nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele
aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van
State).Het bij koninklijke boodschap van 18 september 2000 ingediende voorstel
van wet tot Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra
en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een overgangsregeling
kosten administratie, beheer en bestuur bij verzelfstandiging van het openbaar
onderwijs in een gemeente (Kamerstukken II 1999/2000, nr. 27 291) voorziet
niet in een regeling op grond waarvan het verschil tussen de reguliere vergoeding
voor administratie, beheer en bestuur vermeerderd met de op grond van de overgangsregeling
door de gemeente aan de verzelfstandigde scholen verstrekte vergoeding, moet
worden teruggestort in de gemeentekas indien deze middelen niet in het desbetreffende
jaar waarvoor de regeling voor de desbetreffende gemeente van toepassing is,
zijn aangewend voor dit doel. Daardoor wordt de werking van de overgangsregeling
zodanig verlengd, dat het karakter van de overgangsregeling ter discussie
komt te staan. De besturenorganisaties die het bijzonder onderwijs vertegenwoordigen
hebben er blijk van gegeven grote bezwaren te hebben tegen het ontbreken van
de terugbetalingsregeling in genoemd wetsvoorstel.
Het doel van het wetsvoorstel is om het gemeenten beter mogelijk te maken
het openbaar onderwijs te verzelfstandigen in een vorm die het meest passend
wordt geacht, zonder de materiële financiële gelijkstelling tussen
openbaar en bijzonder onderwijs aan te tasten. Overwegende dat dit doel ook
kan worden bereikt met de desbetreffende terugbetalingsverplichting en dat
bij het ontbreken van deze verplichting het maatschappelijk draagvlak voor
het wetsvoorstel ernstig wordt versmald, wordt een terugbetalingsverplichting
voor niet bestede middelen voor administratie, beheer en bestuur die in het
kader van de reguliere bekostiging en van bedoelde overgangsregeling worden
verstrekt, toegevoegd.
Gelet op artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op
de Raad van State is het college van oordeel, dat openbaarmaking van dit advies
achterwege dient te blijven.
De wijziging in artikel I, onderdeel E en artikel II houdt verband met
de Tijdelijke referendumwet.
Er is geen sprake van financiële gevolgen voor het Rijk.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
K. Y. I. J. Adelmund