nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID DOUMA
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ea. Aan artikel 140 lid 2 wordt aan de laatste zin een zinsnede toegevoegd,
luidende: , waarbij zij rekening houden met de maatschappelijke verantwoordelijkheid
van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming.
II
In artikel I wordt na onderdeel U een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ua. Aan artikel 250 lid 2 wordt aan de laatste zin een zinsnede toegevoegd,
luidende: , waarbij zij rekening houden met de maatschappelijke verantwoordelijkheid
van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming.
Toelichting
Dit amendement beoogt de verantwoordelijkheid en de taakomschrijving van
raden van commissarissen te verbreden, waarbij de maatschappelijke verantwoordelijkheid
van ondernemingen tot uitdrukking wordt gebracht. Deze maatschappelijke verantwoordelijkheid
kan hier worden gedefinieerd in die zin dat ondernemingen bij hun beleid rekening
moeten houden met het natuur- en milieubelang, werknemersrechten en het werkgelegenheidsbelang,
en in internationaal verband, met fair trade en mensenrechten. Onderdeel van
het ondernemingsbeleid in bovengenoemde zin zijn in ieder geval het investeringsbeleid
en de manier waarop produkten en diensten worden aangekocht en verkocht, en
de manier waarop en onder welke omstandigheden deze produkten tot stand worden
gebracht.
De indieners kiezen er in dit amendement bewust voor om geen concrete
verplichtingen of sancties op te leggen. Met dit amendement wordt
voor commissarissen de ruimte gecreëerd om rekening te houden met de
bovengenoemde maatschappelijke belangen, waarbij het maatschappelijke debat
een belangrijke rol kan spelen. De indieners achten het noodzakelijk om deze
ruimte te creëren, omdat in de discussie over de rol die raden van commissarissen
kunnen spelen, de laatste jaren voortdurend in beperkende zin wordt verwezen
naar de taakomschrijving van art. 140 en 250 van Boek 2 BW, waarbij erop gewezen
wordt dat commissarissen zich slechts zouden mogen richten op het belang van
de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Zelfs bij vennootschappen
met slechts de overheid als aandeelhouder zouden commissarissen zich niet
naar het publieke belang mogen richten, volgens deze argumentatielijn. Dit
amendement beoogt daarom mede om de ruimte te creëren om deze onlogische
en onwenselijke argumentatielijn te kunnen doorbreken.
Douma