionaris een reglement vast waarin regels worden gesteld die beogen discriminatie als bedoeld in de artikelen 23, tweede lid, 24, derde lid, en 26a te voorkomen.

2. In het reglement worden in ieder geval opgenomen:

a. voorschriften ten aanzien van het gedrag van werknemers die ertoe strekken dat informatie over het netbeheer gescheiden blijft van commerciële activiteiten die worden verricht binnen de groep waarvan de netbeheerder deel uitmaakt;

b. een bepaling dat werknemers van de netbeheerder geen andere functie bekleden binnen de groep waarvan de netbeheerder deel uitmaakt;

c. regels met betrekking tot de taken en bevoegdheden van de in het vijfde lid bedoelde nalevingsfunctionaris.

4. De netbeheerder draagt ervoor zorg dat elke werknemer zich bindt aan het reglement.

5. De rechtspersoon die aan het hoofd staat van de groep wijst een werknemer van de netbeheerder aan als nalevingsfunctionaris.

6. De nalevingsfunctionaris heeft tot taak:

a. toe te zien op de naleving van het reglement en door hem geconstateerde overtredingen of misstanden terstond aan de rechtspersoon die hem heeft benoemd te melden;

b. jaarlijks verslag uit te brengen van de genomen maatregelen aan de directeur van de dienst.

7. De directeur van de dienst legt het in het zesde lid, onderdeel b, bedoelde verslag voor een ieder ter inzage ten kantore van de dienst.

D

In artikel 12, tweede lid, tweede volzin, wordt «artikel 11» vervangen door: de artikelen 11 tot en met 11d.

E

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «artikel 11» vervangen door: de artikelen 11 tot en met 11d.

2. Het derde lid wordt vervangen door:

3. Indien de netbeheerder niet voldoet aan een opdracht als bedoeld in het tweede lid kan Onze Minister:

a. de aanwijzing van de desbetreffende netbeheerder vervangen door een aanwijzing van een andere naamloze of besloten vennootschap als netbeheerder of

b. artikel 13a toepassen.

3. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

4. Indien Onze Minister voornemens is op grond van het derde lid, onderdeel a, een andere naamloze of besloten vennootschap als netbeheerder aan te wijzen kan hij voor de periode tot het onherroepelijk worden van de beschikking tot vervanging van de aanwijzing artikel 13a toepassen.

F

Na artikel 13 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a

1. Onze Minister kan de netbeheerder aanzeggen dat vanaf een bepaald tijdstip alle of bepaalde organen van de netbeheerder hun bevoegdheden slechts mogen uitoefenen na goedkeuring door een of meer door Onze Minister aangewezen personen en met inachtneming van de opdrachten van deze personen.

2. Een aanzegging als bedoeld in het eerste lid kan worden gedaan:

a. op grond van artikel 13, derde of vierde lid;

b. indien naar het oordeel van Onze Minister de continuïteit of de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening voor verbruikers in gevaar komt en onverwijld ingrijpen noodzakelijk is.

3. De organen van de netbeheerder verlenen de door Onze Minister aangewezen personen alle medewerking.

4. Onze Minister kan bij een aanzegging als bedoeld in het eerste lid bepalen dat daarbij aan te wijzen handelingen geen goedkeuring behoeven.

5. Onze Minister kan te allen tijde de door hem aangewezen personen vervangen door andere.

6. De door Onze Minister aangewezen personen oefenen hun bevoegdheden uit gedurende een door Onze Minister bepaalde termijn.

7. Ingeval van toepassing van het tweede lid, onderdeel b, bedraagt de in het zesde lid bedoelde termijn ten hoogste zes maanden. Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste zes maanden worden verlengd.

8. Voor schade ten gevolge van handelingen die zijn verricht in strijd met een aanzegging als bedoeld in het eerste lid zijn degenen die deel uitmaken van het orgaan van de netbeheerder dat deze handelingen verrichtte of die deel uitmaken van een orgaan dat wist of behoorde te weten dat deze handelingen werden verricht en heeft nagelaten het verrichten van deze handelingen te voorkomen, persoonlijk aansprakelijk tegenover de netbeheerder.

