28 174
Wijziging van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector in verband met de financiering van de tegemoetkoming aan de elektriciteitsproductiesector uit de algemene middelen en van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet omwille van de correctie van enkele tariefbepalingen alsmede in verband met een tijdelijk verbod van privatisering van netwerkbedrijven

nr. 59
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 april 2004

Hierbij doe ik u in afschrift en ter informatie een brief toekomen1 over artikel 51a van de Gaswet. Deze brief heb ik geschreven in antwoord op vragen van de leden van de fractie van de PvdA in de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Artikel 51a van de Gaswet geeft de Minister van Economische Zaken de bevoegdheid in verband met een betrouwbare energievoorziening gastransportbedrijven op te dragen gastransport met voorrang uit te voeren. Dit artikel is sinds 1 maart 2003 van kracht. Sindsdien is dit artikel meermalen onderwerp van debat geweest in beide Kamers der Staten-Generaal. In bijgevoegde brief maak ik een onderscheid tussen het «dagelijkse» handelen van partijen op de gasmarkt teneinde de betrouwbare gasvoorziening te handhaven en het reactief ingrijpen door de Minister van Economische Zaken als gevolg van een bedreiging van de energievoorziening. Artikel 51a van de Gaswet valt in de laatste categorie, het gaat om het ingrijpen in bestaande transportstromen op grond van reeds gesloten privaatrechtelijke overeenkomsten. Dit is een zware ingreep voor de toepassing van welke geen eenduidige criteria te geven zijn, dit moet van geval tot geval worden bezien.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven