28 174
Wijziging van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector in verband met de financiering van de tegemoetkoming aan de elektriciteitsproductiesector uit de algemene middelen en van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet omwille van de correctie van enkele tariefbepalingen

nr. 13
VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10 september 2002

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan het slot van het opschrift wordt toegevoegd: alsmede in verband met een tijdelijk verbod van privatisering van netwerkbedrijven.

B

In de aanhef wordt na «en tevens enkele bepalingen van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet te corrigeren» ingevoegd: alsmede tijdelijk de privatisering van netwerkbedrijven te verbieden.

C

In artikel IIA worden vóór onderdeel A drie nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

aA

Artikel 16 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na het tweede lid wordt, onder vernummering van het derde, vierde, vijfde en zesde lid tot vierde, vijfde, zesde en zevende lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

3. In aanvulling op de taken, bedoeld in het eerste lid, heeft de netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, tevens tot taak voorzieningen te treffen die waarborgen dat ingeval de levering van elektriciteit door een houder van een vergunning als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, wegvalt, de levering aan de afnemers van die vergunninghouder terstond door een andere vergunninghouder als hiervoor bedoeld, wordt overgenomen.

2. In het vierde en vijfde lid wordt «eerste of tweede lid» telkens vervangen door: eerste, tweede of derde lid.

3. Een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende:

8. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de in het derde lid bedoelde taak.

bA

In de artikelen 11, tweede lid, onderdeel d, 12, tweede lid, 13, tweede lid, en 17, onderdeel a, wordt «artikel 16, eerste of tweede lid» telkens vervangen door: artikel 16, eerste, tweede of derde lid.

cA

In artikel 26, eerste lid, onderdeel a, wordt «artikel 16, zesde lid» vervangen door: artikel 16, zevende lid.

D

In artikel IIA wordt na onderdeel C een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

D

In artikel 93 wordt na het vierde lid, onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot zesde en zevende lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

5. In afwijking van het vierde lid onthoudt Onze Minister tot 1 januari 2004 zijn instemming indien de wijziging met betrekking tot de eigendom van een net, niet zijnde het landelijk hoogspanningsnet, of van de aandelen in een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, ertoe zou leiden dat een natuurlijke persoon of rechtspersoon buiten de kring van hen aan wie aandelen in een netbeheerder of een vergunninghouder toebehoren, rechten op een net of op aandelen in een netbeheerder zou krijgen.

E

In artikel IIB wordt vóór onderdeel A een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

aA

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

2. In aanvulling op de taken, bedoeld in het eerste lid, heeft de netbeheerder tevens tot taak voorzieningen te treffen die waarborgen dat ingeval de levering van gas door een houder van een vergunning als bedoeld in artikel 43, eerste lid, wegvalt, de levering aan de afnemers van die vergunninghouder terstond door een andere vergunninghouder als hiervoor bedoeld, wordt overgenomen.

2. In het derde lid wordt «eerste en tweede lid» vervangen door: eerste en derde lid.

3. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de in het tweede lid bedoelde taak.

F

In artikel IIB wordt na onderdeel C een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

CC

In artikel 85 wordt na het derde lid, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

4. Onze Minister onthoudt tot 1 januari 2004 zijn instemming indien de wijziging met betrekking tot de eigendom van een gastransportnet of van de aandelen in een netbeheerder ertoe zou leiden dat een natuurlijke persoon of een rechtspersoon buiten de kring van hen aan wie aandelen in een netbeheerder of een vergunninghouder toebehoren, rechten op een gastransportnet of op aandelen in een netbeheerder zou krijgen.

G

In artikel III, tweede lid, wordt «De artikelen IIA en IIB» vervangen door: De artikelen IIA, onderdelen A, B en C, en IIB, onderdelen A, AA, B, C en D,.

Toelichting

Onderdelen C en E

Consumentenbescherming, en met name leveringszekerheid, acht ik van zeer groot belang in een vrije markt. Daarom moet er een noodleverancier gereed staan indien een energieleverancier aan kleinverbruikers niet langer in staat is te leveren. Marktpartijen zijn bezig met een regeling waarbij netbeheerders verzekeren dat in voorkomend geval een noodleverancier terstond bij het wegvallen van een energieleverancier de levering van stroom of gas aan kleinverbruikers overneemt. Er is evenwel onduidelijkheid ontstaan of de bestaande taak van netbeheerders dit omvat. Door deze taak te expliciteren in de Elektriciteitswet en de Gaswet maak ik een einde aan deze onzekerheid. Ik verzeker hierdoor een optimale bescherming van kleinverbruikers. Ik hecht grote waarde aan zelfregulering bij de wijze waarop een en ander wordt vormgegeven en ga er dan ook van uit dat de sector zelf op adequate wijze de nodige voorzieningen zal treffen. Voor het geval mocht blijken dat een en ander onvoldoende zekerheid biedt bestaat de mogelijkheid nadere regels te stellen. Daarbij is, met het oog op de tijdspanne die nog rest tot volledige marktopening, gekozen voor het instrument van een ministeriële regeling.

Onderdelen D en F

De in de onderdelen D en F voorgestelde wijzigingen van onderscheidenlijk de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet bewerkstelligen dat de vervreemding van regionale netwerkbedrijven buiten de kring van bestaande publieke aandeelhouders tot 1 januari 2004 wordt bevroren. Ik acht dit gewenst teneinde in de tussentijd te komen tot een aanscherping van de wetgeving, zodat ik zonodig effectiever kan ingrijpen en strenger toezicht kan houden. Indien de wetgeving is aangescherpt is er in alle gevallen sprake van effectief en streng toezicht waarbij de kwaliteit van de netten en het voorkomen van storingen voorop staan. Dan is niet langer relevant of de eigendom van de bedrijven in handen is van mede-overheden of van private partijen.

De Minister van Economische Zaken,

H. Ph. J. B. Heinsbroek

Naar boven