9. De netbeheerder kan de ongeldigheid van handelingen als bedoeld in het achtste lid inroepen indien de wederpartij wist dat de vereiste goedkeuring ontbrak of daarvan niet onkundig kon zijn.

G

In artikel 16, derde lid, wordt «dan wel ter uitvoering van een procedure als bedoeld in artikel 20, derde lid» vervangen door: het uitvoeren van een procedure als bedoeld in artikel 20, derde lid, dan wel het tot stand brengen en in stand houden van een markt als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e.

H

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen b en c worden geletterd c en d.

2. Er wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

b. het tot stand brengen of in stand houden van een of meer markten die zijn bestemd voor het bijeenbrengen van vraag en aanbod van andere energiedragers dan elektriciteit;.

I

In artikel 26a vervallen het tweede en derde lid, alsmede de aanduiding «1» voor het eerste lid.

J

Artikel 93, derde en vierde lid, wordt vervangen door:

3. Het is verboden zonder instemming van Onze Minister:

a. de eigendom of het recht van gebruik van een net, niet zijnde het landelijk hoogspanningsnet, of van de aandelen in een rechtspersoon aan welke een net als hiervoor bedoeld toebehoort, in een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, of in een vergunninghouder direct of indirect te wijzigen;

b. zekerheidsrechten uit te winnen of uit een overeenkomst voortvloeiende bevoegdheden uit te oefenen die leiden tot een directe of indirecte wijziging met betrekking tot de eigendom of het recht van gebruik van een net, niet zijnde het landelijk hoogspanningsnet, of van de aandelen in een rechtspersoon aan welke een net als hiervoor bedoeld toebehoort, in een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, of in een vergunninghouder, dan wel tot een andere vorm van wijziging van de beschikkingsbevoegdheid over die aandelen.

4. Onze Minister verleent slechts instemming indien aan de navolgende eisen wordt voldaan:

a. de eigendom van het net berust onmiddellijk dan wel middellijk volledig bij een of meer rechtspersonen die behoren tot de kring van hen die op 1 juli 1996 eigenaar waren van een net of die aandelen bezaten in een rechtspersoon aan welke een net toebehoorde of in een rechtspersoon aan welke een leveringsbedrijf toebehoorde, en

b. indien de wijziging in de eigendom of het recht van gebruik wat betreft de vennootschap die is of wordt aangewezen als netbeheerder betrekking heeft op een vervreemding aan een ander dan een rechtspersoon die behoort tot de kring van hen die op 1 juli 1996 eigenaar waren van een net of die aandelen bezaten in een rechtspersoon aan welke een net toebehoorde of in een rechtspersoon aan welke een leveringsbedrijf toebehoorde:

1°. de vervreemding direct noch indirect betrekking heeft meer dan 49% van de aandelen in die vennootschap en

2°. is voldaan aan artikel 93a.

K

Na artikel 93 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 93a

1. De eigenaar van het net mag het recht van gebruik van het net overdragen aan een vennootschap waarvan niet alle aandelen in handen zijn van een of meer rechtspersonen als bedoeld in artikel 93, vierde lid, onderdeel a, dan wel de eigendom van dat net met behoud van het recht van gebruik overdragen aan een vennootschap waarvan alle aandelen in handen zijn van een of meer rechtspersonen als bedoeld in artikel 93, vierde lid, onderdeel a, mits:

a. de overeenkomst waarbij het recht van gebruik wordt overgedragen, wordt aangegaan onder de voorwaarde dat, indien de aanwijzing van deze vennootschap als netbeheerder onherroepelijk wordt vervangen door de aanwijzing door Onze Minister van een andere vennootschap als netbeheerder, het recht van gebruik terugkomt bij de eigenaar van het net, dan wel

b. de overeenkomst waarbij de eigendom van het net wordt overgedragen aan een vennootschap waarvan alle aandelen in handen zijn van een of meer rechtspersonen als bedoeld in artikel 93, vierde lid, onderdeel a, wordt aangegaan onder de voorwaarde van verkrijging van het recht van gebruik van het net indien de bestaande aanwijzing als netbeheerder onherroepelijk wordt vervangen door de aanwijzing door Onze Minister van een andere vennootschap als netbeheerder.

2. De verkrijging van het recht van gebruik als gevolg van het intreden van een voorwaarde als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, vindt plaats tegen vooraf vastgestelde voorwaarden, waarbij de waardebepaling en de prijsbepaling zodanige waarborgen bevatten dat de verkrijging van het recht van gebruik van het net niet door de te betalen vergoeding onmogelijk wordt gemaakt.

3. Een belemmering tot verkrijging als bedoeld in het tweede lid is niet aanwezig indien de vergoeding ten minste gelijk is aan de op het tijdstip van vaststelling van de voorwaarden geldende boekwaarde van het net.

L

Na artikel 95i wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2. Meerderheidsprivatisering

Artikel 96

1. Indien een wijziging in de eigendom of het recht van gebruik als bedoeld in artikel 93, derde lid, wat betreft de vennootschap die is of wordt aangewezen als netbeheerder direct of indirect betrekking heeft op een vervreemding van 50% of meer aan een ander dan een rechtspersoon die behoort tot de kring van hen die op 1 juli 1996 eigenaar waren van een net of die aandelen bezaten in een rechtspersoon aan welke een net toebehoorde of in een rechtspersoon aan welke een leveringsbedrijf toebehoorde is in plaats van artikel 93, vierde lid, onderdeel b, deze paragraaf van toepassing.

2. Onze Minister verleent slechts instemming, indien is voldaan aan de in hoofdstuk 3 vervatte verplichtingen voor de netbeheerder, aan de artikelen 93a, 97, 101 en 102 en voorts aan Onze Minister zijn verstrekt de in artikel 99, onderdelen a tot en met f, bedoelde overzichten en beschrijvingen over het boekjaar, voorafgaande aan het verzoek om instemming, vergezeld van een verklaring van een onafhankelijke deskundige over het in artikel 99, onderdeel f, genoemde overzicht.

3. De verplichtingen in deze paragraaf voor netbeheerders zijn alleen van toepassing op een netbeheerder als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 97

De directeur van de dienst beschikt over de tekst van de geldende statuten en over actuele gegevens omtrent de samenstelling van het bestuur en de raad van commissarissen van de netbeheerder.

Artikel 98

De netbeheerder en een met de netbeheerder in een groep verbonden groepsmaatschappij in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek stellen geen financiële of andere middelen beschikbaar aan elkaar, behoudens voor zover het de beschikbaarstelling van middelen betreft die voortvloeit uit overeenkomsten met betrekking tot het beheer van het net of met betrekking tot het verrichten van diensten ten behoeve van dat beheer en behoudens voor zover het betreft de beschikbaarstelling van financiële middelen afkomstig uit de jaarlijkse winst.

Artikel 99

1. De netbeheerder verstrekt binnen zes maanden na afloop van ieder kalenderjaar aan de directeur van de dienst:

a. een overzicht van de door hem gesloten overeenkomsten met betrekking tot het verrichten van diensten ten behoeve van het netbeheer, vergezeld van afschriften van die overeenkomsten voorzover de directeur daarover niet reeds beschikt;

b. een overzicht van het aantal personen dat werkzaam is ter uitvoering van de in artikel 16 genoemde taken, waarbij wordt aangegeven welke werkzaamheden worden uitgevoerd door onderscheidenlijk personen werkzaam bij de netbeheerder zelf en bij anderen;

c. een beschrijving van de onderhoudstoestand van het net;

d. een overzicht van in het afgelopen jaar gerealiseerde investeringen in het net;

e. een overzicht van het aantal en de aard van storingen in het net en van ontvangen klachten over het netbeheer;

f. een overzicht van de financiële middelen waarover hij beschikt ten behoeve van de uitvoering van zijn wettelijke taken, waaruit blijkt welke financiële middelen voor de afzonderlijke taken beschikbaar zijn;

g. een verklaring van een onafhankelijke deskundige omtrent het in onderdeel f bedoelde overzicht en omtrent de naleving van artikel 98.

2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de eisen waaraan de in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde beschrijving moet voldoen.

Artikel 100

De netbeheerder verstrekt aan zijn afnemers een nota waarin de diverse categorieën van kosten overzichtelijk en begrijpelijk zijn gespecificeerd.

Artikel 101

De netbeheerder voorziet in een procedure voor de behandeling van klachten van afnemers over het netbeheer.

Artikel 102

1. De netbeheerder beschikt over een adequaat kwaliteitssysteem met betrekking tot het netbeheer, waarin is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de eisen van artikel 16, hoe dat systeem is georganiseerd en op welke wijze het systeem wordt getoetst.

2. De netbeheerder is met betrekking tot het in het eerste lid bedoelde systeem gecertificeerd door een daarvoor geaccrediteerde instelling.

Artikel 102a

Artikel 13, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de in deze paragraaf opgenomen verplichtingen voor de netbeheerder.

ARTIKEL II

De Gaswet wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel s door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

t. recht van gebruik: het recht om op grond van een privaatrechtelijke rechtsverhouding te beschikken over alle rechten met betrekking tot een goed, en daartegenover op grond van die rechtsverhouding gehouden te zijn alle verplichtingen met betrekking tot dat goed te dragen.

B

In artikel 2, eerste lid, wordt «Een natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie een gastransportnet toebehoort» vervangen door: Een rechtspersoon die een recht van gebruik heeft van een gastransportnet.

C

Artikel 3, tweede lid, vervalt, terwijl het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

D

Na artikel 3 worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

De netbeheerder beschikt over het recht van gebruik van het net met toebehoren.

Artikel 3b

1. De statuten van de netbeheerder bevatten in ieder geval:

a. de instelling van een raad van commissarissen;

b. de bepaling dat geen enkele bestuurder en niet meer dan één commissaris van de netbeheerder in persoon een functie vervult bij een producent, een leverancier, een handelaar of een aandeelhouder van de netbeheerder, waarbij in elk geval is gewaarborgd dat de commissaris die een binding heeft als hiervoor bedoeld, geen beslissende positie inneemt in de raad van commissarissen en niet in persoon een functie vervult bij een vennootschap die een taak vervult met betrekking tot de levering van gas aan afnemers;

c. de bepaling dat aan de goedkeuring van de raad van commissarissen ten minste zijn onderworpen de besluiten van het bestuur van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 164, eerste lid, of artikel 274, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

d. de bepaling dat de aandeelhouders van de netbeheerder zich onthouden van iedere bemoeiing met de uitvoering van de taken die op grond van artikel de artikelen 10 en 42 en hoofdstuk 2 aan een netbeheerder zijn opgedragen;

e. de bepaling dat het bestuur de bevoegdheid heeft om voor de bepaling van de jaarlijkse winst die voorzieningen te treffen die het noodzakelijk acht voor de uitvoering van de wettelijke taken van de netbeheerder en dat deze besluiten de goedkeuring behoeven van de raad van commissarissen.

2. Bestuurders en commissarissen worden niet benoemd dan nadat Onze Minister heeft ingestemd met het voornemen tot hun benoeming.

Artikel 3c

1. Een netbeheerder welke deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek stelt op voordracht van de in het vijfde lid bedoelde nalevingsfunctionaris een reglement vast waarin regels worden gesteld die beogen discriminatie als bedoeld in de artikelen 10, derde lid, 11, tweede lid, en 14, derde lid, te voorkomen.

2. In het reglement worden in ieder geval opgenomen:

a. voorschriften ten aanzien van het gedrag van werknemers die ertoe strekken dat informatie over het netbeheer gescheiden blijft van commerciële activiteiten die worden verricht binnen de groep waarvan de netbeheerder deel uitmaakt;

b. een bepaling dat werknemers van de netbeheerder geen andere functie bekleden binnen de groep waarvan de netbeheerder deel uitmaakt;

c. regels met betrekking tot de taken en bevoegdheden van de in het vijfde lid bedoelde nalevingsfunctionaris.

4. De netbeheerder draagt ervoor zorg dat elke werknemer zich bindt aan het reglement.

5. De rechtspersoon die aan het hoofd staat van de groep wijst een werknemer van de netbeheerder aan als nalevingsfunctionaris.

6. De nalevingsfunctionaris heeft tot taak:

a. toe te zien op de naleving van het reglement en door hem geconstateerde overtredingen of misstanden terstond aan de rechtspersoon die hem heeft benoemd te melden;

b. jaarlijks verslag uit te brengen van de genomen maatregelen aan de directeur.

7. De directeur legt het in het zesde lid, onderdeel b, bedoelde verslag voor een ieder ter inzage ten kantore van de dienst.

E

Artikel 4, tweede lid, tweede volzin, komt te luiden:

Onze Minister onthoudt zijn instemming of kan voorschriften verbinden aan de instemming indien niet is voldaan aan de artikelen 3 tot en met 3c of indien de aangewezen netbeheerder in onvoldoende mate in staat is of zal zijn om aan een verplichting als bedoeld in artikel 7 van de Elektriciteitswet 1998 te voldoen, om een taak als bedoeld in artikel 10 of artikel 42 uit te voeren of aan hoofdstuk 2 te voldoen.

F

Artikel 5, tweede en derde lid, wordt vervangen door drie nieuwe leden, luidende:

2. Indien Onze Minister vaststelt dat niet meer voldaan wordt aan de artikelen 3 tot en met 3c, of indien Onze Minister vaststelt dat een netbeheerder in onvoldoende mate in staat is of zal zijn om aan een verplichting als bedoeld in artikel 7 van de Elektriciteitswet 1998 te voldoen, om een taak als bedoeld in artikel 10 of artikel 42 uit te voeren of aan hoofdstuk 2 te voldoen, kan hij de desbetreffende netbeheerder opdragen door hem noodzakelijk geachte voorzieningen te treffen.

3. Indien de netbeheerder niet voldoet aan een opdracht als bedoeld in het tweede lid kan Onze Minister:

a. de aanwijzing van de desbetreffende netbeheerder vervangen door een aanwijzing van een andere naamloze of besloten vennootschap als netbeheerder of

b. artikel 5a toepassen.

4. Indien Onze Minister voornemens is op grond van het derde lid, onderdeel a, een andere naamloze of besloten vennootschap als netbeheerder aan te wijzen kan hij voor de periode tot het onherroepelijk worden van de beschikking tot vervanging van de aanwijzing artikel 5a toepassen.

G

Na artikel 5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

1. Onze Minister kan de netbeheerder aanzeggen dat vanaf een bepaald tijdstip alle of bepaalde organen van de netbeheerder hun bevoegdheden slechts mogen uitoefenen na goedkeuring door een of meer door Onze Minister aangewezen personen en met inachtneming van de opdrachten van deze personen.

2. Een aanzegging als bedoeld in het eerste lid kan worden gedaan:

a. op grond van artikel 5, derde of vierde lid;

b. indien naar het oordeel van Onze Minister de continuïteit of de betrouwbaarheid van de gasvoorziening voor verbruikers in gevaar komt en onverwijld ingrijpen noodzakelijk is.

3. De organen van de netbeheerder verlenen de door Onze Minister aangewezen personen alle medewerking.

4. Onze Minister kan bij een aanzegging als bedoeld in het eerste lid bepalen dat daarbij aan te wijzen handelingen geen goedkeuring behoeven.

5. Onze Minister kan te allen tijde de door hem aangewezen personen vervangen door andere.

6. De door Onze Minister aangewezen personen oefenen hun bevoegdheden uit gedurende een door Onze Minister bepaalde termijn.

7. Ingeval van toepassing van het tweede lid, onderdeel b, bedraagt de in het zesde lid bedoelde termijn ten hoogste zes maanden. Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste zes maanden worden verlengd.

8. Voor schade ten gevolge van handelingen die zijn verricht in strijd met een aanzegging als bedoeld in het eerste lid zijn degenen die deel uitmaken van het orgaan van de netbeheerder dat deze handelingen verrichtte of die deel uitmaken van een orgaan dat wist of behoorde te weten dat deze handelingen werden verricht en heeft nagelaten het verrichten van deze handelingen te voorkomen, persoonlijk aansprakelijk tegenover de netbeheerder.

9. De netbeheerder kan de ongeldigheid van handelingen als bedoeld in het achtste lid inroepen indien de wederpartij wist dat de vereiste goedkeuring ontbrak of daarvan niet onkundig kon zijn.

H

In artikel 14 vervallen het vierde en vijfde lid, terwijl het zesde en zevende lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid.

I

Voor artikel 72 wordt een opschrift ingevoegd, luidende:

§ 1. Algemene overgangsbepalingen

J

Artikel 85 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede en derde lid wordt vervangen door drie nieuwe leden, luidende:

2. Iedere wijziging met betrekking tot de eigendom van het gastransportnet dat toebehoort aan de vennootschap, genoemd in artikel 53, behoeft de instemming van Onze Minister.

3. Het is verboden zonder instemming van Onze Minister:

a. de eigendom of het recht van gebruik van een gastransportnet, niet zijnde het in het tweede lid bedoelde gastransportnet, of van de aandelen in een rechtspersoon aan welke een gastransportnet als hiervoor bedoeld toebehoort, in een netbeheerder of in een vergunninghouder direct of indirect te wijzigen;

b. zekerheidsrechten uit te winnen of uit een overeenkomst voortvloeiende bevoegdheden uit te oefenen die leiden tot een directe of indirecte wijziging met betrekking tot de eigendom of het recht van gebruik van een gastransportnet, niet zijnde het in het tweede lid bedoelde gastransportnet, of van de aandelen in een rechtspersoon aan welke een gastransportnet als hiervoor bedoeld toebehoort, in een netbeheerder of in een vergunninghouder, dan wel tot een andere vorm van wijziging van de beschikkingsbevoegdheid over die aandelen.

4. Instemming als bedoeld in het derde lid wordt slechts verleend indien aan de navolgende eisen wordt voldaan:

a. de eigendom van het gastransportnet berust onmiddellijk dan wel middellijk volledig bij een of meer rechtspersonen die behoren tot de kring van hen die op 1 juli 1996 eigenaar waren van een gastransportnet of die aandelen bezaten in een rechtspersoon aan welke een gastransportnet toebehoorde of in een rechtspersoon aan welke een leveringsbedrijf toebehoorde, en

b. indien de wijziging in de eigendom of het recht van gebruik wat betreft de vennootschap die is of wordt aangewezen als netbeheerder direct of indirect betrekking heeft op een vervreemding aan een ander dan een rechtspersoon die behoort tot de kring van hen die op 1 juli 1996 eigenaar waren van een net of die aandelen bezaten in een rechtspersoon aan welke een net toebehoorde of in een rechtspersoon aan welke een leveringsbedrijf toebehoorde:

1°. de vervreemding direct nog indirect betrekking heeft op meer dan 49% van de aandelen in die vennootschap en

2°. is voldaan aan artikel 85a.

2. Het huidige vierde en vijfde lid worden vernummerd tot vijfde en zesde lid.

K

Na artikel 85 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 85a

1. De eigenaar van het gastransportnet mag het recht van gebruik van het gastransportnet overdragen aan een vennootschap waarvan niet alle aandelen in handen zijn van een of meer rechtspersonen als bedoeld in artikel 85, vierde lid, onderdeel b, dan wel de eigendom van dat net met behoud van het recht van gebruik overdragen aan een vennootschap waarvan alle aandelen in handen zijn van een of meer rechtspersonen als bedoeld in artikel 85, vierde lid, onderdeel b, mits:

a. de overeenkomst waarbij het recht van gebruik wordt overgedragen, wordt aangegaan onder de voorwaarde dat de aanwijzing van deze vennootschap als netbeheerder onherroepelijk wordt vervangen door de aanwijzing door Onze Minister van een andere vennootschap als netbeheerder, dan wel

b. de overeenkomst waarbij de eigendom van het gastransportnet wordt overgedragen aan een vennootschap waarvan alle aandelen in handen zijn van een of meer rechtspersonen als bedoeld in artikel 85, vierde lid, onderdeel b, wordt aangegaan onder de voorwaarde van verkrijging van het recht van gebruik van het gastransportnet indien de bestaande aanwijzing als netbeheerder onherroepelijk wordt vervangen door de aanwijzing door Onze Minister van een andere vennootschap als netbeheerder.

2. De verkrijging van het recht van gebruik als gevolg van het intreden van een voorwaarde als bedoel in het eerste lid, onderdeel a of b, vindt plaats tegen vooraf vastgestelde voorwaarden, waarbij de waardebepaling en de prijsbepaling zodanige waarborgen bevatten dat de verkrijging van het recht van gebruik van het gastransportnet niet door de te betalen vergoeding onmogelijk wordt gemaakt.

3. Een belemmering tot verkrijging als bedoeld in het tweede lid is niet aanwezig indien de vergoeding ten minste gelijk is aan de op het tijdstip van vaststelling van de voorwaarden geldende boekwaarde van het gastransportnet.

L

Na artikel 87 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2. Meerderheidsprivatisering

Artikel 87a

1. Indien een wijziging in de eigendom of het recht van gebruik als bedoeld in artikel 85, derde lid, wat betreft de vennootschap die is of wordt aangewezen als netbeheerder direct of indirect betrekking heeft op een vervreemding van 50% of meer aan een ander dan een rechtspersoon die behoort tot de kring van hen die op 1 juli 1996 eigenaar waren van een et of die aandelen bezaten in een rechtspersoon aan welke een net toebehoorde of in een rechtspersoon aan welke een leveringsbedrijf toebehoorde is in plaats van artikel 85, vierde lid, onderdeel b, deze paragraaf van toepassing.

2. Onze Minister verleent slechts instemming, indien is voldaan aan de in de artikelen 10 en 42 en in hoofdstuk 2 vervatte verplichtingen voor de netbeheerder, aan de artikelen 85a, 87b, 87f en 87g en voorts aan Onze Minister zijn verstrekt de in artikel 87d bedoelde overzichten en beschrijvingen over het boekjaar, voorafgaande aan het verzoek om instemming, vergezeld van een verklaring van een onafhankelijke deskundige over het in artikel 87d, onderdeel f, genoemde overzicht.

3. De verplichtingen in deze paragraaf voor netbeheerders zijn alleen van toepassing op een netbeheerder als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 87b

De directeur beschikt over de tekst van de geldende statuten en over actuele gegevens omtrent de samenstelling van het bestuur en de raad van commissarissen van de netbeheerder.

Artikel 87c

De netbeheerder en een met de netbeheerder in een groep verbonden groepsmaatschappij in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek stellen geen financiële of andere middelen beschikbaar aan elkaar, behoudens voor zover het de beschikbaarstelling van middelen betreft die voortvloeit uit overeenkomsten met betrekking tot het beheer van het net of met betrekking tot het verrichten van diensten ten behoeve van dat beheer en behoudens voor zover het betreft de beschikbaarstelling van financiële middelen afkomstig uit de jaarlijkse winst.

Artikel 87d

1. De netbeheerder verstrekt binnen zes maanden na afloop van ieder kalenderjaar aan de directeur:

a. een overzicht van de door hem gesloten overeenkomsten met betrekking tot het verrichten van diensten ten behoeve van het netbeheer, vergezeld van afschriften van die overeenkomsten voorzover de directeur daarover niet reeds beschikt;

b. een overzicht van het aantal personen dat werkzaam is ter uitvoering van de in artikelen 10 en 42 en hoofdstuk 2 genoemde taken, waarbij wordt aangegeven welke werkzaamheden worden uitgevoerd door onderscheidenlijk personen werkzaam bij de netbeheerder zelf en bij anderen;

c. een beschrijving van de onderhoudstoestand van het gastransportnet;

d. een overzicht van in het afgelopen jaar gerealiseerde investeringen in het gastransportnet;

e. een overzicht van het aantal en de aard van storingen in het gastransportnet en van ontvangen klachten over het netbeheer;

f. een overzicht van de financiële middelen waarover hij beschikt ten behoeve van de uitvoering van zijn wettelijke taken, waaruit blijkt welke financiële middelen voor de afzonderlijke taken beschikbaar zijn;

g. een verklaring van een onafhankelijke deskundige omtrent het in onderdeel f bedoelde overzicht en omtrent de naleving van artikel 87c.

2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de eisen waarin de in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde beschrijving moet voldoen.

Artikel 87e

De netbeheerder verstrekt aan zijn afnemers een nota waarin de diverse categorieën van kosten overzichtelijk en begrijpelijk zijn gespecificeerd.

Artikel 87f

De netbeheerder voorziet in een procedure voor de behandeling van klachten van afnemers over het netbeheer.

Artikel 87g

1. De netbeheerder beschikt over een adequaat kwaliteitssysteem met betrekking tot het netbeheer, waarin is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de eisen van de artikelen 10 en 42 en hoofdstuk 2, hoe dat systeem is georganiseerd en op welke wijze het systeem wordt getoetst.

2. De netbeheerder is met betrekking tot het in het eerste lid bedoelde systeem gecertificeerd door een daarvoor geaccrediteerde instelling.

Artikel 87h

Artikel 5, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de in deze paragraaf opgenomen verplichtingen voor de netbeheerder.

M

Voor artikel 88 wordt een nieuw opschrift ingevoegd, luidende:

§ 3. Slotbepalingen

ARTIKEL III

1. Gedurende dertien weken na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, zijn de artikelen 11b, 11c en 11d van de Elektriciteitswet 1998 niet van toepassing op netbeheerders, met wier aanwijzing Onze Minister voor dat tijdstip heeft ingestemd.

2. Gedurende dertien weken na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel B, zijn de artikelen 3a, 3b en 3c van de Gaswet niet van toepassing op netbeheerders, met wier aanwijzing Onze Minister voor dat tijdstip heeft ingestemd.

3. Een netbeheerder als bedoeld in het eerste of tweede lid doet de directeur van de dienst binnen vier weken na het van toepassing worden van de artikelen 11b, 11c en 11d van de Elektriciteitswet 1998 onderscheidenlijk 3a, 3b en 3c van de Gaswet verslag van de door hem genomen maatregelen ter uitvoering van de in die artikelen vervatte verplichtingen.

ARTIKEL IV

Indien uit een overeenkomst, gesloten voor het tijdstip van inwerkingtreding van het in artikel I, onderdeel C, voorgestelde artikel 11b, onderscheidenlijk het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 3a, voortvloeit dat de netbeheerder van het net waarop die overeenkomst betrekking heeft, niet langer voldoet aan de eis dat hij het recht van gebruik van dat net heeft, is artikel 11b onderscheidenlijk artikel 3a niet van toepassing gedurende dertien weken na het tijdstip waarop de netbeheerder niet meer beschikte over dat recht van gebruik.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst met uitzondering van de artikelen I, onderdeel L, en II, onderdeel L, die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Economische Zaken,

Naar boven